Guru Puja 1982

Nirmala Palace – Nightingale Lane Ashram, London (England)

Feedback
Share
Upload transcript or translation for this talk

Shri Mataji Nirmala Devi

Shri Adi Guru Puja

Nightingale Lane, Londen, Engeland

4 juli 1982

Engelse transcriptie: ISDP verified
Nederlands: eindversie 07/10/2011

In de meest voorspoedige periode, die ‘Krita Yuga’ wordt genoemd, zijn we hier allemaal samengekomen om de manieren en de methodes te begrijpen om ons meesterprincipe te vestigen. Krita Yuga[1]. Krita Yuga wil zeggen de tijd waarin je iets moet bewerkstelligen – krita: ‘wanneer het gedaan werd’.

Jullie zijn dus de kanalen voor die handeling, voor het werk van God. Jullie zijn de kanalen van God Almachtig en zijn kracht. Enerzijds moet je de waardigheid dragen, de glorie, en ervan uitgaan dat je een guru[2] bent. Anderzijds moet je volledig in overgave zijn aan jouw God Almachtig. Al je waardigheid, al je gezag komt van hem. En het derde is het feit dat hij dit universum en jou heeft gecreëerd in een speelse stemming, en jij moet zijn spel zien. Dus er zou echt een gevoel van vrolijkheid in je moeten opborrelen.

Tot nu toe was het beeld van een guru dat van een persoon die nooit lacht, die nooit glimlacht, die altijd een slecht humeur heeft. Die houding volstond voor guru’s die geen contact hoefden te maken met de mensen, maar die zichzelf aan een touw ophingen ergens in de Himalaya. Maar nu zijn wij hier, terwijl we het hele universum aanschouwen, dat de bruisende stromen van jullie liefde moet ontvangen. Dat wil echter niet zeggen dat je je frivool moet gedragen, want zo kun je niet zijn. Het goddelijke spel is niet frivool, het is vol vreugde, en vreugde heeft dat soort dualiteit niet. Om dus je guru principe te kunnen vestigen, moeten we eerst en vooral weten waardoor het vernietigd kan worden.

Om te beginnen wordt alles waar geen zorg voor wordt gedragen en alles wat niet wordt onderhouden, vernietigd. Als we bijvoorbeeld geen aandacht besteden aan deze prachtige planten hier, dan zullen ze worden vernietigd. Zelfs materie waar geen aandacht aan wordt besteed, wordt vernietigd. Eerst en vooral moeten we dus weten dat we aandachtig en alert moeten zijn, want als we onszelf niet onderhouden zullen we vernietigd worden. Onderhoud moet namelijk niet gebeuren omwille van het onderhoud op zich, maar om de vernietiging van je guru principe tegen te houden. Als we in dit opzicht onaandachtig of lui zijn, dan zijn wij verantwoordelijk voor het vernietigen van ons guru principe. De aandacht die we hebben moet dus worden besteed aan het handhaven van dit guru principe. Guru’s hebben het vermogen om zichzelf te handhaven en om anderen te handhaven. In het begin, toen de guru’s probeerden dit principe van handhaving te vestigen, legden ze zeer, zeer strenge regels en voorschriften vast. Als je in de Bijbel het hoofdstuk van Levi leest, zul je zien dat daar alle shariats[3] beschreven staan die ze nu nog volgen in Riyadh, of in de Arabische landen. Om te zorgen dat je dat principe in jezelf handhaaft, gebruikte men zeer duidelijke taal, zoals: “Iemand die dit niet doet moet de doodstraf krijgen. Als iemand iets van deze aard verkeerd doet, moet hij gedood worden door middel van steniging.” Zo was het helemaal in het begin, omdat de mensen toen, in dat stadium van de evolutie, dat soort angst nodig hadden.

Deze regels waren hoe dan ook niet kwetsend bedoeld, of als belediging, of om de vrijheid van de mensen weg te nemen. Maar ze waren bedoeld om de mensen het belang te laten inzien van het guru principe in zichzelf. In dat stadium gebruikten ze angstaanjagende methodes, zou ik zeggen – het waren verschrikkelijk gevaarlijke tijden. En in die tijd gehoorzaamden de mensen hier ook aan. Later kwam er een ander moment in de evolutie waarop er een stadium ontstond waarin mensen dachten dat ze ascetisch moesten worden, en ze begonnen zichzelf te handhaven met een vreselijk ascetisme. Ze projecteerden het dus op zichzelf; ze projecteerden het niet op anderen, maar ze projecteerden het op zichzelf.

We kunnen zeggen dat de eerste golf hiervan ontstond toen de guru, de Primordiale Guru[4], zei dat je, als je een regel niet zou naleven, gedood zou worden. Het tweede stadium was het moment waarop de volgelingen dit van binnen accepteerden, en ze zichzelf begonnen te vertellen: “Als we dit niet doen, dan zullen we onszelf vernietigen.” Ascetisme startte op grond van wijsheid, niet op grond van halsstarrigheid. Maar vervolgens mondde dit zelfs uit in fanatisme, het ging dus naar een extreem. Het begon allemaal met het idee van handhaving. Het begon met het idee van handhaving. Maar de handhaving op zich werd hierdoor onmogelijk, of waarschijnlijk kregen ze het idee dat ze niet in staat waren zichzelf te handhaven en raakten ze verward, waardoor regels en voorschriften voor hen nog belangrijker werden dan de handhaving op zich. Zo zie je dus dat ze zichzelf alsnog vernietigden.

