Shri Boeddha Puja – Vestig jezelf in de spirit – San Diego, USA – 23/07/1988
Translation not verified. Dear yogi, register as volunteer to do so.
Vertaling niet geverifieerd. Beste yogi, registreer als vrijwilliger om dit te doen.
Vandaag hebben we besloten de Boeddha Jayanti te vieren, Boeddha’s verjaardag. In de tijd gezien kwam Boeddha op deze aarde op een tijdstip dat het voor hem erg belangrijk was om te komen. In die tijd waren er, vooral in India, twee soorten van mensen: de ene soort was zeer op rituelen gesteld en ze probeerden daarin uiterst strikt en gedisciplineerd te zijn en de andere soort waren de mensen die te geconditioneerd en vol van zogenaamde toewijding aan God waren. Deze twee soorten van mensen waren in die tijd de zoekers.
Daarom was het nodig deze twee manieren van zoeken te neutraliseren.
Boeddha en Mahavira worden in wezen ondersteund door Hanumana en Bhairava; dit zijn, zoals je weet, St.-Gabriël en St.-Michaël. Het principe dat incarneerde, is het principe van de discipel en dit principe was reeds veel eerder geboren dan de zonen van Shri Rama. Dit principe werd op deze aarde gebracht en incarneerde: enerzijds om het ego van de mensen te bedwingen en anderzijds om het superego van de mensen te onderwerpen. Toen Boeddha geboren werd, ontdekte hij dat er overal ellende was. En volgens hem, was deze ellende het gevolg van onze verlangens. Dus is de beste manier om Nirvana te bereiken, zonder verlangen te zijn. Tot dit besluit kwam Hij. Maar hoe kan je zonder verlangen worden? Je zit in het zand en als je goed kijkt, dan zie je dat het zand zich nergens aan hecht. Zet er iets op, het zal niet beschadigd worden. Zet er water op, het water zal er aan kleven en zodra je probeert het weg te gooien zal het geheel verdwijnen in een ijle mist.
Daarom was het Zijn doel onthechting te beoefenen, of een leven leiden dat zonder verlangen was. En daarom zeg Ik dat Hij een incarnatie was van het Discipel-Principe.
De incarnatie van het Discipel-Principe moet zelf de weg en de methode vinden, terwijl de incarnatie van het Guru-Principe gevestigd is in de mensen die het reeds gevonden hebben. Boeddha moest een weg en een methode scheppen. Daarom bestudeerde Hij allerlei boeken en ging Hij naar vele plaatsen. Hij las de Upanishads. Dan zag Hij de mensen die bezig waren met de Veda’s en die allerlei rituelen uitvoerden.
Met die rituelen kregen zij nooit hun zelfrealisatie, terwijl eigenlijk het eerste vers van de Veda is dat, “door de Veda te lezen en door alle rituelen van de Veda uit te voeren, als je dan niet ‘veda’ wordt – wat zelf-gerealiseerd (het woord ‘veda’ betekent ‘weten’) wil zeggen – als je het Goddelijke niet kent in je centrale zenuwstelsel, dan mis je de kern van de zaak.” Voor jou is het dan volstrekt nutteloos de Veda te lezen.
Zo ging Hij op verschillende terreinen op zoek. Zoals we vandaag zien dat veel zoekers naar verscheidene mensen zijn gegaan om de waarheid te ontdekken en Hij was moe, zeer moe. Hij dacht dat al Zijn zoeken, al Zijn hard werken, al Zijn inspanningen, dat dit alles Hem enkel maar moe had gemaakt. En Hij dacht dat het allemaal vruchteloos was geweest. Daarom ging Hij onder een banyanboom liggen en daar gaf de Adi Shakti Hem zijn realisatie. Dat gebeurt pas als al je zoektochten gedaan zijn. Mensen zoeken in geld, in macht, in liefde en allerlei andere dingen. Tenslotte beginnen ze te zoeken in verschillende groeperingen, erediensten, guru’s, drugs, alcohol; zij proberen te zoeken in alle mogelijke richtingen. Maar wanneer mensen iets proberen te zoeken, dan gaan zij in hun beweging ofwel naar links, ofwel naar rechts. En Hij, zulk een ijverige zoeker, zulk een waarheidslievende zoeker, Hij kon zeer duidelijk zien dat men op dit punt niet naar rechts of links mag gaan. Er moet een stijging zijn, maar hoe kan men die bereiken? Wie zal Hem zelfrealisatie geven? Al die vermoeidheid… Hij ging onder de boom liggen en plotseling kreeg Hij zijn realisatie.
Wanneer Hij zijn realisatie kreeg, begon Hij te begrijpen waarom al die problemen met conditionering en met het ego bestaan. Hij ontdekte één ding: wanneer mensen te veel lezen en God trachten te begrijpen door het uitvoeren van rituelen, dan ontwikkelen zij hun ego.
Aan de andere kant ontdekte hij dat mensen, wanneer ze alleen maar verlangens hebben en tot God blijven bidden: “Geef me dit, geef me dat”, dat ze dan gek worden. En wanneer Hij dit begreep en dat was op het moment dat Hij moe was, dan kreeg Hij zijn realisatie.
Dit is precies wat vandaag in onze moderne tijd gebeurt. Namelijk dat de zoekers het Goddelijke hebben gezocht aan de linker- en de rechterkant. Tegenwoordig joggen ze. Ik weet niet wat ze zullen bereiken door te joggen. Ze joggen als gekken. Er zijn ook ijverige christenen en ijverige moslims, die de hele wereld bevechten voor hun godsdienst, voor hun God, in de naam van Mohammed Sahib, in de naam van Krishna, in de naam van alles. Dan denken zij dat hun geloof in gevaar is.
Ik bedoel, zo is het niet. Noch de profeten, noch de incarnaties, niemand is in gevaar, helemaal niet. Hoe zou dat ook kunnen?
En geen enkele godsdienst, als het een echte godsdienst is, kan in gevaar zijn.
Maar dit besefte Hij slechts na Zijn realisatie. Maar Zijn volgelingen, zij zagen het essentiële niet, namelijk dat het uiteindelijk zelfrealisatie is waar het om gaat. Eigenlijk zorgde Hij ervoor dat de mensen eerst hun zelfrealisatie zouden krijgen, daarna al de rest.
Allereerst zei Hij: “Je zult mij niet aanbidden.” Zoals je weet, laten wij de mensen niet toe naar mijn Puja te komen, tenzij en totdat zij volledig gevestigd zijn in Sahaja Yoga. Zo zei Hij, dat je eerst volledig in je zelfrealisatie gevestigd moet zijn, dat is alles. Je zult niet praten over God, omdat, als je eens begint te praten over God… , wel toen zag Hij al die afschuwelijke godsdiensten verschijnen in de naam van God.
