Het belang van toewijding en devotie

Nirmala Palace – Nightingale Lane Ashram, London (England)

Feedback
Share
Upload transcript or translation for this talk

Het belang van toewijding en devotie. Nightingale Lane Ashram, London (United Kingdom), 6 Augustus 1982.

Nederlands translation version date 2022-0106 DP, TL

Onlangs sprak ik met jullie over het belang van toewijding in Sahaja Yoga en de toewijding die men zou moeten hebben. Eigenlijk, als we dicht bij een berg staan, kunnen we er niet veel van zien, en daarom kunnen we ons niets voorstellen van het volume dat zo dicht bij ons is, de grootsheid die tegenover ons staat. Dit is één van de illusies die uitwerkt voor mensen die mentaal niet beseffen wat hen te wachten staat, waar ze zijn , wat ze gevonden hebben, wat zelfrealisatie is, wat de omvang ervan is, hoe ver ze nog moeten gaan, waarom ze gekozen zijn, wat hun doel in het leven is, hoe ver ze zijn gekomen, hoe veel ze kunnen begrijpen. Al deze dingen liggen buiten hun bereik, en men raakt verbijsterd, men weet niet wat er met hen gebeurde toen ze hun realisatie kregen. Daarom is dit begrijpen alleen mogelijk als je kunt begrijpen hoe je je moet toewijden, hoe je jezelf moet toewijden. Als je iets wilt analyseren op een rationele basis, ben je te verbijsterd.

Het gaat je te boven. Het is fantastisch. Het is te veel. Het gaat je echt te boven. Bedenk het eens – je kreeg je realisatie. Kun je het geloven? Dat je, tijdens je leven… als iemand je dit had verteld, zou je het nooit geloofd hebben – dat hoe kun je je realisatie op deze wereld krijgen? Natuurlijk was je op zoek – omdat mensen zeiden dat we moesten zoeken, voelde ook jij dat je moest zoeken – maar je had nooit gedacht dat dit zich zo zou materialiseren, dat je je realisatie zou krijgen. Dan, nadat je je realisatie kreeg, kon je niet voelen wat het was. Net of je in de oceaan bent gevallen, en je weet niet wat de dimensies van die oceaan zijn. Hoe ver ben je erin gegaan? Wat is het? Waar zijn we? Wat is ons doel? En alsof dat nog niet genoeg is, worden we gedachteloos. Dus je kunt er niet eens rationeel achter komen wat het is. Dus, de onmetelijkheid van deze ervaring, de glorie van de komst van je moeder, of het kostbare geschenk van je zelfrealisatie – niets kan door je verstand gerealiseerd worden. Probeer te denken – wat heb je? Kun je het meten met je verstand? Kun je begrijpen wat er gebeurd is? Nee, dat kun je niet. Omdat rationaliteit je niet de dimensies kan geven waarin je terecht gekomen bent. De rationaliteit is feitelijk doorbroken.

Er is nu geen rationaliteit meer om zelfs maar te communiceren over wat je hebt gezocht en waar je bent aanbeland. Dus de enige methode die je nu hebt – of de enige manier die je nog hebt – voor een druppel die een oceaan is geworden, is om meer op te lossen in de oceaan, zodat je de oceaan tenminste voelt. En om met andere druppels te communiceren op zo’n manier dat je, doorheen hen, het geheel kent. Dus eerst is een volledige toewijding. Dat is heel belangrijk. Alleen in deze incarnatie is het zó belangrijk – omdat je je realisatie hebt gekregen. Als je geen realisatie had gekregen – oké. Murmelende zielen – oké. Halfbakken mensen – oké. Beetje misdragen – oké. Dit kan vergeven worden, dat kan vergeven worden… alles wordt vergeven. Bekijk het zo, iedereen denkt: “Moeder vergeeft ons.” Maar dat is niet het punt. Vergevingsgezind zijn is mijn natuur. Maar je moet het niet voor lief nemen. Je schaadt jezelf door die vergeving te aanvaarden.

Als je de hele tijd denkt, “O moeder, u bent zo vergevingsgezind, vergeef me alstublieft”… dan ben je al vergeven, zoals het is. Zodra je mij “moeder” noemt, ben je vergeven. Maar wat is het voordeel? Je hebt er geen enkel voordeel van. Je bent een verliezer. En als je dit punt, op zijn minst rationeel, begrijpt dan zul je begrijpen wat toewijding is. Dus, in toewijding aan Sahaja Yoga, moet men zich realiseren dat de dingen die in Sahaja Yoga zijn, die je hebt gezien in Sahaja Yoga, je verstand te boven gaan – dit is het eerste. Zeker, dit gaat het menselijk begrip te boven. Dus, op menselijk niveau, bespreek je ze niet, en je praat er niet over. Maar op het collectief niveau kun je erover praten. En als je op het collectieve niveau komt, dan moet je begrijpen, dat de relatie met mij meer gevestigd is, beter gevestigd is als je je relaties met anderen op een zeer collectieve en homogene manier aangaat. Zoals ik al zei, de druppel wordt de oceaan; en de druppel moet de oceaan worden door al zijn “druppel-zijn” op te lossen met andere druppels.

En alle druppels die hun druppel-zijn los laten worden uiteindelijk de oceaan. Dus we zullen zien dat toewijding tweeledig is: één is voor elkaar, en één is voor je moeder. In Sahaja Yoga, wat ik zie, kunnen jullie niet zien. Dit is bewezen of niet – voor jullie mensen? Of willen jullie meer bewijzen? Nu is het bewezen dat “Moeder ziet veel verder dan wij, en wat zij ook ziet, gebeurt.” Dus iedereen die probeert moeder voor de gek te houden houdt eigenlijk zichzelf voor de gek. Elke truc die je met mij probeert uit te halen, of je denkt dat “Moeder zeer vergevingsgezind is, dus zal zij ons vergeven” – is in feite jezelf martelen, je bent… het is schadelijk voor je. Er zijn veel mensen die zullen zeggen: “Het is mijn linker Swadishthana.” Sommigen zullen zeggen, “Ik was bezeten; er was een bhoot.” Anderen zullen weer iets anders de schuld geven. Wat je ook de schuld geeft – eigenlijk, wie vraagt jou om uitleg? Je vraagt het alleen aan jezelf. Je moet jezelf onder ogen zien. Dus de toewijding aan mij betekent eigenlijk jezelf onder ogen zien. Je moet in de eerste plaats jezelf onder ogen zien, en voor jezelf zien wat je aan het doen bent. Je bent je eigen vijand; niemand is je vijand. Je moeder is dat zeker niet. Zij is zeker je vijand niet. En bhoots zijn je vijanden niet – als je ze niet toelaat, kunnen ze er niet zijn. Een slecht persoon is je vijand niet, omdat hij niet doeltreffend kan zijn als je spiritueel uitgerust bent.