De wijsheid, of de kern van de Guru Tattwa[5] is evenwicht. Stel dat je bijvoorbeeld een plant wilt onderhouden: als je hem geen water geeft, zal hij doodgaan. Maar als je hem teveel water geeft, zal hij ook doodgaan. De wijsheid ligt dus daarin, te begrijpen hoeveel water je de plant zou moeten geven om te zorgen dat hij maximaal kan groeien. Deze wijsheid moet nu worden bereikt door middel van je vibratorische bewustzijn. Jullie bevinden je in de meest gunstige omstandigheden, door het feit dat jullie gerealiseerde zielen zijn nog voordat jullie Guru Tattwa zich volledig gevestigd heeft. Jullie hebben alle krachten waar elke guru maar naar zou kunnen streven, zonder zelfs maar je Guru Tattwa gevestigd te hebben. Jullie hebben het bijzondere voorrecht om volledig onder de zachte deken van jullie Moeders liefde bedekt te zijn. Maar Moeders liefde zal je in geen enkel opzicht toestaan je guru principe te vernielen. Zoals ik jullie al eerder vertelde is het guru principe heel gevoelig, en het wordt vernietigd als je zelf geen moeite doet het te onderhouden. Eerst en vooral begint de vernietiging vanuit de diepste kern van ons wezen. Hiermee wil ik zeggen dat ons wezen is ontstaan uit de vijf elementen, en dat de vijf elementen de mogelijkheid in zich dragen om op elk mogelijk moment vernietigd te worden. Als één van deze elementen niet goed verzorgd wordt, worden ze vernietigd. Dat is het ingebouwde vermogen van de elementen, oftewel van de materie, zoals je het ook wel kunt noemen. Het is dus heel belangrijk hen te onderhouden.

Sommige mensen denken dat je, eenmaal je een guru wordt, niet meer alles hoeft te onderhouden, en dat het dan zichzelf onderhoudt. Dat is niet zo. Het is zeker zo dat de Spirit[6] de schoonheid en de gezondheid van deze elementen versterkt; maar op menselijk niveau blijft er altijd een grotere kracht die dit probeert te vernietigen. Tot het moment dat we volledig de Spirit worden, is er dus altijd een kans dat deze vernietiging zich kan voltrekken. Je zou kunnen zeggen: “Waar is dit evenwicht dan voor nodig?” En dit is een belangrijke vraag die we alle mensen die ons deze vraag stellen, moeten kunnen beantwoorden. Zonder evenwicht kun je niet groeien. En als je niet kunt groeien, wat is dan de zin van onze evolutie tot mensen?

Om een voorbeeld te geven: alles bestaat uit God, maar niemand is zich hiervan bewust. Op menselijk niveau word je je hiervan bewust; dat wil zeggen dat alles wel bestaat, alles is er, maar niets is zich daarvan bewust. Als er bijvoorbeeld een steen is, dan bestaat die ook uit God, maar dan is hij zich daar nog niet van bewust. Stel bijvoorbeeld dat het hier helemaal donker was en dat wij blind waren. Er is niets te zien, te voelen of te ervaren als je je in die toestand bevindt. Je hebt in feite het gevoel dat de duisternis de waarheid is, dat de onwetendheid de waarheid is. Maar als de zon opkomt en het licht begint te schijnen en je ogen gaan open, dan pas begin je alles te zien. Dan begin je bewust te worden. Op menselijk niveau ben je nu maximaal bewust.

Maar nu moet dit bewustzijn evolueren naar het bewustzijn van de Spirit. Dat is al met je gebeurd – je hebt de Spirit gevoeld. Maar het evenwicht is er nog niet helemaal. Je Moeder heeft je uit je vorige toestand gehaald en je veranderd, maar van binnen is er nog steeds een zeker onevenwicht. Als je een klein beetje meer naar links gaat kun je vernietigd worden; en als je meer naar rechts gaat, zul je ook vernietigd worden. Je moet dus met beide kanten proberen te werken, met de methodes waarover ik je heb verteld, die ik nu zal verklaren. Eerst en vooral moet je streng zijn voor jezelf. Scheid jezelf gewoon van jezelf. Neem afstand van jezelf in de vorm van de Spirit, en bekijk dan je ego en je superego. Nu begin je alles gade te slaan, je begint het ego en het superego gade te slaan. Houd ze niet in stand – het zijn vernietigende krachten.

Als je nu het spel gadeslaat als getuige van deze vernietigende krachten, dan zul je ook weten hoe je jezelf beter kunt handhaven. Afstand nemen van jezelf is gemakkelijker als je streng bent voor jezelf. Het ergste dat de elementen met jullie hebben gedaan is zorgen dat jullie gewoonten hebben gevormd, allerlei soorten obsessies. Sommige mensen nemen heel graag een bad, andere mensen nemen niet graag een bad. Sommige mensen houden ervan ’s ochtends vroeg op te staan, om vier uur, en om liederen te zingen en iedereen wakker te maken, en anderen zijn er weer heel goed in om tot tien uur uit te slapen. Sommigen houden van heel lichtgekleurde kleding, anderen houden van heel felgekleurde kleding. Als je Engels bent, dan wil je alles in Engelse stijl, met dat vreselijk smakeloze eten! Als je Frans bent, dan wil je af en toe wat wijn drinken. Als je Italiaans bent, dan wil je te veel koolhydraten eten. Als je Spaans bent, dan wil je veel te vet eten. Als je Indiaas bent, dan wil je veel te sterk gekruid eten. Om zo’n gewoonte te veranderen moet je eerst alle uitersten opgeven waar je van houdt. Als je bijvoorbeeld zegt: “Ik hou van ongekruid eten” – ongekruid eten – dan zou je moeten zeggen: “Ik moet nu veel pepers eten.” Als je zegt: “Ik hou van vale kleuren”, dan zou je juist heel felle kleuren moeten dragen. Ga van het ene extreem naar het andere, om te beginnen. Maar ik heb mensen gezien, die na het ene uiterste te hebben opgegeven in het andere uiterste blijven vasthangen. We moeten dus in het midden zijn, niet in de uitersten.