Toen Ik voor het eerst naar Amerika kwam – je zal verwonderd zijn – sprak Ik niet over God, sprak Ik niet over bhoots (geesten van doden), sprak Ik niet over eender welke godsdienst. Ik sprak enkel over zelfrealisatie. De reden daarvoor was, dat, als je zelfrealisatie krijgt, dacht Ik, dan zal je de rest begrijpen, maar het is nutteloos tegen je te spreken over God of het Goddelijke, omdat je eerst en vooral je ogen moet hebben, je moet het licht hebben, wat voor nut heeft het anders over deze dingen te praten. En zo ging het ook met Boeddha.
Hij sprak zo uitgebreid over de Spirit en niet over God of enige godsdienst, dat de mensen zeiden dat Boeddha een atheïst was en niet in God geloofde. Neen, het paste in Zijn gedragslijn dat Hij niet over God wou praten. Maar Ik ontdekte, toen Ik naar Amerika kwam, dat deze wereld vol is van allerlei zaken. Ten eerste het reusachtige ego dat ze hebben en ten tweede dat zij zo erg geconditioneerd zijn.
Er waren zoveel hekserijen en krachten; Ik bedoel, ze zegden openlijk: “Dit is een school in hekserij”, openlijk. Of dit is een school in duivelse krachten. Allerlei soorten, Ik was verrast, dat zij het zo openlijk zegden.
En toen Ik voor het eerst in San Diego kwam, Ik kwam toen alleen, nodigden mensen van een organisatie, “parapsychologie” genaamd, mij uit – het zijn allemaal bhoots. En zij leidden mij rond in een reusachtige, grote hal en er zaten een hele hoop mensen en Ik zag al de bhoots.
Ik dacht: Wat moet Ik nu doen? Zou Ik ze de waarheid zeggen of niet? Ze zouden kwaad op me kunnen worden. Maar Ik dacht: “Het is beter het hun te zeggen, want wanneer zij ééns verloren zijn tussen de bhoots, wat zal Ik dan met hen doen?” Dus zei Ik hen: “Dit is helemaal verkeerd, dit is allemaal ‘bhootish’, dit is allemaal onzin, jullie vallen niet zómaar ten prooi aan al die dingen, dit is niet juist, jullie zouden beter je realisatie krijgen!” En zie, sommige mensen kregen hun realisatie en sommigen verlieten die organisatie.
Nu, de laatste keer dat Ik hier kwam, in ’83, ontdekte Ik dat de vrouw die een soort van leidster was, gek geworden was en dat de man die alles organiseerde, bankroet gegaan was en naar Australië was vertrokken en dat het gebouw was ingestort.
De bhoots moeten het werk gedaan hebben. Het was voor mij zulk een probleem, toentertijd, om tegen al die onzinnigheden in te gaan.
Dan ging Ik naar een paar kerken, zij hadden mij uitgenodigd. En toen zag Ik plotseling in de kerk acht of tien ‘bhootishe’ personen opstaan, die begonnen te dansen. Ik dacht: “Waar ben Ik nu!”… Ik moest hen vertellen over de Spirit en de toestand hier bekijken. Wat moest Ik hun vertellen? Zij geloofden vurig dat Ik een boodschapper van God was natuurlijk, maar God betekende voor hen ‘bhoot’. Het was onmogelijk te begrijpen hoe ver deze mensen waren gegaan. Op hetzelfde ogenblik was er een woeste aanval van alle valse guru’s toentertijd en toen Ik zei: “Je kunt er niet voor betalen”, zegden zij: “Je kunt beter teruggaan.
Wij willen je niet.” Dus ging Ik weg en kwam pas terug na negen jaar.
Daarom probeerde Boeddha enkel over zelfrealisatie te spreken en helemaal niet over God. Maar zijn volgelingen, die zoals altijd de ene beter dan de andere waren, probeerden een Boeddhisme naar hun eigen stijl te creëren. En in dit Boeddhisme schonken zij geen aandacht aan wat Hij verteld had. Ten eerste dacht Hij: “Als er ritueel en Puja enzovoort is vóór de realisatie, waar zullen zij dan terechtkomen?”
Dus zei Hij: “In orde, jullie zullen géén Puja voor mij houden!
Bouw geen monumenten in mijn naam! Jullie mogen niets aanbidden!” En wat deden zij? Zij aanbaden Zijn tanden, zij aanbaden Zijn nagels, zij aanbaden Zijn haar. Neem nu, bijvoorbeeld, als je Mijn haar zou krijgen en je bent geen gerealiseerde ziel, wat is dan het verschil tussen Mijn haar en het haar van eender wie? Volledig hetzelfde. Zonder realisatie bracht al die aanbidding hen in zeer ‘bhootish’ gebied. Op die manier vinden we Boeddhisten die nergens dicht bij Boeddha zijn.
Zoals, als je naar Japan gaat, kan je niet geloven dat ze Boeddhisten kunnen zijn. Ze worden verondersteld Boeddhisten te zijn – Boeddha die de meedogende is. Dan hebben we Chinezen die het Boeddhisme aankleefden. Zij konden het Boeddhisme ook niet begrijpen.
En we hebben Tibet waar ze die afschuwelijke Lama’s hadden en andere mensen in Ladakh enzovoort. Zij doen allemaal niets anders dan bhoot-vidya, pita-vidya, smashan-vidya. Dus zelfs Zijn komst is niet anders dan die van anderen.
Boeddha nu vertelde drie dingen die zeer belangrijk zijn, die voor een Sahaja Yogi zeer nuttig om volgen zijn.
Hij zei: “Buddham sharanam gachami.” Dit wil zeggen: ik geef mezelf over aan de verlichte, of, ik geef mezelf over aan diegene die verlicht is. In dit geval kan men zeggen dat het Boeddha was.
Bij jullie gaat het om jullie eigen Spirit. Geef jezelf over aan je Spirit.
“Buddham sharanam gachami.” Hiermee wil Boeddha zeggen: diegene die weet.
Dan zegt Hij nog iets: “Dhammam sharanam gachami”, wat wil zeggen: geef jezelf over aan de godsdienst, de ware godsdienst, degene die evenwicht’ is. Nu zoals je ziet, zijn al deze door mensen gemaakte godsdiensten zo gek en je kan er niet veel uit opmaken. Je kunt niet zeggen of het godsdiensten of maffia’s zijn. De reden daarvoor is, zei Boeddha: “Geef jezelf over aan het Dharma.” Dus dachten de Boeddhisten dat: “Geef jezelf over aan Dharma” wil zeggen dat wat je te doen hebt, is worden als een Boeddhist – wat wil zeggen de kleding van een Boeddhist dragen, zoals Boeddha vroeger droeg.