Dus je bent je eigen vijand, dat is nu beslist. De enige manier om van die vijand af te komen – je moet toegewijd zijn. Stel dat je zegt: “Ik heb vertrouwen in moeder,” of “in God.” Dus je houdt je ergens aan vast, niet? En je ontdoet je van iets. Maar dit houvast moet zeer sterk zijn. Rationeel, als je op dat moment, wanneer je zinkt, zal je dan rationeel denken, “Moet ik de hand vasthouden van deze persoon die me aan het redden is of niet?” Nee, je zult gewoon… je greep zal heel sterk zijn. Hij zal extreem sterk zijn, en je grijpt ze met volle kracht, met volle vertrouwen – “Op de een of andere manier, red me!” En dat soort gevoel zou in ons moeten zitten dat “Ik ben een persoon die door mezelf aan het zinken is. En als ik gered wil worden, moet ik absoluut, volledig ondergedompeld worden in Sahaja Yoga. Ik moet er absoluut één mee worden, dan alleen kan ik gered worden.” Omdat op dit niveau, waar jullie gerealiseerde zielen zijn van een hoger niveau… nu voor een volgende sprong, zoals ik al zei – is toewijding. Alles moet ondergeschikt zijn, onder alle omstandigheden. Als het primeert en je aandacht is daar nog steeds op gericht, dan kun je deze tweede sprong niet maken. De eerste sprong heb je al gemaakt, je hebt je realisatie.

Maar van de eerste naar de tweede sprong – heb je hard gewerkt, je bent aan de tweede sprong gekomen – in de tweede sprong, moet je het onder ogen zien. Je moet geen walging voelen voor jezelf noch zomaar voor niets neerslachtig zijn. Maar behandel jezelf als een afzonderlijke entiteit. En toewijding is, eigenlijk, terugkeren naar jezelf en vooruit kijken naar de goddelijke persoonlijkheid in je. Zodra er een goddelijke persoonlijkheid in je is, is er geen probleem van toewijding. Je wordt er gewoon één mee; je begint ervan te genieten. Maar deze rationaliteit is het ergste, die trucjes met je uithaalt, die je doet afwijken van het begrip dat wat voor leven je tot nu toe hebt geleid een zeer materieel, grof leven is geweest. Je kwam eruit, je ontgroeide het, je bent hogerop gekomen. Nu, om tot bloei te komen, om geurig te worden, moet je je rationaliteit opgeven. Dat is een bindend punt.

Probeer rationaliteit, probeer discussies te vermijden, probeer het geven van redenen te vermijden en… Zelfs nu vind ik soms dat Sahaja yogi’s een psychologische verklaring geven: “Ze is misschien onzeker, moeder.” Dit is typisch iets wat in een boek is gelezen: “Vanwege zijn onzekerheid, doet iemand dat.” Eigenlijk, hebben we nu in Sahaja Yoga gezien dat de meeste van de zogenaamde onzekere de meest agressieve mensen zijn. Zij halen streken uit met anderen, bederven hun leven – en genieten daarvan. Zij zijn de grootste sadisten die ooit geboren zijn. We hebben deze mensen gezien. “Zij is ons…” – en zo halen ze trucjes met zichzelf uit. Nu, als je eenmaal begrijpt dat je geen trucjes met jezelf moet uithalen. Waarom zou je jezelf dan voor de gek houden? Je moet jezelf zijn, dat is alles. We moeten onze eigen vijanden niet zijn. Zijn we dat? Dus, zodra je jezelf onder ogen komt, zul je jezelf leuk vinden. Je zult geen walging voelen. Omdat dit “jezelf” waar ik het over heb glorieus is, mooi is, zonder enige kalanka [smet] is, absoluut onthecht is. Maar, eerst en vooral, je aandacht moet het accepteren – dat “Deze onthechting is mijn leven; ik ben nu een andere persoonlijkheid. Onthechting is mijn voeding.” Onthecht jezelf.

Een man kwam mij opzoeken in mijn huis. Ik had een heel mooie lamp, en hij vond ze mooi. Ik zei: “Je mag ze hebben.”Hij was zo verbaasd, zie je. Zijn vrouw belde naar mij: “Hoe kan dat nu? Hoe kon u zo iets mooi weggeven?” Ik zei: “Waarom niet? Zal ik het meenemen als ik sterf? Gaat het met mij mee gaan? Bekijk het rationeel. Als hij ze mooi vond, kan hij ze maar beter hebben. Ik heb zoveel lampen in huis; wat maakt het uit als hij er een neemt?” Zij zei: “Maar zie, ik vroeg mijn man, “Zou jij deze lamp – als je ze had – aan haar geven?” Hij zei: ‘Nee, dat zou ik niet doen. Ik ben echt… ik zou het niet doen’, zei hij. Hij was heel eerlijk. Hij zei: “Ik zou het niet doen.” Maar toch, ik kan niet begrijpen waarom niet? Dus, weet je, tot op het laatste moment houden we ons vast aan kleinigheden. Dit speldje houdt zelfs maar een klein beetje de sari vast. Je weet dat dat de hele sari kan vasthouden. Zelfs een klein beetje hecht zich aan deze sari… de sari kan worden tegengehouden. Het hele ding kan je vasthouden met één klein speldje.

Al deze kleine spelden  – de hang-ups – moeten genegeerd worden, om gezien te worden, om verder te gaan. Kijk naar jezelf: “Oh, dat is meneer Ego? Oké, nu verdwijn; laat me zien hoe je je terugtrekt.” Om al die dingen te zien… zie je, als een toneelstuk, moet je jezelf zien. En dan je ego en superego voor de gek houden. Eigenlijk, spelen ze trucjes met jou. Als je eenmaal een meester bent, speel je trucjes met hen. Ik heb het zo vaak gezien: Ik heb zoveel dingen gezegd, en ze zijn er weer… en dan, na een tijdje, beginnen mensen erover te praten. Eén of twee maanden later, komt het als een wetenschappelijk bewijs of zoiets. Je hebt het gezien, het is al zo vaak gebeurd. Nu, als ik iets zeg, ben ik zeker van wat ik zeg. Ik zeg nooit iets anders dan de waarheid. Ik weet dat ik enkel de waarheid spreek. Maar ik ga niet naar binnen om uit te zoeken of het de waarheid is of niet. Ik lees geen boek om erachter te komen. Ik vraag het jullie niet. Ik heb vertrouwen in mijzelf, volledig vertrouwen in mijzelf. Wat ik ook zeg, het is de waarheid; Ik weet zeker dat ik, wat ik ook zeg, het de waarheid is. Maar dat is niet in jullie geval. Het is voor jullie niet zo, dat wat je ook zegt, het de waarheid is. Dus eerst moet je deze staat vestigen dat, “Wat ik ook zeg, het zal de waarheid zijn.”