Een man die een avadhuta[7] is, die een groot meester is, kan aan geen enkele obsessie gehecht raken. Hij kan door geen enkel idee van ‘ik hou hiervan’ gedomineerd worden. Hij ziet de schoonheid in de weelderige natuur, maar hij ziet ook de schoonheid in de bomen die al hun bladeren hebben verloren. Nu heeft deze trend van strengheid op een heel vreemde manier een ingang gevonden in het Westen. Als je bijvoorbeeld je haar kamt, dan ben je niets waard; als je lichaam niet stinkt, dan ben je niets waard; als je er niet als een varken uitziet, dan ben je niets waard. Allerlei soorten rare ideeën zijn hun gedachten in geslopen, omdat ze zich naar het andere uiterste begeven.

Maar we moeten van de natuur leren. De natuur kleedt zichzelf aan als ze de lente moet begroeten, en als het winter wordt dan kleedt ze zich weer helemaal uit, zou ik zeggen, omdat de bladeren op Moeder Aarde moeten vallen en omdat de zon Moeder Aarde moet kunnen bereiken. Ze is nergens aan gehecht. Verrassend genoeg is zij veel meer met de essentiële zaken bezig dan wij; terwijl wij, die spiritueel zijn, geen gehechtheden zouden mogen hebben. Maar ook dit idee is een mentaal idee, dat op de grootste gehechtheid berust. Het is een heel vreemd soort gehechtheid, waar ik vaak om moet lachen. Dat is het meest hilarische dat ik ooit heb gezien: dat mensen gehecht raken aan mentale ideeën. Je begint dan te geloven dat alles wat je je mentaal voorstelt ook echt met je zal gebeuren. Als een mentaal ingestelde persoon naar een picknick moet gaan, dan zal hij zich mentaal voor de geest halen dat hij dit, dat, dat en dat zal meenemen. Hij zou zelfs een dossier kunnen openen en daarin opschrijven: “Ik ga dit meenemen, en dit en dit.” En als hij aankomt op de picknick zal hij zien dat hij pech heeft, omdat hij niets heeft meegenomen; het zat allemaal nog in het dossier!

Je Moeder is heel goed in spreken en zij spreekt tegen je, maar je zou hier geen mentale gehechtheid aan mogen hebben. Zoals: “Ja, Moeder zegt dat,” en iedereen heeft het erover met veel enthousiasme, dat dit zo moet; maar het is nog geen deel geworden van je wezen. Toch is het zo dat dit tegenwoordig een veelvoorkomende gehechtheid is, waarbij alle mensen overal alles over weten, maar niets ervan in praktijk brengen. Deze mentale gehechtheid moet echt doorbroken worden. Veranderen is zien, veranderen is ervaren; veranderen is zien, en het is ervaren. Als ik bijvoorbeeld naar deze plaats wil komen, dan moet ik de plaats zien. Als ik er alleen gedachten over heb en een mentaal idee, een mentaal beeld, dan is dat niets waard – het behoort mij niet toe, het berust niet op de waarheid. Wat er dus in feite gebeurt als je bewust wordt, is dat je het met je eigen ogen ziet – laten we het dus ontdekken. Kom uit die mentale veronderstelling dat je er al alles over weet. Je weet er nog niets van, want alles wat je weet is enkel mentaal. Het zou deel moeten uitmaken van je wezen.

Hoe moet je dit nu doen? Sommigen zullen zeggen: “We zullen er gewoon heel strikt mee worden.” Maar dan zal dat weer een nieuwe obsessie worden. Anderen zullen zeggen: “Goed, Moeder heeft gezegd dat we moeten genieten, dus zullen we genieten.” Hoe je hier evenwicht in moet vinden is het grote probleem; maar dit zou niet het geval mogen zijn bij mensen die vibratorisch bewustzijn hebben. Ook op dit niveau kun je een obsessie ontwikkelen. Ik heb mensen zien praten alsof ze heel grote Sahaja yogi’s waren, die, terwijl er geen vibraties waren, zeiden dat ze vibraties voelden. Het is zo misleidend.

Je moet dus in je achterhoofd houden dat we meer moeten groeien en dat we meer en meer moeten ontdekken, en erover te weten komen. Maar als je de Fransen vraagt: “Hoe gaat het met je?” dan zullen ze onder deze invloed zeggen: … Dat wil zeggen dat ze altijd uit evenwicht zijn. Als je het een Engelsman vraagt, dan zal hij zeggen: “Ik weet het niet.” Of ze zeggen: “Ik weet het,” – niets tussen de twee. Nu moeten we begrijpen dat wij het licht in onze hand dragen, en dat dit licht niet zou mogen wankelen. We moeten het licht stevig vasthouden, en we zouden onze aandacht met toewijding moeten richten op het handhaven van het licht. En zeg steeds weer tegen jezelf dat je het moet ervaren, niet alleen het mentaal begrijpen. Je moet je er werkelijk van bewust zijn; want voor de rest ben je volmaakt, je bent een wezenlijk deel van het geheel – je bent het al. Het enige is dat je dat nog niet zelf hebt gezien. Je hebt het mentaal geaccepteerd, maar je bent het nog niet geworden. Mentale beeldvorming ontstaat namelijk uit gedachten; dat wil zeggen dat je je nog op het niveau van de gedachten bevindt. Je moet gedachteloos worden. Maar als je op basis van gedachten leeft, dan bevind je je nog altijd onder de Agnya chakra. Om te beginnen moeten dus alle gedachtegolven gestopt worden, en je zou moeten zeggen: “Goed, laten we het nu ervaren.”

Zo kom je vanuit de Nabhi chakra omhoog naar de Agnya chakra. Dan komt daar bovenop nog een derde oorzaak van vernietiging, en dat zijn de emoties. Het emotionele aspect speelt zich op heel subtiel niveau af. Sommige mensen, Sahaja yogi’s, gaan bijvoorbeeld ergens zitten met een gitaar en beginnen te zingen alsof ze helemaal verliefd zijn, zie je!