Maar door die kleding te dragen word je toch geen Boeddha, nietwaar? Of toen ze op het idee kwamen dat we toch iets meer zouden moeten doen dan dat. Zo kreeg een zekere Boeddhist een wiel te pakken, omdat Hij over een levenswiel enz. sprak. Een absoluut onverstandige manier om Boeddha te begrijpen, zou Ik zo zeggen. En zij gaan maar door met dat wiel te bewegen als gekken, zie je. Je kunt niet met hen praten. Je zegt: “Waar is die weg?” – “Boeddha” – “Hoe geraken we daar?” Op elke vraag is er een antwoord. Dus zei Ik: “Antwoord me alsjeblief.” Dit is het antwoord. Maar wat is dit voor een antwoord? Toen dachten deze mensen dat we nieuwe methoden zouden moeten vinden; daarom legden enkelen zich opnieuw op de Upanishads toe en ze maakten jataka kathas, zoals de verhalen die zeer absurd zijn, grappige verhalen, boosaardige verhalen, dít verhaal, dát verhaal.
Tezelfdertijd speelde het Hindoeïsme een andere grappige rol.
Er kwam een grote golf van tantrika’s en toen de tantrikas kwamen, brachten zij allerlei lelijke, verschrikkelijke dingen met zich mee. Het begon allemaal, laat ons zeggen, omstreeks de zesde eeuw en een volledige gordel, voorbij Calcutta in de richting van Dwarika, een volledige gordel raakte betrokken bij het tantrisme. Dat betekende dat dezelfde Boeddhist later diezelfde tantrische methoden volgde. Op die manier trachtten ze allerhande elementen van hier en van ginder (in het Boeddhisme) binnen te brengen en te mengen. Als je dan vraagt: “Wat is nu je godsdienst?” Zeggen zij: “Ik ben Boeddhist.” Wat voor Boeddhist? Dinayan, Ganayan, Ambaja, ik ben Zen — dit, dat, er zijn allerlei soorten Boeddhisme. Het is onmogelijk werkelijk te begrijpen welk Boeddhisme ze belijden. En wat doen ze allemaal?
De enen scheren hun haar af. De anderen scheren hun snor weg.
Nog anderen dragen dit soort kleding. Dit is het enige verschil tussen de ene en de andere. Maar het gemeenschappelijke punt is dat ze allen bedriegers zijn, dat ze je allen trachten te misleiden, dat ze leugens kunnen vertellen zonder zich naar te voelen. Zij zijn zeer sluw, zeer listig en zelfvernietigend. Zij kunnen zeer gewelddadig zijn en het enige verlangen dat ze hebben, is iedereen te doden die hen tegenspreekt.
Dit is wat er van Boeddha’s Boeddhisme geworden is.
Zo staan we nu van aangezicht tot aangezicht met Boeddha. Maar dat waarover hij sprak, was een spontaan gebeuren van zelfrealisatie. En Hij zei: “Bereid je voor.” Hij zei al die tijd: “Bereid je voor op zelfrealisatie en probeer alles te bekijken zonder verlangen.” Dit was precies de voorbereiding voor Sahaja Yoga waarover Hij sprak. Maar, zoals je ziet, alle hedendaagse Boeddhisten… als je hen ziet zul je versteld staan dat zij noch hier noch daar zijn (= nergens bij horen). Je weet helemaal niet hoe ze thuis te brengen, hoe ze te begrijpen, hoe hen te doen voelen wat Boeddha onderwees of wat Zen leerde. Zij zijn niet in een toestand om iets te begrijpen. Het is als de hersenen van iemand, zie je, die allerlei gedachten heeft, zoals vele kleine steentjes in één kleine pot, die lawaai maken. Alleen God weet welk steentje welk geluid maakt.
Nu is er een Lama die de guru van Hitler was. Stel je voor. Hitler’s guru was een lama. Nu reist deze Lama de wereld rond met rimpels die één na één geteld kunnen worden en hij vraagt geld. Waarvoor wil hij geld? Hij is degene die uit Tibet, uit Lhassa, wegliep. En toen hij wegliep, droeg hij zulk een partij goud met zich mee dat hij het niet kon dragen. Toen gooide hij de helft in de rivier en met de helft bereikte hij India.
Met dié helft heeft hij reeds een enorm grote Boeddha van goud gemaakt die gered werd, naar Rusland gebracht werd en dan naar China, waar Ik hem zelf gezien heb. Verbazend! Hij had goud, hij had kroezen, zoals jullie ze noemen, die reusachtig grote dingen, zó ongeveer. Echt goud. En zúlke grote schotels van goud om uit te eten. Stel je voor! Boeddha sprak over loslaten en zij hadden alles in goud of zilver van een zeer dure kwaliteit. Als je hun gewaad ziet, hun kleding enzovoort zou je verstomd staan. Zij droegen gewaden als teken van onthechting, maar wanneer zij in hun eigen binnenplaatsen zaten, binnen dus, droegen ze kleren die zeer rijkelijk versierd waren met echt goud, met parels en allerlei andere dingen. Ik heb het met mijn eigen ogen gezien… Ik was verbaasd.
Dit lijkt dus op iemand die zegt: “Oh, ik moet onthecht zijn.
Ik ga naar het strand: ik ga daar zitten en mediteren.” Daar gaat hij en hij maakt een omheining rond zich. Dus vraag Ik hem waarom hij een omheining heeft gemaakt. “Oh nee, misschien komen er dieven binnen.” Ik bedoel, als je onthecht bent, wat voor belang heeft het dan als er een dief komt? Hij zal je meenemen en wat dan nog? Jij bent daar, het geeft niet: je kan met een dief meegaan, je kan meegaan met eender wie. Waarom ben je bezorgd over die dief? Je bent onthecht. “Oh, zie je, ik ben ook bezorgd dat er zakkenrollers zouden zijn.” “Waarom ben je bezorgd om zakkenrollers?” “Omdat ik hier wat geld bij me heb en ik heb mijn bankrekening en mijn andere bezittingen bij me, dus ben ik redelijk bezorgd, zie je, dat er mogelijk een dief komt.” Waarom spreek je dan van onthechting? Waarom spreek je van sanyasa?