Nu, hoe doe je dat? Je taal moet zo zijn dat alles wat je zegt de waarheid is. Uiteindelijk zal het als waarheid naar buiten komen. En daarom moet er toewijding zijn. Welke toewijding? “Waarom zou ik leugens vertellen?” Het is niet nodig om leugens te vertellen. Zelfs als ik leugens vertel, zal het waarheid worden – in mijn geval. Zogenaamde leugens. Dat zijn nooit leugens. Als ik tegen iemand zeg: “Hij is een slecht mens” – blijkbaar tegen jou: “Oh, moeder, hij is zo’n fijne man! Hoe kunt u zoiets over hem zeggen?” We hadden zo’n meneer Michael. “O, hij is zo’n liefhebbend mens, moeder.” Iemand zei: “Moeder, bent u jaloers op hem?” Tot op die hoogte, weet je. Maar toen hij zijn echte gelaat liet zien, weet je, toen wisten de mensen het. Dus, om dat soort begrip van de waarheid te ontwikkelen, moet je jezelf eerst absoluut op de waarheid richten. En de waarheid is dat je het instrument van God bent, dat je je realisatie hebt gekregen, dat je een speciaal bewustzijn hebt, dat mensen niet hebben. Sta daar op. En verkondig het. Je hoeft er niet bang voor te zijn. Je hebt je realisatie, zonder twijfel. Je hebt het gevoeld. Zeg het: “Ik heb mijn realisatie. Niet twijfelen, ik weet dat ik een gerealiseerde ziel ben.” Hou je daar aan vast. In deze uitdrukking van waarheid, moet je als het licht zijn. Het licht laat zich gelden. Het laat zich niet alleen gelden, maar het laat ook anderen zien dat het schijnt. Het laat anderen zien dat “Ik ben het licht,” dat “Je wandelt in mijn licht, en als je het niet probeert te doen, zal ik je misschien verbranden.”

Dus ze hebben dat… wat jij noemt, dat… Ik weet niet wat het woord is… Tejasvita. Tejas. Scherpte van het licht. Die tejasvita is er, die scherpte van het licht. Dat is het bewijs van je waarheid. Je bent niet bang voor een minister-president, of een minister, of een koning, of wie dan ook. Maar – “Dit is het feit. Dat is de zaak. Ik weet dat ik een gerealiseerde ziel ben, ik ben de waarheid.” Als jij zegt, “Ik ben de waarheid,” wat je dan ook zegt zal de waarheid zijn, geen twijfel mogelijk. Wat je ook doet, het zal de waarheid zijn. Maar zeg: “Ik ben de waarheid.” Maar daarvoor is een echte zuivering nodig om jezelf volledig onder ogen zien, in overgave. Dat betekent dat je vasthoudt aan je moeder, je houdt je vast aan Sahaja Yoga, je houdt je vast aan de waarheid die je hebt ontdekt. En hier sta je tegenover anderen. Zonder dat kunt u het niet doen; uw bron is dat. Je staat op de waarheid. En dat is zo’n kracht, zo’n sterkte. Als je ze allemaal bekijkt – Christus had die kracht, Mohammed had die kracht – al deze groten hadden die kracht om de waarheid te zeggen, met volle moed, met die overtuiging dat mensen het zullen accepteren.

En ze wilden er zelfs voor lijden, ze zouden het niet erg vinden. Maar wat ook de waarheid is, ze moet gezegd worden. Dat is het eerste punt dat men moet weten over toewijding – dat je volledig toegewijd bent, dat je voor niemand bang bent. Je bent niet bezorgd over je verliezen. Sommige mensen hebben ook hun hoofd verloren, hun hoofden volledig afgesneden. Mensen hebben hen gemarteld. Sommige mensen zijn… al hun geld afgenomen, zijn op alle manieren gemarteld, maar ze dachten dat dit de waarheid was, ze stonden er achter. Sommigen van hen waren domme dwazen; ze stonden voor iets dat geen waarheid was. Dat deden ze. Maar nu weet je dat je voor de waarheid staat, en daarvoor moet je bereid zijn om alles op te offeren – zogenaamde opoffering, want je offert de waarheid niet op. Wat jullie probeerden op te offeren is onwaarheid. Daar heb je mensen voor nodig met kracht en moed, en niet deze halfbakken mensen. Zie je, van ’s morgens tot ’s avonds vragend om vergeving van moeder. Wat is dat? Waarvoor moet je vergeving vragen – want ik vergeef je elk moment. Maar wat doe je jezelf aan? Wat voor een persoon ben je? Bedenk eens, je moet voor de waarheid instaan. Daarvoor moet je een sterk, moedig persoon zijn met die scherpte, die tejasvita in je – van het licht van het baken. Maar tegelijkertijd moet je volledige toewijding hebben. Stel dat hier geen olie in zit – dan gaat alles uit.

Er moet olie in zijn. Anders zal het uitgaan. Dus de olie is de toewijding in je, is de gehechtheid, volledige gehechtheid aan je bron. Dat is toewijding. Maar die toewijding mag je niet op andere ideeën brengen dan dat van een licht dat schijnt, dat anderen corrigeert, het pad van andere mensen leidt. Als dat niet zo is, dan komt de bron waarvan je aftapt niet volledig tot je, en dan brandt je licht niet zuiver. Dus, in toewijding als je gaat, moet je niet denken dat het een overgave is – de zogenaamde overgave, dat je wordt als een sufkop. Dat is het idee dat mensen hebben – dat je een sufkop wordt. Maar je wordt dynamisch. Je wordt echte macht – niet van vernietiging maar van opbouw. Ik bedoel, voor vernietiging heb je niet veel kracht nodig. Alleen voor opbouw heb je kracht nodig. Hoeveel heb je nodig voor vernietiging? Heel weinig. Je kunt de hele zaak in een mum van tijd vernietigen. Maar voor de opbouw heb je echt veel kracht nodig. En die kracht – onafgebroken kracht, of stromende kracht – moet er zijn. Daarvoor is toewijding nodig. Vasthouden aan je bron van kracht, je moet standvastig zijn, moedig, zonder enige angst.

Dat is de waarheid. Dat is de waarheid die je moet bereiken. Dat is heel belangrijk. Maar dit is slechts één kant van het verhaal. Dat is niet voldoende. Gewoon de waarheid zijn, is slechts één kant van het aspect. Maar de andere kant is dat wanneer deze bron tot je komt, je mededogend wordt. De waarheid en het mededogen zijn één. Je zult het niet geloven, maar het is zo. Zoals de lont en de olie samen het licht vormen. Het is het branden van de olie dat je het licht geeft. Op dezelfde manier geeft het mededogen je de waarheid. Er is geen enkel verschil. Alleen de toestand is anders – dat je het licht, dat olie is, niet kunt zien, en olie, die brandt. Dus mededogen is zowel de bron, als je voorraad. Dus, van de bron van het mededogen, krijg je je mededogen. Zie je, ik heb mensen gezien – ze willen mededogen van mij hebben, ze willen dat ik van hen hou. Maar – kaats het terug – houden ze ook zo van anderen? Ik heb mensen gekend, ze hebben… zie, de ene persoon zegt harde dingen tegen de andere, en vraagt aan mij, “Moeder, vergeef me daarvoor,” of doet iets hardvochtigs zomaar in een opwelling. “Moeder, vergeef me.” Maar als je dat vraagt, wil ik graag weten: heb jij mededogen getoond aan een ander persoon? Zelfs na het krijgen van vergeving van mij – die bron van vergeving, die bron van mededogen – heb jij dan mededogen getoond aan anderen? Ben jij medelevend geweest met anderen?