[Wat is er? Wat is er? Kom maar. Kom, kom… Wat is er gebeurd? Waarom huil je? Kom maar bij mij, kom maar bij mij. Goed. Neem haar maar mee. Ze heeft een blokkade.]

Het meest subtiele probleem is dus het emotionele aspect. Dit emotionele aspect is onopvallend aanwezig in de collectiviteit. Als Sahaja yogi’s elkaar bijvoorbeeld ontmoeten, dan omhelzen ze elkaar, ze kussen elkaar, en ze zijn ontzettend lief tegen elkaar, zie je, en vervolgens gaan ze zitten en beginnen ze te zingen als hippies. Ze nemen de gitaar en laten zich meevoeren op de tonen van de liefde. Dit is in werkelijkheid de Vishuddhi op het niveau van de collectiviteit, en het is ongetwijfeld heel moeilijk om hiervan verlost te raken, omdat het je een heel aangenaam gevoel geeft. Want door emoties raken mensen verward, ze verwarren het met vreugde. Vreugde kan alleen worden bereikt door volmaakte onthechting, onthechting die vrij is van ego en superego.

Maar nu is het volgende probleem waar mensen op stuiten de veronderstelling dat ze al guru’s zijn. Ze beginnen over Sahaja Yoga te spreken, ze praten over Sahaja Yoga en ze zijn in de waan dat ze al Shri Krishna zijn geworden. Zij hebben zelfs nog een groter ego dan iemand die in feite helemaal niets weet over Sahaja Yoga. Ze beginnen te praten met zo’n ontzaglijk groot ego dat ik zelf bang van hen word: “Hoeveel weten ze wel niet over Sahaja Yoga?” denk ik dan soms. En ze etaleren dit op zo’n manier dat het angstaanjagend is. Zo zouden ze ook kunnen zeggen dat ze vinden dat het protocol niet goed wordt nageleefd en dat er een behoorlijk protocol zou moeten zijn, zo van “wij zorgen dat het protocol wordt nageleefd, wij zijn de bewakers van het protocol”, en al dit soort dingen. Nu zien degenen die zich aan de emotionele kant bevinden het ego van anderen, terwijl degenen die aan de kant van het ego zitten de emoties van anderen zien. Ze bekritiseren dus de ander, maar ze zien niet dat ze zelf in de val lopen van één van de extremen. Zolang je dus niet onthecht bent, kun je dit niet zien.

Ik zou niet zeggen dat ik zelf een fout heb begaan, maar toch bleek het uiteindelijk een fout te zijn geweest. De eerste drie jaar van Sahaja Yoga sprak ik namelijk nooit over bhoots[8]. Ik dacht dat ik het wel kon zonder het daarover te hebben. Maar toen kwam er een vrouw in Sahaja Yoga die bezeten was en die allerlei soorten tantrische[9] trucs uitprobeerde, dus moest ik hen er wel over vertellen. Maar nu is elke Sahaja yogi een vat vol bhoots! Als je een Sahaja yogi vraagt: “Waarom heb je dat gedaan?” – “Het zal wel een bhoot zijn geweest.” Als je vraagt: “Hoe komt het dat je zoiets hebt gedaan?” dan zullen ze zeggen: “Ik weet het niet, het is de bhoot die het heeft gedaan.” Zij zijn het nooit – het zijn altijd de bhoots. Nu weet ik zelfs als guru niet hoe ik hiermee om moet gaan, want als mijn volgelingen er zijn dan kan ik het hun vertellen, maar als zij alleen maar uit bhoots bestaan, wat moet ik ze dan zeggen? Tegen Sahaja yogi’s kan ik spreken, maar niet tegen bhoots, die zullen toch niet naar me luisteren. Dit is dus de allergrootste uitvlucht die Sahaja yogi’s nu hebben ontdekt, het is verschrikkelijk, en het is nooit eerder gebeurd. Dus soms denk ik dat ik een fout heb gemaakt door het woord ‘bhoot’ te introduceren. Ze verantwoorden zichzelf door gewoon te zeggen: “Moeder, het is een vorm van negativiteit.”

Maar als er in jou niets is dat die negativiteit kan bevatten, hoe kan er dan negativiteit zijn? Als je onthecht bent, als je als steen bent, dan kun je dit negatieve water niet in jezelf vasthouden, in de steen. Dan ben je niet langer de negativiteit, maar je wordt hoe langer hoe meer een guru. Als ik nu zeg dat je zelf niet negatief zou mogen zijn – dat je bijvoorbeeld in die bepaalde omstandigheden niet de bhoot zou mogen zijn, maar dat je jezelf moet zijn – dan beginnen ze zich schuldig te voelen. Op die manier zijn er dus allerlei trucs tegen de guru aan het werk. Ik ben je guru, en het is in tegenspraak met je guru dit soort trucs met jezelf uit te halen. Wat heeft het voor zin dit soort trucs met mij uit te halen? Jij moet er voordeel uit halen, maar je haalt alleen maar trucs uit met jezelf als je dat met mij probeert te doen. Je moet meer bewust zijn. Je mag niet vernietigd worden. In plaats daarvan moet je anderen redden. Maar hoe zul je dit ooit kunnen doen als je niet eerst accepteert dat het jouw bijzondere voorrecht is, dat het jouw geluk is dat je bent uitgekozen om het medium van Gods werk te zijn? Soms heb ik het gevoel dat alle bhoots naar mij zijn gekomen om zelfrealisatie te krijgen, en dat ik straks zelf nog in een bhoot zal veranderen! ‘Bhoot’ betekent ook ‘Bhootnath’ – dat is de naam van Shri Shankara, Shri Shiva, omdat hij steeds achter de bhoots aan gaat. Maar je moet het heden zijn en niet de bhoot – ‘bhoot’ is een ander woord voor het verleden.