Zo begon dus deze onzinnige sanyasa nadat Boeddha stierf, wat heel ergerniswekkend was. Dit bracht de meeste mensen er toe te denken dat je eender wanneer een oranje kleed kan dragen en dat je dan een sanyasi bent. Als je een oranje kleed draagt, word je Boeddha en je wordt een onthechte persoonlijkheid. Nu kan je aan de hele wereld verklaren: “Ik ben een onthechte persoonlijkheid.”… en wat is je achtergrond?” Niets, ik ben pas uit Moeder Aarde geboren en ik zit hier mooi zoals Boeddha.” Dus beginnen de mensen hen geld te geven en zo krijgen zij geld. Maar in werkelijkheid is de achtergrond dat de kerel in India mogelijk uit de gevangenis is gekomen voor inbraak of iets dergelijks en nu hier neerzit als Boeddha. Hoe zal je dat uitmaken? “Buddham Sharanam Gachami.”
Wat we dus moeten doen, is ons vestigen in Boeddha. Dit wil zeggen, vestigen binnen in onszelf, in onze Spirit. Tenzij en totdat we gevestigd zijn in onze Spirit, kunnen wij de ingewikkelde wegen van onwetendheid die we rondom ons zien, niet begrijpen. De beste manier om Sahaja Yoga te begrijpen is dus jezelf te vestigen in de Spirit. Maar zij die niet intelligent zijn, zij die dom zijn, zij die zelfzuchtig en hebzuchtig zijn, zien dit niet in. En zij vinden het onaangenaam als een leider hen zegt dat ze zich moeten vestigen in Sahaja Yoga en dat ze de Spirit moeten zichtbaar maken (= doen kennen). Zij willen niet luisteren.
Zij willen in de groep van Sahaja Yogi’s opgenomen worden omdat ze niet eenzaam willen zijn. Ze zijn blij als ze liederen kunnen zingen, muziek maken, alles in Sahaja Yoga, omdat ze ergens willen bijhoren; omdat ze een identiteit willen hebben, noemen ze zichzelf Sahaja Yogi’s. Maar deze identiteit is een valse identiteit. Je moet vereenzelvigd zijn met de Spirit. Dat is het gedeelte dat ‘Buddham Sharanam Gachami’ is.
Het tweede is ‘Dhamam Sharanam Gachami’. Wat is “Dhamam?” Het is Dharma. Wat is ons Dharma? Het is Vishwa Nirmala Dharma. Dat wil zeggen dat we nu universele wezens geworden zijn. Wij zijn niet langer Indiërs, niet langer Afrikanen, niet langer Engelsen, niet langer Fransen. Wij zijn allemaal Sahaja Yogi’s geworden, burgers van het Koninkrijk Gods. Wij hebben geen andere identificatie. Dit is ons Dharma.
Wij leiden nu een universeel leven. Vele Sahaja Yogi’s zijn nog niet zo ver. Velen van hen identificeren zich nog steeds met plaatselijke onzin, nog altijd. Wat nu dit universele betreft, moeten we begrijpen dat het niet enkel de godsdienst of een land is dat ons scheidt, maar ook een soort van kwaliteit. Bijvoorbeeld, als er mensen zijn die Rajo-guni’s zijn, die erg actieve en rechtse mensen zijn, dan zullen zij zich verenigen.
Zij zullen misschien later ruziemaken, maar zij zullen zich verenigen. Ook zullen de mensen die links zijn, zich verenigen, maar beide groepen zouden zich moeten richten op diegenen die proberen te groeien, die in het centrum zijn. En dat is waar we falen.
Onze verbondenheden met en ons begrip voor elkaar is versluierd door onze onwetendheid en we kunnen niet zien wie onze groei stimuleert en ons welzijn bevordert.
Dit gebeurt met ons op vele verschillende manieren.
Wij zijn universele wezens en onze cultuur is de “Sahaja Cultuur”. Daarom geven we al onze onzinnige culturen in alle godsdiensten op; in alle landen hebben we het onzinnige van onze cultuur gezien en daarom geloven we in de spontane cultuur van Sahaja Yoga. Pas dan worden we universele wezens. En in die staat van universeel-zijn moet je je collectieve bewustzijn ontwikkelen. Zoals men dit eerst individueel op zichzelf toepast: “Buddham Sharanam Gachami.” Ik geef mezelf over aan Boeddha. Dit is de tweede stap: Ik geef mezelf over aan het collectieve — in de betekenis van: het Dharma, de kern van het collectieve. Wat is nu de kern van onze collectiviteit? Wat ons verbindt, is Vishwa Nirmala Dharma, de Zuivere Godsdienst van het Universum. Als je dus eenmaal begrijpt dat het dit is dat je met elkaar verbindt, dan moet je begrijpen hoe belangrijk het is Vishwa Nirmala Dharma te volgen. Ik heb jullie op zoveel manieren verteld wat Vishwa Nirmala Dharma is. We moeten dus de volledige inhoud van het Dharma dat we volgen, begrijpen en er over nadenken, om te zien of we werkelijk deze godsdienst aankleven!”
Maar ook onder de christenen heb Ik schijnheilige mensen gezien, zoals zij, die elke zondag opstaan, zich mooi aankleden, naar de kerk gaan, drie-, viermaal opstaan, liederen zingen, dit doen, dat doen, geld betalen aan de priester, aan de kerk, aan dat (=nog iets anders) en dan maar denken dat alles in orde is. Zo iemand zal op een zeer godsdienstige manier te biechten gaan. Moslims zullen zeer religieuze dingen doen die wij werkelijk niet kunnen begrijpen. Zoals in… , waar men mij vertelde dat mensen zichzelf proberen te kruisigen, voor een toneelstuk natuurlijk, maar zij doen het enkel om het christendom te beschermen, denk Ik en om God weet wat te kruisigen! In India zijn er mensen die het Hindoeïsme volgen en het eerste principe, het basisprincipe van Hindoeïsme is dat de Spirit in iedereen aanwezig is. Hoe kan je dan een kaste en een sub-kaste hebben? Als iedereen de Spirit heeft, kun je geen kaste en sub-kaste hebben.
Je kunt geen godsdienst hebben op die manier.
Wat vinden we in elke godsdienst? Er zijn problematische dingen.
Maar eens je tot deze zuivere godsdienst komt, dan zie je de kern en de kern is, dat we allemaal de Spirit zijn en dat we allemaal aan elkaar verwant zijn. We zijn een essentieel deel van het geheel.
Zo bereik je het collectieve. Dus wordt het uiteindelijk “Sangham Sharanam Gachami.” Dit is ook zeer belangrijk. Dat is het belangrijkste, dit “Sangham Sharanam Gachami.”
Je zegt bijvoorbeeld dat je jezelf overgeeft aan de collectiviteit.