Zie je, het moet niet eenzijdig zijn. Als je het voordeel van mijn mededogen wil, moet het niet eenzijdig zijn, dat je het in je eigen voordeel gebruikt en het dan vergeet. Dan zul je nooit groeien. Je zult nooit groeien. Als je moet groeien, dan moet je dat mededogen in je opslaan. Welk mededogen, welke liefde ik je ook gegeven heb, je moet ze opslaan – en aan anderen doorgeven. Anders ben je afgeschreven, ben je nergens. De groei die enkel wordt ondersteund… niet alleen door aan één kant te krijgen, maar door aan anderen te geven. Anders zul je stagneren. Er moet een uitstroom zijn. Maar dat is iets heel moeilijk omdat mensen erg goed zijn in het aannemen van mededogen van moeder. Of, zelfs als ze mededogend zijn, zullen ze meestal medeleven hebben met mensen in,  laten we zeggen, in Vietnam – maar niet die in de ashram. Ze maken zich meer zorgen om mensen uit Vietnam, weet je: “Oh, moeder, we zijn bezorgd over de mensen in Vietnam, we zamelen geld voor hen in, we proberen geld naar Vietnam te sturen.”

En hier vechten ashrambewoners onder mekaar. Dit is helemaal geen mededogen. Sahaja yogi’s, onder elkaar, zijn een ander ras, en ze moeten elkaar de hele tijd steunen, en voor elkaar zorgen. Als ik zie dat Sahaja yogi’s kritiek hebben op Sahaja yogi’s, ben ik verbaasd. Ik ben echt verbaasd. Want je bent een deel van hetzelfde geheel. Hoe kun je kritiek hebben? Het ene oog bekritiseert het andere – Ik kan het gewoon niet begrijpen. Ik kan kritiek hebben, oké, maar waarom jullie? Waarom zouden jullie elkaar bekritiseren? Het enige wat je moet doen is elkaar liefhebben. Christus heeft het drie keer gezegd, Ik moet het al honderdenacht keer gezegd hebben… dat je elkaar moet liefhebben. Dat is de enige manier waarop je mededogen uitdrukt. Als ik je ooit liefde heb gegeven, moet je geduld hebben met anderen, liefde voor anderen. Ik probeer soms mensen te overtuigen, en dan merk ik dat mensen meteen naar buiten komen met een soort van kritiek op anderen, of iets dergelijks. Nu, de basis is dat ons mededogen, enkel wanneer dat stroomt, alleen dan kunnen we mededogen van moeder krijgen. Er is geen plaats meer; ik heb met teveel zaken compassie gehad. En wat ik nu ondervind is dat tenzij jullie het laat stromen, hoe kan ik je anders mededogen geven? Ik bedoel, er is nu geen plaats meer over. Dus geef het maar weg, maak jezelf een beetje leeg, dan kan ik je meer mededogen geven.

Het is een eenvoudige zaak. In dit opzicht, moet men begrijpen dat de bron niet kan stromen tenzij het de stroom ervan uitbreidt. Zoals de rivier de Theems. We zijn naar de rivier de Theems gaan kijken, de plaats waar ze ontspringt. Het is een klein stroompje van zeven beekjes. klein, heel klein – kunnen we zeggen, dat naar beneden kabbelt. En het is een rivier geworden, de Theems. Stel dat hij niet breder wordt… dan stopt het al meteen aan het begin. Het kan niet naar buiten komen, het kan niet stromen. Het is niet omdat het boos is, of overstuur, of zoiets, maar door de aard van zijn stroom alleen kan het niet stromen, wat dan? Dus, het is wat het is – men moet mededogend zijn tegenover anderen. Het moet geen formeel of artificiëel mededogen zijn, maar het moet natuurlijk zijn, heel natuurlijk, spontaan, gevoelig van binnenuit. Het is geen uiting van je ego, je superego, of je over-sentimentaliteit, maar een soort van begrip dat hij een Sahaja yogi is, jij bent een Sahaja yogi, jullie zijn broers.

Niet de manier waarop jullie broers zijn geweest maar een ander soort broers, spirituele broers.

Jullie zijn spirituele mensen. Dus dit mededogen moet er zijn, en tenzij je dat medeleven ontwikkelt, vaderlijke of moederlijke gevoelens voor anderen… Ik bedoel, ik ben een moeder van een persoon die ongeveer honderd en acht jaar oud is. Je moet anderen echt bemoederen en dat gevoel van medeleven en liefde voor anderen hebben. Je hoeft niet te denken aan je eigen comfort, je hoeft niet te denken aan je eigen voordelen, maar je moet denken aan het comfort van anderen. Je moet denken aan wat je kunt doen om het anderen comfortabel te maken, eerder dan te kijken naar je eigen comfort. Dus deze stroom van mededogen, wanneer die begint, zie je, dan is de toewijding compleet. Want “Wat we ook van u gekregen hebben, moeder, we geven het aan anderen.” Dat is toewijding. Dus de stroom van toewijding is niet eenzijdig. Het is tweeledig. Je houdt je ergens aan vast, je raakt verbonden met iets om er iets uit te halen, en je geeft het door aan anderen. En uiteindelijk bereikt dat het collectieve wezen – wat betekent dat het de bron bereikt.

Het is in dit licht dat we het moeten begrijpen. Exclusiviteit, of “We moeten – nu getrouwd – we moeten een aparte plaats hebben, we moeten apart wonen” – het is allemaal goed, je moet een beetje privacy hebben als gehuwden, dat zeg ik niet. Maar voor zover het medeleven betreft, als getrouwden moet je veel meer medeleven hebben. Maar je maakt je alleen zorgen om je eigen kinderen, over je eigen comfort, over je eigen man, over je eigen vrouw. In Sahaja Yoga, is er geen plaats voor zulke mensen. Het is allemaal collectief. Als je snoep meeneemt voor je eigen kind, breng je ook snoep mee voor andere kinderen in de ashram. Jullie zijn één familie, en heel de familie moet zich op dezelfde golflengte bevinden. Ik heb jullie al eerder verteld dat we geen aparte regelingen voor voeding kunnen hebben, apart dit en apart dat. Om dezelfde reden, kunnen we geen aparte levensstandaard hebben voor verschillende mensen. We moeten allemaal genieten van alles waar jullie allen van genieten. Zo moet het zijn. En dat moet bereikt worden op materieel niveau. Op emotioneel niveau, elk huwelijk dat absurd is, dat iedereen ongelukkig maakt, is zinloos. Maar huwelijken zijn gemaakt om iedereen gelukkig te maken. Dus, voordat je besluit om te trouwen, bedenk dan dat je geen streken uithaalt. Streken uithalen in Sahaja Yoga is zeer, zeer gevaarlijk. Je haalt geen streken uit met je huwelijk.