Wat kun je dan nog te weten komen? Je wordt het gewoon. Als je in het nu bent, dan begin je het gewoon te belichamen, je begint te evolueren, je bloeit open. Probeer in het nu te zijn. Ontvlucht het heden niet, maar zie het onder ogen. Voel je niet schuldig en stel de bhoot niet verantwoordelijk; deze houdingen zullen je beide weghalen uit het heden. Zie nu gewoon de hele natuur, zie de hele goddelijke kracht, je vurige verlangen sinds eeuwen – alles staat aan jouw kant. De tijd is gekomen. Je bent hier nu. Wat is het dat wij moeten doen? Sta gewoon sterk in het midden, op de as. Probeer te zorgen dat je op deze as blijft, en als je dan de omgeving ziet bewegen, dan doet dit je niets. En als je hoe dan ook merkt dat je jezelf misdraagt, straf jezelf dan. Het is beter dat jij jezelf straft dan dat het Goddelijke je straft, want dat is een zeer zware straf. Maar voel je niet schuldig omdat jij niets verkeerd hebt gedaan, maar de bhoot heeft het gedaan!

We komen dus op het punt dat we moeten beseffen dat wij de guru’s zijn en dat we geen bhoots kunnen zijn. We moeten ons ook van buiten veranderen om goede guru’s te worden. Zo moeten we bijvoorbeeld goede manieren leren. En deze goede manieren worden dan deel van je karakter. Als mensen bijvoorbeeld heel veel van eten houden dan zeg ik ze vaak dat ze moeten vasten. Probeer alles op te geven waar je van houdt. Probeer de ziektes van je gehechtheden, van je gewoontes te overwinnen. Eenmaal je Guru Tattwa in je gevestigd is, zul je geaccepteerd worden als een guru. Dan zal het niet nodig zijn om te zeggen dat je een guru bent, de mensen zullen weten dat je het bent. We hoeven dan niet op onze voorhoofden te schrijven dat we guru’s zijn, maar de mensen zullen weten dat hier een guru loopt; je ziet de goddelijkheid lopen, je ziet de waardigheid lopen, je ziet de glorie aan de oppervlakte komen.

Je moet van binnenuit veranderen, en het licht van die innerlijke verlichting zal naar buiten toe te zien zijn. Maar het zou geen mentale of emotionele voorstelling mogen zijn, het moet een gebeurtenis zijn, een verandering, het bewustzijn. Je moet het ervaren, door te experimenteren op jezelf. Zelfs ik doe dat. Als ik je op de ene manier niet kan bereiken omdat je een bhoot bent, dan bereik ik je van een andere kant. Als iemand zegt dat hij een bhoot is, dan zie ik dat hij dat in zekere zin wel erg vindt en dat hij hem vervolgens onder ogen ziet, de bhoot in hem. Als ik bijvoorbeeld tegen iemand zeg: “Doe dit alsjeblieft,” en als hij dat compleet vergeet, dan kan het zijn dat hij zegt dat het een bhoot is die dat deed. Maar als hij daarna zijn geldbeugel verliest dan zeg ik: “De bhoot zal de geldbeugel wel hebben weggenomen!”

Maar ik experimenteer met mezelf. Ik kijk eerst hoe ik je kan benaderen. Als dat niet werkt dan probeer ik iets anders in mezelf, want we leven in een heel bedrieglijke tijd. Als we ons hadden gehouden aan de shariat uit het hoofdstuk van Levi, dan zouden al deze bhoots er niet zijn. Misschien zouden er dan ook geen Sahaja yogi’s meer zijn. En deze mentale projectie komt zo vaak voor dat het moeilijk is om mensen ervan los te maken, maar de enige manier waarop ik trucs met jullie kan uithalen is door met mezelf op jullie te experimenteren. Op dezelfde manier moet jij met jezelf spelen, en jezelf als experiment beschouwen.

Vandaag is de dag van de Guru Puja, de dag waarop je je guru moet vereren. Jullie hebben het grote geluk een guru te hebben die ook een Moeder is. En mijn moeder en guru is deze Moeder Aarde, die me leert hoe ik met mensen moet omgaan. En zij is ook diegene die me in elke fase van moeilijkheden helpt mijn eigen methodes van nirmala vidya[10] te verbeteren. Zij is zo’n vriendelijke moeder en zo’n vriendelijke guru voor mij. En zij heeft zo’n kalmerende persoonlijkheid. Dit, al dit groen, ook al zegt men dat de zon het haar gegeven heeft, is er enkel en alleen om ons allemaal tot rust te brengen. Zij hult zich in dit groen, en het groen is het guru principe. Zij is de onthechte persoonlijkheid. Zij is het magnetisme, zij heeft aantrekkingskracht. Als mensen op haar lopen, dan zorgt zij voor hen. Zij creëert swayambhu’s[11] uit zichzelf, de zelf… – hoe zouden we de swayambhu’s kunnen noemen? – oh ja, zelfgemanifesteerde stenen. Kijk, haar aantrekkingskracht en haar zorg is zo groot dat we zonder haar ergens in de lucht zouden hangen. En zij houdt me met mijn beide voeten op de grond, zoals men zegt – in de realiteit. Als ik zou willen dan zou ik gewoon de Spirit kunnen zijn, zonder nog iets om wie dan ook te geven. Hoe zij onze zonden verdraagt, hoe zij altijd voor ons zorgt en ons koestert, ondanks onze vele gebreken: zo zou ook een guru moeten zijn. Ze is uitermate vergevensgezind; maar ze explodeert in de vorm van een aardbeving, en soms kan er hete calcium en hete kalium uit haar tevoorschijn komen. Zij produceert zwavel voor jullie, als geneesmiddel. Als de aarde van Engeland gevibreerd wordt, dan kan deze aarde als medicijn worden gebruikt. In India gebruiken de mensen klei als medicijn, voor elk soort behandeling. Het inzicht in je Guru Tattwa kun je verkrijgen van Moeder Aarde, dus laat ons Moeder Aarde aanraken en voor haar buigen.