Wat wil dat zeggen? Wat heeft dat tot gevolg? Toen Ik tot jullie leiders hier sprak, zei Ik: “Jullie zouden een collectieve eenheid moeten vormen, een ‘Sangham’.” Alle leiders moeten weten dat zij van Moeder houden vanuit hun hart en zij zouden nooit mogen proberen elkaar te kwetsen, omdat iemand probeert hen tegen te spreken. Zij zouden elkaar moeten liefhebben. Neem nu bijvoorbeeld ‘X’, die een leider is. Een negatieve kracht incarneert en komt de leider vertellen: kijk, die andere leider is mijn discipel. Deze persoon zal zich slecht voelen en de andere leider ook. Dit gaat tegen de “Sangha” in. Eerst moet de Sangha van de collectiviteit door de leiders ten volle geapprecieerd worden.
Ik geniet van de manier waarop al deze leiders elkaar ontmoeten en elkaar vriendelijk begroeten en van elkaar genieten, elkaar bij de neus nemen en elkaar liefhebben en de jongeren beschermen en verzorgen,… Dat is het begin van Sangha. Als de leiders geen Sangha hebben, welke andere Sangha kan er dan zijn? Zo is de Sangha van de leiders wat eerst moet komen. Al diegenen die trachten die Sangha te verbreken, moeten beseffen dat zij negatieve mensen zijn en dat zij ons kwetsen. Al wie dat probeert, zou zeer voorzichtig moeten zijn.
De tweede Sangha is die van de collectiviteit tussen Sahaja Yogi’s. Zoals Ik jullie reeds vertelde, mogen wij geen Indiërs zijn, of Engelsen, of Amerikanen, of iets anders en dus zouden we geen groepen mogen vormen. Wat je altijd zal zien, is dat als er vijf Amerikanen samen zijn, dan zullen ze aan elkaar klitten alsof ze aan elkaar gelijmd zijn en ze kunnen niet van elkaar loskomen. Allemaal doen ze dat. Indiërs zullen elkaar opzoeken. Ook mensen van andere nationaliteiten zoeken elkaar op. Nu doen we dat niet langer. Het is voorbij!
Waarom dan nog zo aan elkaar klitten? Maar het gebeurt. Wij klitten altijd aan elkaar. Ik weet niet waarom. Welke behoefte is er om dat te doen? En in India zien we veelvuldig dat de mensen zich op een zeer rare manier gedragen. Vorig jaar was er een groep, Ik wist het niet, maar de mensen vertelden het me en zij zegden al de tijd: “Wij zijn een grote natie, wij zijn een grote natie.” Zij zijn geen Sahaja Yogi’s.
Onze natie is het Koninkrijk Gods en onze Koning is De Almachtige God en wij hebben geen andere Koning en geen andere natie.
Als je deze hinderpalen van domme begrenzingen niet kunt overstijgen, dan kunnen jullie geen Sahaja Yogi’s worden.
Maar dit is op een zeer grof vlak. Maar op een zeer subtiele manier, zie Ik dat een mevrouw die een verstoring of een badha heeft onmiddellijk tot een andere bhootishe vrouw probeert door te dringen, op de één of andere manier. Ze mag tot eender welk land behoren, het heeft geen belang.
Een bhootishe vrouw, zeg maar van India afkomstig, zal samenklitten met één uit Australië, zie je. Recht vooruit, mars! Kijk maar, “Waar gaat ze heen? Oh God, dat is het!”
De bhoots zijn dus zeer collectief ingesteld, één grote broederschap, één omvangrijke broederschap. Als ze iemand zien die bezeten is, dan zal deze persoon die bhootish is, er onmiddellijk heen gaan.
Het is erg verwonderlijk dat de bhoots zo collectief zijn. Dat daargelaten, kennen ze me zeer goed. Ze begrijpen mij heel goed. Zelfs een klein kind zal, als het een verstoring heeft, voor Mij beginnen huilen, zal voor Mij beginnen beven, zal niet tót Mij komen. Zij begrijpen het gerealiseerd zijn niet en bovendien begrijpen zij het eenvoudige principe niet dat wij nu door onze eigen Spirit overweldigd zijn en dat we één zijn.
Dus zouden zij zich meer moeten richten op iemand die een geëvolueerde persoonlijkheid is, maar in plaats daarvan is een “derdeplans-figuur” voor hen veel belangrijker dan iemand die hoog ontwikkeld is. Dit is waar we falen in ons collectieve. Een zeer verfijnde methode van deze negatieve mensen: er enkel achterkomen hoe een grote, geduchte groep te vormen, om aan te vallen. Daarmee verlies je je vibraties. Eens je je vibraties verliest, dan zeg je: “Oh, dit is te veel. We moeten medelijden hebben. We moeten liefde hebben.
Tenslotte zijn we allen Sahaja Yogi’s.” Maar dat is liefde en medevoelen van bhoots onder elkaar. Zij spreken over medelijden met elkaar.
Zelfs tegen Mij zegden ze: “Moeder, je moet vriendelijk zijn.” Ik zei: “Heb jij groter mededogen dan Ik, dat jij Mij onderwijst? Als Ik iets tot deze dame zeg, als Ik al mijn adem en energie op haar concentreer, dan doe Ik dat voor haar welzijn en het is Mijn mededogen dat het bewerkt, maar wat jij doet, is niet op haar welzijn maar op haar vernietiging gericht.”
Het heeft geen zin iemand die negatief is, te steunen.
Vele negatieve mensen, aan wie gevraagd werd om uit de Sahaja Yoga te gaan, creëren soms problemen: “Ach, Moeder, weet U, ik ben zo goed, maar zij hebben mij gemarteld en gekweld.” Nu zie Ik een bhoot in die persoon. Ik kan hem duidelijk zien. Ik kan de negativiteit zien, maar als je dat niet ziet, dan zal je onmiddellijk partij kiezen. “Oh God, kijk hiernaar, het arme ding is gemarteld.” Jij verliest je vibraties, je zult er niet kunnen achterkomen! Kom dus niet onder de betovering van deze klagende zielen, zoals Christus ze genoemd heeft.
Hij zei: “Klagende zielen zijn het grootste gevaar.” Dat heb Ik gezien in Sahaja Yoga. Zij die mopperen, achter de rug praten, doorgaan met klagen, zijn het grootste gevaar voor Sahaja Yoga en uiteindelijk voor zichzelf, omdat ze ontdekt zullen worden.
Dit is een andere situatie waarin we niet collectief zijn en als we collectief zijn, zijn we collectief voor iets dat geen stijgende kracht is.