Je probeert niet om er iemand anders bij te betrekken, denkende dat moeder je wel zal vergeven en zo. Ik zal vergeven. Maar je evolutie wordt moeilijk. Dus probeer geen trucjes uit te halen met iets wat je al eerder hebt gedaan, maar verander jezelf volledig, transformeer jezelf volledig. Verander nu je houding tegenover het leven. Je kunt het omdat het al veranderd is. Als je probeert iemand anders te zijn, dat kun je niet. Nu ben je een bloem geworden, je kunt nu niet opeens het blad worden. Nu ben je een bloem, en je moet leven als een bloem. En dat is wat je moet onthouden, dat mededogen zo vanzelfsprekend is, zo’n natuurlijk iets is voor een Sahaja yogi. Het is niet natuurlijk voor anderen. Andere mensen die praten over mededogen, of dit en dat, zijn eigenlijk helemaal niet barmhartig. Ze doen het voor het geld; ze doen het voor hun positie; ze doen het voor de bevrediging van hun ego. Maar jij hebt mededogen omdat je het moet hebben, zonder twijfel. Het  mededogen stroomt – omdat het moet stromen. En je hebt mededogen vanuit je mededogen. Er zit geen ander doel achter. Alleen dit zal je iets van blijvende aard geven, van een sthayi aard. Ik heb mensen gezien – zoals ik deze morgen vertelde – die naar een organisatie zijn gegaan, en er een mooie organisatie van maakten, en zodra ze weggaan, is het met de organisatie afgelopen. Omdat ze niets wezenlijks aan die organisatie geven. En er moet een groot hart van mededogen gegeven worden.

Als je dat niet geeft, zodra je daar weggaat, is er geen toekomst meer. Er is geen groei. Zoals als je water brengt, en dingen plant, en water geeft aan dat gebied, dan wordt het heel mooi, en kun je zeggen dat het een zeer weelderige groei is. Maar zodra die waterbron verdwijnt, droogt alles weer op. Maar Sahaja Yoga is anders. In Sahaja Yoga groei je niet alleen als een plant maar ook als de bron van de plant. Als die plant hier wordt weggehaald, en elders neergezet, zal hij water geven aan andere planten. Ken je deze nieuwe dimensie die je in jezelf hebt? Als deze plant eenmaal wordt ontworteld en weggehaald, zal hij niet sterven, helemaal niet. Hij zal groeien. Maar het zal anderen laten groeien. Dit is een ander soort groei die we hebben. En het is een heel andere positie waarin we ons bevinden. En dat is wat ik nu wil – dat jullie allemaal, zelfs als jullie ontworteld zijn en op een andere plaats zijn gezet… Ik heb gezien, wanneer ik mensen vraag: “Je kunt beter van hier naar daar gaan,” ze gewoon bang worden. “Je kunt beter daarheen gaan en dit doen” – ze worden bang. Je bent een plant die niet alleen op elke plaats kan gaan en bloeien maar je zult ook de nodige voeding geven aan andere planten. Dat is wat je bent. Blijf dus niet op één plaats hangen. Als je vastplakt, denk dan dat er iets mis moet zijn met die plaats. Als je als lijm aan één plek blijft plakken, is dat zeer  gevaarlijk. En wees er zeker van dat je je moet afwenden van zo’n plek die aan je vastplakt. Dat betekent niet dat, als mensen hier zijn, ze nooit thuis blijven, ze de hele tijd weglopen. Dat betekent het niet. Nogmaals, ik moet dat punt benadrukken. Want anders zijn de mensen hier…

Dan lopen ze de hele tijd weg van huis. Dat is niet het punt. Het punt is dat je nergens aan vastgeplakt moet zitten en niet bang moet zijn om je plek te verlaten, want jullie zijn nu Sahaja yogi’s. Je bent opgenomen in de oceaan, en die kan jullie overal brengen. Dus bereid je voor om naar gelijk welke plaats te gaan want jullie moeten dit mededogen overal brengen. En om het Koninkrijk van God te laten bloeien, moet je hem dienen. En deze dienst is enkel mogelijk als je weet dat je hier bent voor een zeer grote, universele taak. Niet alleen voor Engeland, voor India, of voor Amerika, maar je bent hier voor een wereldwijde taak, die de belichaming is van onze evolutie. Dit is het belangrijkste wat we te doen hebben voor onze schepping en voor onze Schepper, en daarvoor zijn jullie uitverkoren. Dus leid je aandacht niet af naar iets dat niet je eigen manifestatie vervult. Gooi het allemaal weg. Verspil je energie niet. En je manifestatie is je mededogen, je liefde.

Maar toch, het moet niet rationeel blijven. Wat ik ook tegen je gezegd heb, is alleen maar om je in een toestand te brengen waar je de vibraties begint te absorberen en ook vibraties gaat geven. Het is een actie, een gebeurtenis die binnenin je plaats moet vinden. Het is niet rationeel, je moet er niet over nadenken. Alleen door deze dingen te zeggen verbaas ik werkelijk jullie denken. Je moet toestaan dat dit met je gebeurt. Gewoon met je vibratorisch bewustzijn moet je jezelf beoordelen: “Ben ik degene die anderen vibraties geeft? Ben ik degene die deze vibraties heeft opgeslagen, of stort ik mezelf in het verderf?” Dit alles zal je een grote betekenis geven – en een baan. Zoals ik zei, “in dienst van God.”

Als je vragen hebt, stel ze mij.

YOGI: Moeder, als je op een of andere manier boos wordt op mensen, is dat dan omdat het een bepaalde tendens is of een negatieve entiteit? Of is het gewoon een neiging om zo te reageren?

SHRI MATAJI: Zie je, als je kwaadheid voelt in jezelf, en als je er zeker van bent dat je niets verkeerd doet, is het voor een Sahaja yogi niet nodig om te zeggen dat je boos bent. Dat is niet nodig. Die boosheid zelf is een kracht. En je moet je bandhan maken en alles wat je wilt doen. Maar je moet niet tonen dat je kwaad bent. Je moet absoluut stil zijn. Omdat je dat kunt zijn; je bent in het midden, je bent niet in de periferie. Eigenlijk is de boosheid er alleen maar om jouw boosheid te zien en die woede voor dat doel te gebruiken.

En als je dat eenmaal begint te doen, zal die woede zichzelf uitwerken. Die woede zal zelf de persoon uitwerken. En je zult verbaasd zijn hoe het… maar je moet leren om je woede te zien die werkt. Al deze dingen zijn belangrijk. Je hebt gezien, soms moet je alleen maar schreeuwen tegen de bhoots – ze gaan weg. En veel gekke mensen zijn op die manier genezen. Maar dat doen jullie allemaal niet, dat doe ik. Je moet altijd fatsoenlijk zijn, met etiquette en zo. Maar als de woede in je aard zit, of de neiging tot, of het uit de hand loopt – dan is dat een slechte zaak. Als het uit de hand loopt, dan is dat een slechte zaak. Als je een woedeaanval krijgt omdat het uit de hand loopt, dan is dat een slechte zaak. Dan kan ik heel boos worden, maar ik heb het volledig onder controle: ik weet dat ik boos ben, waar de bhoot is, hoe hij wegloopt, ik kan het zien. Maar jij kunt de bhoot niet zien, je kunt niets zien.