Moge God jullie zegenen.

Zij is subtiel!

In de Kundalini shastra[12] is Moeder Aarde de Kundalini[13]. De Muladhara is Moeder Aarde. Dus voor ons is de Kundalini het allerbelangrijkste. We hoeven ons geen zorgen te maken over de dingen die beschreven werden in het hoofdstuk van Levi, om niet te stelen en geen leugens te vertellen; waar wij ons om moeten bekommeren is dat onze Kundalini boven blijft. Een guru moet dus iemand zijn die absoluut praktisch is. Hij moet een gezond verstand hebben en hij moet absoluut daadgericht zijn, hij kan geen onpraktische persoon zijn. Iemand die niet praktisch is, is geen guru. Maar ‘praktisch’ wordt algemeen voorgesteld als iemand die sluw is, die weet hoe hij moet afwijken van het rechte pad en dat soort dingen – maar dat is het meest onpraktische dat je kunt doen. Zinloze dingen, dingen die geen nut hebben, daar moet een guru zich niet mee bezig houden. Niets anders dan gezond verstand zou de leidraad van een guru moeten zijn in de omgang met anderen, en gezond verstand is in geen geval te verwarren met sluwheid. De bron van gezond verstand is de Spirit.

De uitdrukking van een guru is heel, heel tegenstrijdig – heel tegenstrijdig. Een guru zal bijvoorbeeld uitermate praktisch zijn, als hij bijvoorbeeld zijn eigen huis moet bouwen, of een ander huis, of een ashram, of wat dan ook – uitermate praktisch. Hij zal heel economisch zijn, hij zal uit het niets iets kunnen creëren; mensen zullen versteld staan hoe hij het zo praktisch heeft gedaan. Maar hij zal er zo onthecht van zijn dat als deze ashram aan iemand geschonken moet worden, hij dat in één seconde zal doen. Als hij bijvoorbeeld een lamp wil aanschaffen, dan zal een guru heel praktisch te werk gaan, hij zal de beste en de goedkoopste en de mooiste vinden. En hij zal hier heel gedreven in zijn. Maar als het op geven aankomt, dan zal hij hier zelfs nog gedrevener in zijn; als hij iets geeft, dan zal hij het met diezelfde gedrevenheid geven. Hij zal alle praktische methodes ontdekken met betrekking tot schenken, en om dingen weg te geven. Als hij dingen verzamelt dan is dat in feite hetzelfde als geven. Hij verzamelt om te geven, daarom is hij het meest praktisch.

Je weet dat we niets met ons mee kunnen nemen. Alleen de guru kan iets met zich meenemen, niemand anders kan dat. Alleen de guru heeft alle volgelingen en nog meer volgelingen, en meer volgelingen en nog meer volgelingen, door de eeuwen heen, die zijn glorie bezingen. Geen enkele andere relatie is zo eeuwig. Het blijft zich weerspiegelen, eeuwen en eeuwen en eeuwenlang. Er is steeds een golf die opkomt en dan weer verdwijnt; in alles wat je doet verdwijnt elke golf weer, maar niet de golf van kennis van een guru. Die is zelfs hoger dan het goddelijke principe, omdat deze verklarend is. Het goddelijke principe kan niets verklaren – het is de guru die het verklaart. Hij manifesteert het niet, maar verklaart het en hierdoor werkt het uit, en daarom is hij de meester van de goddelijke kracht. In zekere zin geeft de goddelijke kracht dus betekenis aan de guru. Zoals een woord een betekenis heeft, en het woord – sorry, het woord heeft de betekenis, en het woord staat in dienst van de betekenis. Maar in het guru principe staat het goddelijke in dienst van de guru. Alles staat tot jouw beschikking. Alles staat tot jouw beschikking. Als je een guru bent, dan staan al je chakra’s tot jouw beschikking. Het hele universum staat tot jouw beschikking, omdat jij de guru bent. Het is alsof je de regisseur bent van een show – en de man die het podium opstelt, de man die de lichten regelt, de man die het geluid regelt, iedereen staat in dienst van de regisseur, omdat hij de acteurs traint.

Maar dit guru principe zou echt onbetwistbaar moeten zijn. Het zou van zo’n overduidelijke kwaliteit moeten zijn dat niemand het kan betwisten; de persoonlijkheid zou zo bekwaam moeten zijn dat niemand in staat zou zijn de guru te betwisten. Alleen dan zal het werken. Je moet dus zorgen dat je dit zo stevig verankert dat je absoluut onberispelijk bent. En je hebt het bijzondere voordeel dat je jezelf kunt zien en jezelf kunt corrigeren, wat niemand ooit eerder heeft kunnen doen – jij bent je eigen guru. Deze situatie is nog nooit, echt nog nooit eerder voorgevallen. Jij bent je eigen guru – en laat mij je Moeder zijn. Dat zou het beste zijn voor mij.

Dus vandaag is de dag waarop je moet bepalen in welke mate je een guru bent, ten eerste. Je moet plechtig beloven dat je je guru principe zult vestigen, ten tweede. En ten derde moet je plechtig beloven dat je het guru principe in anderen zult vestigen. Ten vierde moet je weten dat er een klein probleem is, namelijk dat jullie guru een Moeder is. Ze is te vriendelijk om een guru te kunnen zijn, te mild om een guru te kunnen zijn, en ze is buitengewoon verdraagzaam. Daarom is het beter dat jij deze strengheid opneemt ten opzichte van jezelf, en dat je jezelf controleert.

Moge God jullie zegenen. Word dus je eigen guru.