Het is verrassend te zien dat sommige mensen in deze wereld hun eigen ondergang aantrekken en ook proberen wij in zekere zin onze Sahaja Yoga-groep te vernietigen, wanneer we niet begrijpen wat collectiviteit is.
Vandaag vertel Ik je dit allemaal omdat dit alles nu moet ophouden, op de dag van Boeddha’s geboorte. Boeddha is diegene die jouw ego onder Zijn hoede heeft. Als je voorbij Boeddha gaat en je probeert teveel aandacht te trekken, dan duwt Hij je ego in de linker Vishuddhi. Dan ontwikkel je je linker Vishuddhi en wanneer je je linker Vishuddhi ontwikkelt, wat gebeurt er dan? Je begint je schuldig te voelen, wat wil zeggen dat je de situatie niet onder ogen wil zien, maar je zegt: “Oh, ik ben erg schuldig. Ik heb je gedood, goed, ik heb je gedood, ik voel me schuldig.” Wij zien de situatie nooit onder ogen. Dit is het ego dat zich aan de linker kant vestigt en dit probleem van de linker Vishuddhi veroorzaakt. Het is helemaal niet jouw stijl de moed te laten zakken of je te laten onderdrukken. Maar nee, jij hebt anderen onderdrukt, jij bent egoïstisch geweest en in zo’n erge mate dat het zich in je linker Vishuddhi heeft vastgezet. Dus probeer je je te verrechtvaardigen.
Ik stel voor, dat als je werkelijk Sahaja Yoga wil begrijpen, dat je eerst probeert jezelf te begrijpen. Dan zie je: “Waar gaat mijn aandacht nu naartoe?” Sommige dames die, laat ons zeggen, gewoon waren te roddelen, komen naar Sahaja Yoga. Ze zijn in orde, maar soms komt die drang in hen op: “Laat ons roddelen over deze dame.”
Ze staan op en wandelen naar een andere die misschien in haar vorige leven geroddeld heeft. Dus gaan ze door en praten tegen deze dame en spreken kwaad over haar. Dan ontdekken ze een andere roddelaar of komt er een andere roddelaar op hen af. Wat Ik zie zijn drie geweldige Sahaja Yogini’s die daar zitten te roddelen. Ik vraag: “Wat zeggen jullie?” “Ach, Moeder, we waren Sahaja Yoga aan het bespreken.”
Ik zei: “Werkelijk?” Over Sahaja Yogi’s praten is nooit een gesprek over Sahaja Yoga. Als je over mensen aan het praten bent, spreek je niet over Sahaja Yoga. Over Sahaja Yoga praten heeft niets te maken met mensen of met gerealiseerde zielen. God zij dank, bespreek je Mij niet, want Ik maak waarschijnlijk een heleboel fouten. In het kader van je cultuur, van je stijl, van de menselijke stijl. Je zou bijvoorbeeld tien keer “Dank u” moeten zeggen. Ik zal het misschien slechts drie of vier keer zeggen. Of je moet nooit sorry zeggen; Ik zeg: “Neem me niet kwalijk?” Maar, zie je, de mensen zullen zeggen: “Sorry, sorry, sorry.” Ik begin me af te vragen: “Ben Ik verkeerd of zijn zij verkeerd?”
Wat we dus werkelijk doen als we over anderen praten, is ze confronteren met of stellen tegenover je (=onze) eigen beperkingen. En je begint te denken: “Hij had dit moeten doen, hij had…” En jij dan? ! Het beste is dus dat je over jezelf praat met jezelf en dat je Sahaja Yoga bespreekt met anderen.
Dit is de beste methode om verlost te geraken van één van de grootste vijanden van de collectiviteit, die roddel is. Weet je, Ik denk dat roddelen in de menselijke natuur zit.
Er is nog een ander verschrikkelijk ding, dat Boeddha probeerde onder controle te krijgen, namelijk een zeer subtiele vorm van agressiviteit. Eén van de spelletjes die Ik speel, is van iemand een leider maken. Het is een spel. Onthoud dat alsjeblief. Zelfs als Ik je zeg dat Ik Mahamaya ben, vergeet je het. Zelfs als Ik je zeg dat Ik een spel speel, dan nog vergeet je het. Je wordt zo in ernst leiders, zie je. Het betekent niets dat jullie jezelf voelen als leiders. Er zijn geen leiders; in Sahaja Yoga zijn er géén leiders. Maar dan speel Ik iets. Nu dacht Ik eraan de mensen vandaag te feliciteren voor het programma van gisteren.
De manier waarop alles was geregeld, de fijne manier waarop het was uitgevoerd, er kwamen zoveel mensen, was merkwaardig. Maar dan dacht Ik, zou Ik het zeggen of niet? God weet wat Ik de volgende keer te zien krijg, als Ik het zeg. Dus dit aanmoedigen, zal dit helpen of niet? Daarom, ben Ik tot hiertoe discreet geweest. Natuurlijk was het programma van gisteren merkwaardig goed, moet Ik zeggen en moeten we Dave en de leider, onze Karan, een applaus bezorgen.
Ondanks alle domme tegenstand en onzin, hebben zij laten zien dat zij vele mensen tot Sahaja Yoga hebben kunnen brengen en dat zij met volledige concentratie in staat zijn geweest zovelen in Sahaja Yoga te vestigen. Het is aan jullie om hiervan te leren, dat je ondanks alle problemen… en zomeer, zonder gevoelens van wrok, er kunt voor zorgen dat je je als een grote olifant toelegt op het geven van zelfrealisatie aan anderen en dat je zo meer en meer Sahaja Yogi’s bijmaakt in Amerika. Zij die als levensdoel hebben aan de mensen hun zelfrealisatie te geven en Sahaja Yoga te vestigen, zullen nooit problemen hebben. Dus haal jezelf nooit neer naar het niveau waarop je denkt: “Kijk, het eten was niet goed, dat was niet goed, deze persoon was niet goed, deze persoon was een marteling, die was dit aan het doen.” Niets daarvan. Dit zal jou noch iemand anders helpen.
Noch zal het je goede punten bezorgen, om het zo maar eens uit te drukken. Samengevat: als je het Koninkrijk Gods wil binnengaan, moet je weten dat je zekere kenmerken moet hebben.
Anders zal God zeggen dat je mislukt bent en je zult verwonderd zijn waarom de toegang je geweigerd wordt. Je denkt dat je zo slim bent en zo geweldig, zie je, hoeveel roddel heb je doen ontstaan, hoeveel problemen heb je doen ontstaan, hoeveel leiders heb je neergehaald, hoe erg heb je Moeder bedonderd enzovoort. En dan ontdek je plots: “Ik ben mislukt.