Dus er is geen noodzaak voor jou om boos te worden, humeurig te zijn. Maar als je een woedeaanval krijgt – bijvoorbeeld, en die maakt je oncontroleerbaar – dan is daar een mantra voor: Shanti [vrede]. “Ya Devi sarva bhuteshu Shanti rupena samsthita.” Je moet om die gelukzaligheid vragen, om die vrede. Dit is een mantra voor jou. Om je humeur onder controle te houden, moet je tegen jezelf zeggen, “Ya Devi sarva bhuteshu Shanti rupena samsthita.” Dus Shanti is het punt – het is het centrale punt – van waaruit je getuige bent van alles. Je bent in Shanti, je bent in volledige… je bent niet in beroering, zelfs niet als je boos bent. Je bent niet in beroering. Wat ook boosheid is, het is een kracht, en die kracht neemt de bovenhand. Maar tot dat bereikt is, wat je dan moet doen is jezelf in een vredevolle toestand brengen. Dus ik denk dat dit een hele goede mantra is om te zeggen, “Ya Devi sarva bhuteshu Shanti rupena samsthita.” Kun je dat zeggen?

Dus de Shanti is je fort. Maar vreedzaamheid betekent nooit lafheid. Noem lafheid nooit vrede. Een persoon die vreedzaam is, is nooit laf, want niets kan het overstijgen, niets kan het overmeesteren. Het is nooit, nooit mogelijk dat lafheid en vrede kunnen samen gaan. Maar je kracht zit van binnen, niet van buiten. Dus je laat de kracht van je woede niet naar buiten toe zien. Maar gewoon een beetje kwaad op iemand – je zult zien dat het zal uitwerken. Maar vestig eerst die… die positie in jezelf waar je in het centrum bent, waar je niet toestaat dat woede de overhand neemt. Dat is de groei. Dat is de groei, dat je vredevol bent. Ook… Nog een vraag? Oké, tevreden nu? Je moet beide manieren kennen: die ene is de woede die onthecht is – perfect in orde; boosheid waarbij je betrokken bent – werk het uit. Dus oordeel zelf wat het juist is. Goede vraag. Stel wat vragen. Ik bedoel, zoveel intellectuelen die hier zitten. Stel mij wat vragen wat is er.

YOGI: Moeder, hebt u plannen om Sahaja Yoga op grote schaal te verspreiden?

SHRI MATAJI: Wat zijn mijn plannen? Ik maak geen plannen. Zie je, ik plan niet, omdat ik niet weet in hoeverre mijn instrumenten gereed zijn, zie je. Ten eerste, nu mijn enige plannen – als ik die al heb – zijn om mijn wapens goed voor te bereiden. Als ze klaar zijn, dan zullen we ze opknappen. Zie je, tenzij je weet hoe ver je wapens dragen, hoe kun je dan iets plannen? Dus, allereerst, moet ik de kracht van mijn kinderen kennen, hoe krachtig ze zijn. Dat is wat ik nu probeer te doen – om ze bewust te maken van het gebruik van hun krachten. Zoals, Hanuman, toen hij werd geboren en opgroeide, vergat hij die tijd, en hij vergat zijn krachten. Dus moest hij eraan herinnerd worden dat “Je bent zo’n en zo’n machtig persoon. Je weet niet wat je krachten zijn, je at Surya helemaal op. Dit deed je in je kindertijd. Je bent geboren met deze kracht, maar nu, nu je opgegroeid bent, ben je het een beetje vergeten, en je was ook bang om ze te gebruiken, en het is een soort van machtspositie. Maar het is er. Als je gewoon probeert om het te herinneren, zal het terug komen. ” Ze hebben een enorme macht, deze mensen hebben een enorme macht. Maar ze moeten het aannemen en er op staan. Als ze het niet doen. Zie je, als ik ze zeg, “Nu, ga naar dit huis” – “Oh, moeder, daar kan een bhoot zitten.” Een persoon komt bezeten in de ashram – ze sluiten allemaal hun deuren: “Oh God, die bhoot is gekomen.” Of zoiets – maar dan erger.

YOGI: Moeder, mag ik u iets vragen? Hoe kunnen we omgaan met… Ziet u, er is één probleem in… één groot probleem in Sahaja Yoga, weet u. Het zijn… zij die u toegewijd zijn ten koste van anderen.

SHRI MATAJI: Zij die aan mij toegewijd zijn…

YOGI: Of zij die hun toewijding aan u als excuus gebruiken, moeder, soms om anderen te onderdrukken.

SHRI MATAJI: Wat zijn ze?

YOGI: Soms gebruiken mensen hun toewijding aan u als… ten koste van anderen, of…

SHRI MATAJI: Dat is weer hetzelfde, Djamel, ‘t is hetzelfde. Zie je, het is… je moet het doen, al diegenen die op die manier bezig zijn. Ik wijs al die mensen er alleen maar op. Als je, zeg maar, je toewijding aan mij gebruikt voor de onderdrukking van anderen, oké? Zo zie jij het. Er is niemand die onderdrukt kan worden, omdat je Spirit niet onderdrukt kan worden. Bijvoorbeeld: er is X en Y. Nu, Y is iemand die X probeert te onderdrukken, oké? Wat zal je onderdrukken? Hij kan zijn Spirit niet onderdrukken, toch? Punt één. Duidelijk.

Nu, deze kerel, als hij aan mij gehecht wil zijn, kan niemand hem tegenhouden. Er is dat… jullie hebben allemaal een directe relatie met mij. Niet via iemand. Als jullie iemands tussenpersoon willen zijn, dan kan ik jullie niet helpen. Maar anderzijds, hebben jullie allemaal een directe toegang tot mij. Jullie kunnen allemaal je Spirit laten groeien; niemand kan jullie domineren. Iedereen heeft de volledige vrijheid om zijn Spirit te laten groeien – om zijn Spirit te kennen, wil ik te zeggen. En de Spirit is iets… dat door niemand gedomineerd kan worden. Nu, stel dat iemand je probeert te onderdrukken. Wat zullen ze onderdrukken, op welke manier? Ze zullen zeggen, “Oké, we willen dit tapijt niet, we willen dat tapijt hebben. ” Neem het! Iemand zegt: “Ik spring in de zee.” Spring! Nu spring gewoon! Waarin zullen ze je onderdrukken? Zie je, bekijk dat eens. Niet in je spirituele groei. Kunnen ze dat? En dat is hoe het probleem ontstaat. Zie je, in materiële dingen… veronderstel, in een ashram zegt nu iemand, “Oké, we willen graag een foto van moeder daar hebben.” Iemand anders zal zeggen, “Nee, we gaan ze daar neerzetten.” Of je ze hier of daar neerzet dat maakt toch geen verschil. Mijn foto zal het uitwerken. Zelfs tijdens puja’s heb ik gezien: mensen zullen zeggen: “Nee, moeder zit daar, zet je voeten niet in de richting van moeder.” Het is een gewone zaak; iedereen weet dat je je voeten niet zo moet zetten. Maar toch zeggen ze: “Nee, we willen het zo doen.” Goed dan, laat ze maar.