Op elke Guru dag heb ik een probleem, en één van deze problemen is – je mag het vertalen, Grégoire, nog een klein stukje, als je dat niet erg vindt – op elke Guru dag heb ik het gevoel dat ik een echte guru moet worden, en dat ik tenminste één dag geen Moeder zou moeten zijn. Maar elke keer als ik zoiets probeer werkt het tegen me! Vorig jaar in India zei ik tegen hen: “Deze keer zal ik alleen een guru zijn, en jullie mogen me alleen een sjaal geven, ik zal geen sari van jullie aannemen, niets dat aan een Moeder herinnert.” En ik behandelde ze heel streng, en ik zei: “Ik zal hoe dan ook geen sari aannemen, wat jullie ook doen.”

En ze waren heel ongelukkig, omdat ze een sari voor me hadden gekocht, en ze zeiden: “We hebben ook een blouse voor u genaaid en een onderrok, u moet het accepteren, Moeder. U bent ook onze Moeder.”

Dus ik zei: “Nee, ik zal heel hard zijn, als een guru, daar is niets aan te doen, vandaag zal niets me kunnen overtuigen.” Want als je weer de Moeder wordt, dan gebeurt alles opnieuw op zo’n zachte manier!

[Yogi: Moeder, ik kan dat niet vertalen!]

Vertel het ze maar! En daarna wilde ik een kraan opendraaien – want in India gebruiken we geen wasbakken, zie je – om mijn handen te wassen. En de Indiase kranen, zie je, je weet hoe het gaat, de kraan ging kapot en ik werd kletsnat. Dus ik kwam buiten en ik zei: “Geef me nu maar die sari om aan te trekken!”

Vandaag had ik ook besloten om een echte guru te zijn, een heel strenge guru. Maar toen kwam Warren me zeggen: “Moeder, iemand heeft een sari voor u gekocht,” enzovoort. Hij gaf allerlei argumenten. En Rustom en Warren probeerden allebei mij weer in mijn oude positie te brengen. Maar op een bepaald moment gebruikten ze het beste argument voor mij. Eerst zeiden ze: “De sari is prachtig,” enzovoort – toen was er nog niets aan de hand. Maar daarna zeiden ze: “De vibraties zijn ongelofelijk goed. Zelfs voordat we de sari uitpakten, voelden we al de vibraties.” Dus al mijn inspanningen waren voor niets geweest!

Dit is het spel van de zachtheid van het Goddelijke, die ook wel madhurya[14] wordt genoemd. Madhurya wil zeggen de zachtheid, de zachtheid. En dit is de eigenschap die zo’n mooi spel met de vreugde in het leven teweegbrengt, en zo heb ik het ook aanvaard. Nu zullen we dus eerst de puja voor de Moeder houden.

Shri Ganesha Puja. Vandaag komt eerst Shri Ganesha, en daarna de Gauri Puja; omdat het Guru Puja is zullen we een Gauri Puja houden.

[Yogi: Iedereen die nog nooit de voeten van Shri Mataji heeft gewassen en die graag het grote voorrecht zou hebben om dit te doen, mag naar voren komen om de puja te doen.]

Je moet het maar graag doen! Geef hun niet de vrijheid, ze moeten het maar graag doen! Als je hun de vrijheid geeft… En iemand moet me hun namen zeggen, zie je; ik zou graag hun namen weten, van alle mensen die mijn voeten komen wassen, dat zou goed zijn.

Als je aan de zijkant staat, dan is het zo beter…

Het is goed, het zijn de eenentwintig namen. Het is goed, als je daarmee klaar bent, dan zullen ze komen. Begeleid ze maar.

Hardop. Goed. Laat nu – begeleid jij de mensen die hier komen, één voor één. Er kunnen er twee komen. Het zou beter zijn als ze van hetzelfde land komen, zodat ze me kunnen zeggen…

Wil je mijn zegeningen? Dank u, dank u. Olympia? Ha! Goed, dat is goed.

Moge God je zegenen.

Ha! Goed. In orde. Masseer mijn voeten maar.

Al deze namen hebben te maken met de verschillende kwaliteiten waarmee hij de gana’s[15] leidt. De ‘gana’s’ zijn de soldaten van de linkerkant, die de beschermers zijn van de Heer Shiva en van de gezegende Gauri.

Zij gaan achter hun bhoots aan!

Kom maar. Kom maar naar voren, ja. Kom alsjeblieft naar voren. Zeg me nu hun namen. Margaret. Ja, wat is jouw naam? Waar kom je vandaan? Waar vandaan? Heel hard. Masseer ze heel hard, goed? Masseer ze hard. Hard, heel hard.

Ha! Nu! … Het is er nog steeds. Goed? Nu zal er geen probleem meer zijn.

Vertel me maar hun namen. Catherine. Van welk land? Kom nu maar, masseer mijn voeten. Masseer ze hard. Harder, hard.

Goed?

Goed? Moge God je zegenen.

Ha! Beter?

Vertel me jullie namen. Nu, uit welk land komen jullie? Goed, masseer nu mijn voeten maar. Met beide handen. Hard; echt hard, heel hard. Hard, heel hard. Harder. Goed.

Aha! Moge God je zegenen. Goed. Voel het nu zelf. Voel het in je handen. Goed. En jij? Goed. Moge God je zegenen.

Maria? Van welk land? Frankrijk. Je moet het me heel duidelijk zeggen, want je zegt het tegen de godheden, goed? Nu, masseer mijn voeten maar. Masseer mijn voeten hard. Hard. Heel hard. Geweldig! Ha! Goed. Laat me eens kijken. Goed?

Zeg me nu maar jullie namen. Waar komen jullie vandaan? Frankrijk. Alweer? Opnieuw? Uit Frankrijk. Je moet het me vertellen, want mijn oren moeten het kunnen verwerken, zodat de godheden het kunnen horen, goed? Masseer nu maar mijn voeten. Hard, hard, hard. Heel hard. Ja, dat is goed. Hard, hard… Richt je handen naar mij toe. Goed? Moge God je zegenen.