Wat is er gebeurd?” Misleid je Zelf dus niet.
Het Zelf is de Spirit. Bedrieg jullie eigen Zelf niet. Als jullie jezelf misleiden, zullen jullie uiteindelijk zelf misleid worden en ondanks het feit dat jullie Sahaja Yogi’s zijn, dat jullie naar mijn Puja zijn gekomen, dat jullie hier zijn geweest en dat jullie als Sahaja Yogi’s bevestigd zijn, er licht boven jullie hoofden is, dan nog zullen ze zeggen: “Neem een ander leven, kom daarna terug. Neem een ander … als je mislukt, weet je, moet je een jaar meer doen. Probeer nog eens. Dus de gemakkelijkste manier om een goede Sahaja Yogi te zijn, is jullie Zelf niet te bedriegen. Hou jezelf in de gaten! Waar denkt deze geest aan? Wat ben ik aan het denken? Wat is mijn geest aan het uitwerken? Kan ik – deze man komt naar me toe – kan ik hem zijn zelfrealisatie geven? Moet ik tegen hem over Sahaja Yoga beginnen spreken? Observeer (b.v.) de persoon terwijl je in de trein zit: “Ah, dit is in orde! Laat ons deze persoon begeleiden.” De hele tijd moet je menselijke wezens vangen zoals vissen worden gevangen. Ik heb je geleerd hoe je het moet doen.
Ga door met hen te vangen, één na één en creëer een grotere collectiviteit. Als je aandacht daarop gericht is, dan zal Ik zeggen dat je als Boeddha gehandeld hebt, want dat was wat Boeddha deed.
Van overal bracht hij mensen bij elkaar en vertelde hen dat zij een pad van onthechting moesten volgen en hij vroeg hun kleren en andere dingen te dragen die onthechting oproepen. En hij vroeg dat je jezelf zou losmaken van je familie, van alles.
Dit, dit alles, deed Hij met één doel: opdat ze (= de mensen) voorbereid zouden zijn op het leven van vandaag. Ze deden al deze dingen, maar wij willen niet dat je oranje kleren draagt, wij willen niet dat je al deze verkeerde dingen doet, die vandaag de dag niet (meer) nodig zijn. Ze waren goed in die tijd (de tijd van Boeddha: 6de – 5de eeuw V.C.), maar vandaag zijn ze verkeerd, omdat ze nutteloos zijn. Als dat niet nodig is, waarom zou je dan zaken op je hoofd dragen? Zoals onlangs, toen Ik iemand zag met een grote boot op zijn hoofd. Ik zei: “Wat ben je aan het doen?” Hij zei: “Ik draag een boot.” “Waarom? Waarom draag je de boot?” Hij zei: “Zie je, ik weet dat het niet nodig is om op deze plaats een boot te dragen, want er is geen zee, geen water, niets, maar ik ben zomaar aan het dragen.” “Maar waarom draag je die last op je hoofd?” “Ach, omdat ik aan het dragen ben, weet je.”
Dat is hoe wij zijn. We blijven dingen doen die niet nodig zijn. Zoals: “Moeder, ik heb aan Hatha Yoga gedaan; zal ik wat Hatha Yoga doen?” “Maar waarom wil je dat doen? Je hebt het niet nodig.” “Neen, neen, Moeder, maar ik heb het al gedaan.” “Doe het dan, wat maakt het uit?” Het is even dom als het dragen van een boot op je hoofd; al wat niet nodig is, is nutteloos, is je tijd verkwisten. “Ik ben het gewoon, Moeder, vroeger deed ik het, dus moet ik het nu ook doen.” Alles wordt jullie zeer gemakkelijk gemaakt in Sahaja Yoga. Zeer eenvoudig.
Jullie moeten geen honger lijden, jullie moeten niet vasten, jullie moeten geen vegetariërs worden, jullie moeten niet in de zon gaan zitten of mediteren in de Himalaya’s. Niets van dit alles. Jullie kunnen jullie geriefelijk neerzetten waar jullie willen en mediteren. Alles is gemakkelijk gemaakt. En eens jullie je Spirit ontdekt hebben, kunnen jullie van alles genieten wat mooi is. Nu, over het geheel genomen, is het misschien voor sommige mensen echt te veel. Je zit in een Sahara Woestijn; er waait van alles op je hoofd. “Wat is dit? Hoe kunnen we hier leven? Zulk een ruw leven!” Dat gevoel heb je (als Sahaja Yogi echter) niet, want je hebt de troost van de Spirit in je. Het is de troost van de Spirit en voor de troost van de Spirit heb je niets nodig. Dat is precies wat je hebt.
Doe dus niet verder met deze onzinnige dingen.
Boeddha is overal geweest. Terwijl Ik vandaag naar dit programma kwam, dacht Ik juist als Boeddha. We reden naar hier, naar daar, dan kon Ik de weg niet vinden, dan daar, dan langs hier. Uiteindelijk kwamen we hier aan en de weg is versperd! Ik zei: “Geef het een bandhan.” Gedaan, open!
Deze weg was versperd, die weg was afgesloten, ga langs hier, langs daar. Precies, de weg was afgesloten voor hem. Dus ging hij rond en rond, maar de weg is niet versperd voor jullie. Waarom wil je opnieuw rond en rondlopen? Maar dat is wat vandaag de dag iedereen precies zo wil doen. “We moeten iets opofferen, we moeten dit opgeven, we moeten dat doen.” Wat ga je opofferen? Ik zou wel eens willen weten wat er in Sahaja Yoga dient opgeofferd te worden?
Natuurlijk, meestal doen de mensen afstand van hun hersenen, denk Ik. Wanneer er niets hoeft geofferd te worden, waarom wil je dan een offergeit worden?
Uit Boeddha’s leven moet je dus niet leren dat Hij in de jungle ging; Hij ging (in de jungle), dit deed Hij (werkelijk) en Hij deed afstand (van vele zaken). Hij gaf zijn vrouw op. Neen, dat is nu niet meer nodig, dat is voorbij. Dit is waar wij falen en we kunnen het de mensen niet uitleggen dat diegenen die zeggen: “Maar wij moeten afstand doen…” Offervaardigheid komt van binnenuit, zoals het zand, zoals Ik je verteld heb. Onthechting hebben we van binnenuit, maar dit is mededogen. Zuiver mededogen is het meest onthechte. Het is het meest onthechte, het zuivere mededogen, of het zuivere, is zuiver omdat het onthecht is. Het is pure mathematica. Iets wat zuiver is, moet onthecht zijn. Als het niet onthecht is, dan is het niet zuiver meer. Zie de logica. Absolute wiskunde is het. Als je zuivere liefde hebt, dan ben je onthecht.