De volgende keer zullen ze het niet meer doen, omdat ze dan weten dat het verkeerd is. Ze zullen het wel te weten komen. Zo  zie je maar, niemand kan iemand onderdrukken. Ik ben hier om te corrigeren. Zodra je begrijpt dat jij niet perfect bent, dat de ander niet perfect is, zijn we allemaal onszelf aan het perfectioneren, we groeien allemaal, Moeder is er om voor ons te zorgen – dan zullen we nooit zo denken. Nu heb ik ook gezien, dat mensen zeggen dat er twee Sahaja yogi’s zijn die met anderen praten… Sahaja yogi’s. Nu, de ene is een zeer dominante, de andere is van streek omdat die ene zo dominant is. Nu, voor dat doel, als je stil bent, stil – zul je hem altijd overheersen. De mensen zullen naar jou luisteren, niet naar hem. Maar zelfs als je begint te zeggen, “Oh, zo zeg je dat niet,” dit, dit, zullen ze denken dat het vechthanen zijn. Dan, op dat moment, je bent wijs in deze zaak – zal je hem zelfs een kans geven om het te begrijpen. Maar wat gebeurt er: de één domineert, een ander probeert te domineren met uiterlijke zaken. En de hele show is voorbij. Het is niet nodig om een ander te domineren met uiterlijke zaken. Hij zal uit zichzelf tot rust komen als je de waardigheid van je stilte toont en van je kennis van Sahaja Yoga.

Het is niet nodig om nu te zeggen, “Hou je mond, ga zitten, doe dat niet.” Het is absoluut verkeerd. Ze doen het, ik heb het gezien. In mijn aanwezigheid heb ik het gezien. Omdat we nog steeds half daar en half hier leven. De manier waarop we het probleem oplossen… veronderstel, je moet wat zaken afhandelen. Er zijn twee mensen die zaken doen. Een persoon zegt iets, de ander zegt, “Waarom zeg je dat zo, je moet dat niet zeggen.” Deze zegt dan tegen de andere, “Je moet me niet corrigeren.” Zo gaat de tweestrijd maar verder. Maar dat helpt hoe dan ook niet… ook daar niet. Maar in Sahaja Yoga zal het nooit helpen. De andere kan enkel maar winnen door zijn waardigheid. Door zijn rustige methoden, door iemand op de juiste manier te benaderen. Zo zullen leiders op het voorplan treden. Zeker niet door anderen neer te schieten, helemaal niet. Dat is niet mogelijk. Dat is geen goed leiderschap. Goed leiderschap wordt beoordeeld op de manier waarop je met de situatie omgaat, niet op de manier waarop je een ander bestrijdt. Jullie hebben al zo vaak gezien: ik hou me gewoon stil. Het komt wel goed. Het is niet nodig dat je op dat moment roept.

Dat is niet nodig. En dat geeft een zeer slechte indruk en is zeer slecht leiderschap. In de eerste plaats kun je niet gedomineerd worden. Dat is een feit, dat is een waarheid. Je kunt groeien in je spiritualiteit, ondanks dat mensen proberen om te overheersen in wereldlijke zaken. Godzijdank hebben we geen organisatie. Godzijdank hebben we geen secretaresses, assistent-secretaresses, onder-secretaresses, bij-secretaresses, hogere secretarissen, lagere secretarissen – we hebben niets van deze onzin. Anders zou dat zelfs voor de mensen overheersend zijn geweest. Dan zouden ze dat bestreden hebben. Dus dat probleem hebben we niet. We hebben geen geldprobleem omdat we al deze onzinnige ideeën niet hebben. Ik heb dit probleem opgelost door geen instellingen, geen posities te hebben. Iedereen heeft een positie. Maar de grootste positie is die van je Spirit, die je vestigt. De aandacht is er niet, ze is meer ego-gericht. Het hele spul is ego-georiënteerd. Je kan ego niet met ego bestrijden, dat gaat niet. Je kan alleen ego of superego bestrijden met de Spirit. Hoe hard domineer ik je? Ik absorbeer ook al je agressie. En hoe hard domineer ik je? Als ik je moet corrigeren, ga ik ervoor en doe ik het, en ik zeg je dat ik je corrigeer, of je het leuk vindt of niet. En je zult het resultaat zien, het is goed. Als je die capaciteit hebt, doe het dan. Als je het niet op die manier kan doen, ontbreekt er iets in je, wees dan op zijn minst bereid om de show van Sahaja Yoga niet te bederven. Iemand praat te veel? Goed, de anderen zullen zeggen, “Hij deugt nergens voor, maar een andere is verstandig.”

Maar als jullie beiden vechten, dan weet ik het niet. Dat is… dat getuigt niet van wijsheid of groei, nietwaar? Of wel? Zij die denken dat ze,door te domineren in kleine dingen, iets zullen bereiken, hebben het mis. Eigenlijk, ik heb gezien, mijn kleinkinderen zijn gerealiseerde zielen. Ze maken zich niet druk om deze dingen, dat doen ze niet. Dit soort conflicten hebben ze niet. Dat “waar moet dit zijn”, “wat doen we hiermee” – hebben ze niet. Niets van dat. Ze kunnen hoogstens vechten voor een chocolaatje of zoiets, op zijn hoogst. Maar in spirituele zaken, vechten ze nooit. In spirituele zaken vechten ze nooit. Dat is een plaats waar men niet mag vechten, je moet geen ruzie maken. Over dat punt wordt niet gekibbeld, omdat de waarheid één is. Wat valt er te redetwisten? Je hebt al deze heiligen gezien, zie je, zij die over mij gesproken hebben. Wat zeggen zij? Iedereen zegt hetzelfde over mij. Er kan toch geen strijd zijn tussen de heiligen? Neen toch? Als de waarheid één is, hoe kan er dan strijd zijn? Maar omdat de één tekort schiet, de ander overheerst  – moeten beiden die staat bereiken. Maar het beste is om waardiger te zijn, volwassener, minzamer… Mensen zullen zeker naar je toe komen omdat je de leider wordt. Ruzies zullen je nergens brengen, dat kan ik je wel vertellen. Het heeft geen zin om onderling ruzie te maken. Als je ruzie moet maken, doe het dan met anderen, niet onderling. Anders nu? Wat anders? Wat is er aan de hand?

Nog een andere vraag?

YOGINI: Moeder, zou u alstublieft een beetje willen vertellen hoe we ons ego bestrijden met de Spirit? Hoe zou u…

SHRI MATAJI: Hoe bestrijden we het ego.

YOGINI: Ego met de Spirit.