Hallo, hoe gaat het met jou? Moge God je zegenen. Hoe gaat het nu met je, beter? Hoe gaat het met de baby? Goed. Zeg me nu jullie namen heel duidelijk, luid genoeg. Sally, uit Australië. Zeg het zo. Goed. En je komt oorspronkelijk ook uit Engeland? Goed, zeg dat dan maar… Goed, masseer mijn voeten. Masseer mijn voeten hard. Heel hard.

Ben je ooit naar een valse guru geweest? Ha! Beter?

Nu moeten jullie je namen zeggen, en de naam van je land, goed? Zeg me maar je naam. Waar kom je vandaan? Waar vandaan? Goed. Kom maar. Masseer ze hard, heel hard.

Voel nu je handen. Goed? Moge God je zegenen.

Je moet hun je naam zeggen, en de naam van je land. Uit Afrika? Uit India, sorry! Hard, heel hard. Harder. Heel hard. Zo hard je kunt. Harder. Heel hard. Hard, heel hard. Zo hard je kunt.

Kom maar, hoe gaat het met je? Was mijn voeten maar. Deze, was deze maar. Hallo, hoe gaat het met je? Hoe gaat het met je? Ik moet je spreken. Hoe lang ben je van plan hier te blijven? Goed, kom maar. Neem alle tijd die je nodig hebt, goed? Goed, goed, goed. Voel nu, voel gewoon de vibraties. Kijk hoe je handen aanvoelen. Ah, goed? Goed. De zus voelt het. Nu voelt zij het. En hij voelt het. Moge God jullie allen zegenen. Moge God je zegenen. Moge God je zegenen.

Dat is goed. Zeg me nu je naam, en ook het land waar je vandaan komt. Zeg het me maar. Goed. Masseer ze hard, heel hard. Heel hard. Goed? Oké. Richt nu je handen naar mij. Goed? Geweldig! Moge God je zegenen.

Kom maar. Zij hebben mijn voeten al gewassen, maar ik moet het kind nog zegenen. Ah, dus wat is zijn naam? Ah, kijk naar de ogen. Dat is het teken. Dat ben ik, zie je, ik ben in zijn ogen, kun je dat zien? Zou ik wat water mogen? Dus wat is de naam? James, hè?

Yogini: Wil je hem een andere naam geven?

Je kunt hem Ewan noemen. Ewan, als Engelse naam, goed? En als Indiase naam… Gyanadev. Hij lachte, hij lachte! Je lacht, Gyanadeva – Gyaneshwara. Moge God je zegenen. Hij lacht, kijk – hij is zo blij! Goed. Kun je mijn voeten afdrogen?

Nu kun je dat allemaal geven, geef het allemaal. Dat is alles. Je hoeft de melk niet te gebruiken. De melk kun je later toevoegen.

Sadkara. Sadkara. Sadkara.

Zeg nu de mantra van: ‘Guru Brahma, Guru Vishnu…’ drie keer.

Geef me de handdoek.

Je moet heel langzaam de lucht eruit halen, heel langzaam, goed? Nu kun je het neerleggen, zodat zij het kunnen doen. Danielle, kom. Leg dat maar neer. Kom maar. Danielle zal je komen helpen. Breng jij het maar aan, goed?

Dank jullie allemaal. Jullie moeten daar allemaal iets aanbrengen. Kom maar! Dank je. Kom maar hier, kom hier.

 


[1] Krita Yuga: overgangstijdperk tussen Kali Yuga en Satya Yuga – Aquariustijdperk of ‘Blossom time’

[2] guru: meester

[3] shariat: het Arabische woord voor de islamitische wet of de wet van God; het betekent letterlijk ‘weg naar de bron’, ook: ‘gebaande weg’, ‘wet’ en ‘rite’

[4] primordiale guru of meester: de tien Oorspronkelijke Meesters, die incarneerden op aarde om het dharma te vestigen en te beschermen. Ze verpersoonlijken de kwaliteiten van het meesterschap en die van ‘de leerling’, die in ons subtiele systeem verbonden zijn met de Void.

[5] Guru Tattwa: het guru principe, de essentie van het meesterschap

[6] Spirit: het Atma, het Zelf, de diepste (goddelijke) essentie van ons wezen, die zuivere liefde, vreugde en bewustzijn is

[7] avadhuta: krachtige, hooggeëvolueerde gerealiseerde ziel die een meester is

[8] bhoot: vorm van negativiteit; ziel van een overledene die nog sterk gehecht is aan het aardse leven

[9] tantrisch: volgens het tantrisme; leer waarbij de Kundalini als een seksuele energie wordt beschouwd; dit idee druist volledig in tegen de leer en de technieken van Sahaja Yoga

 

[10] nirmala vidya: ‘zuivere kennis’ in het Sanskriet

[11] swayambhu: ‘dat wat gecreëerd werd door Moeder Aarde’; swayambu’s zijn stenen, rotsformaties en  plaatsen die spontaan uit de aarde zijn voortgekomen en zeer sterke vibraties uitstralen (bv. Uluru, bepaalde (heilige) plaatsen in de Himalaya, Ganesha swayambu’s in India,…)

[12] Kundalini shastra: spirituele geschriften, leer, in het bijzonder kennis die gebaseerd is op tijdloze, universele principes, in dit geval met betrekking tot de Kundalini

[13] Kundalini: primordiale, moederlijke levensenergie, die opgerold in het heiligbeen verblijft

[14] madhurya: zachtheid, zoetheid, melodieuze lieflijkeid

[15] gana’s: engelen, strijders in het goddelijke leger, waarvan Shri Kartikeya de opperbevelhebber is.