Laat ons nu even veronderstellen dat je van Moeder houdt — goed, laten we dat aannemen. Laat ons zeggen, dat je zuivere liefde voor Mij koestert, dan zul je ook niet kwaad worden als Ik niet naar je huis kom. Je zal je niet teleurgesteld voelen, als Ik niet in je wagen kom zitten.
Je zal niet ongelukkig zijn, omdat Ik jouw sari niet kon aanraken. “Eenvoudig omdat ik Moeder liefheb, uit.” Het eindigt daar. Enkel zuivere liefde. Natuurlijk, Ik ken die zwakheden, dus probeer Ik je tevreden te stellen, goed, goed. Maar feitelijk, als je Mij werkelijk liefhebt: “Goed, ik hou van Haar en Zij houdt van mij, gedaan.
Of Ze naar mijn huis komt of niet, of Ze me een geschenk geeft of niet, of Ze me op mijn schouder klopt of niet, of ik Haar kan zien of niet, of ik Haar kan ontmoeten of niet, het maakt geen verschil uit, ik houd van Haar.” Dat is de zuiverheid van de liefde. Waar er geen enkele verwachting is, uitgenomen dat ik liefheb en die liefde is de oceaan van vreugde en de oceaan van verrukking, gedaan.
Het is het eenvoudigste om te doen, liefhebben. Enkel liefhebben. Hoe je hart zo groot wordt als een oceaan. Ik geef enkel liefde. De zee is aan geen enkele kust gehecht. Als ze moet komen, dan komt ze; als ze moet terugwijken, dan wijkt ze terug. Als ze water moet geven voor de regen, dan geeft ze water. Het water verdwijnt wanneer de wolken gevormd worden, dan valt het water als regen en het komt terug naar de zee. Het stopt nergens. Zo gaat het, als we enkel denken: “Het is een gevoel dat ik heb, dat ik van Moeder houd. Wat een gevoel is dat!”
Dat zou het absolute einde van alles moeten zijn. Ik heb hetzelfde gevoel; als dat niet zo was, dan zou Ik bijvoorbeeld voor deze persoon hier een geschenk hebben meegebracht. Ik zou iets speciaals meegebracht hebben voor die persoon. Ik was laat voor het programma. Maar Ik voel me niet schuldig, want het is allemaal geregeld.
Als Ik eerder was gekomen, dan waren al deze ordeverstoorders hier geweest zijn om ons problemen te geven. Dus verdwenen al de afschuwelijke mensen en we hadden enkel de juiste mensen. Dan zette Ik me ook neer. Ik zei niet: “Ik ga terug.” Er is geen reden om zenuwachtig te zijn. “Als Moeder laat is, dan moet er een plan achter zitten. Als Ze vroeg is, dan moet er een plan achter zitten. Moeder heeft haar eigen plannen, weet je.” Het is een leuk idee om zo te denken.”
Ze heeft haar eigen plannen, weet je.” Eens je op die manier begint te voelen, zal er zulk gevoel van een veiligheid en zulk een mooie vrede door je heen stromen. En je zult helemaal tevreden zijn.
Nu brengt iedereen voedsel naar voren, kijk toch eens. Ik bedoel, wanneer Ik dat zie, word Ik bang, “baba.” Ik bedoel, kijk nou toch eens! Ik wordt verondersteld het te proeven, maar zelfs proeven (alleen) zal al zeer veel zijn. Maar Ik moet het eten, weet je, want als Ik één ervan niet aanraak, dan zullen ze denken: “Waarom raakte Moeder het niet aan? Er moet iets verkeerd zijn.” Dit is een groot probleem voor mij, jullie gelukkig te houden en zekerheid te geven. Maar Ik verzeker jullie dat Ik erg veel van jullie allemaal hou!! Of je eten voor me brengt of bloemen of eender wat. Dat heeft geen belang.
Als Ik Bogota verlaat, wordt Mijn hart verscheurd. Ik heb de ontzetting van Mijn hart gezien, Ik heb ze gezien. Omdat Ik al Mijn nieuwe kinderen moet verlaten, dat is alles. Dat wil Ik niet onder ogen zien, Ik bedoel, dít, Ik voel: “Och God, alsjeblief, kijk, Ik verlaat hen.
Maar omdat Ik van hen hou. Dus ontdek Ik, omdat Ik van hen hou voel Ik het goed. Zelfs deze pijn is goed, omdat Ik van hen hou. Ik beleef vreugde aan deze pijn, omdat Ik van hen hou. En dan kom Ik hier en Ik zie jullie allen op de luchthaven staan. Alles is opnieuw vervuld. Niet enkel omdat jullie gekomen zijn — omdat Ik gekomen ben om van jullie te houden. Dit alles is zulk een prachtige verstandhouding en zulk een prachtig gevoel. Ik wil dat jullie hier allemaal vreugde aan beleven en niet aan zulke onbetekenende en kleine dingen die jullie vreugde bederven. Dat zijn allemaal vreugdedoders en dat is waarom de grootste vreugdelozer het onzinnige ego is, dat je vertelt: “Och, waarom deed Moeder dit of dat niet?” Dat is het egogedeelte. Daarom moeten we aan Boeddha denken en zijn Jayanti vieren binnen in onszelf om Hem te vestigen, zodat Hij kan zeggen dat dit ego onze vreugde niet kan wegnemen. Eender waar zulk een idee in je hoofd opkomt, vertel het: “Mijnheer Ego, ik ken je heel goed!” In het licht van Boeddha, kun je je ego duidelijk zien en Hij is de doder van je ego, Hij is diegene die je ego het genadeschot geeft.
We moeten vandaag bidden voor geheel Amerika dat werkelijk lijdt door dit onzinnige, mythische ego, dat door iedereen uitgebuit wordt. Mensen houden zichzelf voor de gek. De media houden hen voor de gek, alle dokters houden hen voor de gek, alle psychologen houden hen voor de gek, alle regeringen houden hen voor de gek. Ik bedoel, Ik weet het niet, iedereen wordt voor de gek gehouden, omdat ze een ego hebben. Als ze geen ego hadden, dan zouden ze niet voor de gek gehouden kunnen worden. Al die reclameboodschappen en al deze hocus-pocus gebeurt omdat mensen een ego hebben en er zich niet van bewust zijn.
Dus moeten we zeggen: “Moeder, neem deze vloek van het ego van de Amerikanen en Amerika weg.” Daarom is het leuk om vandaag deze Boeddha Puja te houden.
Moge God jullie zegenen.