SHRI MATAJI: Ziet u, je moet nooit tegen het ego vechten. Als je probeert te vechten, zal het meer in je hoofd kruipen. Dat is niet de manier om het te bestrijden, dat er ego is en dat je tegen je ego vecht: “Oh, ik ga tegen je boksen” – dan zal het meer groeien.. Hoe meer je ertegen bokst, hoe meer het zal groeien. Vecht nooit tegen je ego. De enige manier is om er naar te kijken. Je aandacht is heel belangrijk, je aandacht is nu verlicht. Wat je ook ziet, het komt tot zijn juiste proporties. Het komt naar zijn juiste kant, grootte. Zeg, ego – als het overwoekerd is, kijk gewoon naar je ego. Dat wil zeggen, het is naar jezelf kijken in de spiegel, en je zegt, “Oh, meneer Ego, hoe maakt u het?” Dan zal het afnemen. Maar vecht er niet tegen. Er gewoon naar kijken. Er kunnen allerlei soorten ego’s zijn. Als je te hoog opgeleid bent, ben je egoïstisch. Als je ongeschoold bent, ben je egoïstisch, omdat je wil proberen om te tonen dat je iets bent. Er zijn alle soorten ego’s. Dus het beste is om het zelf te zien; dat is waarom ik zeg, “Zie jezelf onder ogen.” “Jezelf” betekent je Spirit.

YOGI: Moeder, geldt dat ook voor het superego?

SHRI MATAJI: Ja, zeer zeker. Voor het superego ook – niet bang zijn. Je moet gewoon zeggen: “Ga weg! Ik kan je heel duidelijk zien, je bent er. Maak dat je wegkomt. Hoe durf je me bang te maken? Ik ben de Spirit. Ik ben de Spirit, hoe durf je dat te doen?” Zo moet het. Zie je, ego maakt je idioot. Absoluut. Ego maakt je idioot, maakt je een idioot, absoluut. En het superego maakt je een lafaard. Het maakt een lafaard van je. Nu, hoe vecht je ertegen? “Ik zal geen idioot zijn” – als je dat zegt, zal het ego weggaan. Als je een idioot wilt zijn, dan zal het er zijn om je te helpen. Als je een idioot wilt zijn, goed, bel meneer Ego. Je zult een idioot worden, recht voor de raap. Dat is de makkelijkste manier. De gemakkelijkste manier. Als je een idioot wilt worden, bel dan simpel je ego. “Komt u maar, meneer Ego, en nestel je in mij” – en onmiddellijk, dit is een zeer eenvoudig samengaan. En superego, als je een lafaard bent, dan zit het op je hoofd. Zeg, “Ik ben niet van plan om…” Ham Ksham is, zoals ik al vertelde, de mantra voor de Agnya. Ofwel moet je zeggen, “Ik ben”; de andere, ik zeg, “Ik vergeef je.”

YOGI: Moeder, mag ik u een vraag stellen vergelijkbaar met wat hij zei over superego? Ik zal in detail treden. Ik heb nog steeds problemen met mijn eten. Ik eet hier veel maar ik ben erg bang (ik lach omdat het gek is) dat ik dik zal worden. En ik ben heel bang; ik denk veel aan eten, de hele tijd. Maar ik weet dat mij bij u niets slechts kan overkomen.

SHRI MATAJI: Goed, doe nu één ding. Richt je linkerhand naar me en je rechterhand naar buiten. Ze heeft hier een Hamsa. Daar. Zie je, de Hamsa. Zeg haar naar beneden te komen. Kom binnen, kom binnen. Oh, ik zie het. Sorry. Zet de Hamsa, ik zag het niet goed. Hallo. We hebben op je gewacht. Kom naar voren, je kunt een beetje naar voren komen. Er zijn veel mensen daar. 

Hoe laat is het nu? YOGI: Kwart over negen. SHRI MATAJI: Kwart over negen.

Zoals ik jullie heb verteld, die relatie met jezelf moet tiranniek zijn. Je moet het naar beneden sjorren. Je moet het absoluut duidelijk maken voor jezelf dat “Ik moet mijzelf vervolmaken als ik mezelf aan God moet geven. Het moet volmaakt zijn.” Ten tweede, als je een relatie moet hebben met anderen, moet het een ideale relatie zijn. Sahaja yogi met Sahaja yogi – betekent iets groots. De grootste relatie die er bestaat. Met je zus, met je broer – het zou ideaal moeten zijn. En in de collectiviteit moeten we pragmatisch zijn. In de collectiviteit kunnen we onze koers wijzigen, we nemen de weg die we willen, zoals hij zich voordoet; we regelen het. Maar anders… Je ziet, neem bijvoorbeeld, een vliegtuig. Het is hetzelfde. Een vliegtuig, als het in de lucht is, kan het gaan waar het wil. Maar de schroeven die in een vliegtuig zitten, zitten volledig vast. Ze kunnen niet zomaar beginnen… een pilotenstoel kan niet naar achteren gaan, en de achterkant komt niet naar voor, zie je. De relatie wordt gehandhaafd. Oké?

En de schroeven die gemaakt zijn, of al het andere dat gemaakt is – is perfect. Maar een vliegtuig staat niet vast. Vliegtuig kan zuidwaarts gaan, noordwaarts, waar het maar wil. Alleen de dingen die erin zitten zijn met elkaar verbonden in zo’n verhouding dat ze niet van hun ideale positie kunnen afwijken. Ik geef dit voorbeeld omdat jij hier bent. Je zult het nu beter begrijpen. En deze dingen die je hebt geproduceerd zijn zichzelf, zijn perfect. Als ze onvolmaakt zijn, zal er een probleem ontstaan. Zo is het. Als je dit begrijpt, dit zeer eenvoudige ding over relaties en houdingen, zul je nooit problemen hebben. Je relatie met een Sahaja yogi moet een absoluut ideale relatie zijn. Anders zit er een schroef los. Probeer ze ideaal te maken. Stel, er is één persoon. Je vindt die persoon te egoïstisch, of zoiets. Probeer in de eerste plaats te zien wat er met jou mis is: “Ben ik perfect? Ben ik wel helemaal in orde? Of ben ik even dominant, ben ik even egoïstisch? Goed, als ik dat ben, dan kan ik mezelf beter corrigeren. Maar als ik dat niet ben, als ik een goed mens ben, zo dat ik niet dominant ben – dan moet ik proberen zijn ego naar beneden te brengen door lieve dingen voor hem te doen, een leuke relatie met hem aan te gaan.” Probeer lief voor hem te zijn, zodat zijn ego afneemt. Zorg op de een of andere manier voor een ideale relatie. ‘t Is echt eenvoudig. Ik bedoel, ik begrijp niet wat ik hierover te vertellen heb.

Jullie weten alles. Dat het zuiver moet zijn. Nu zie, de relatie tussen dat en mij moet zuiver zijn, zodat het me niet verbrandt, is het niet? Het is absoluut… ook in dit leven moeten we hetzelfde doen – die relatie met elkaar moet ideaal zijn om de beste resultaten te creëren. Het is zo praktisch. Ik weet niet wat hierover te vertellen valt. En je moet perfect zijn omdat je een eenheid vormt. En de hele zaak kan pragmatisch zijn. Enkel dan kan het zo zijn. Maar hier net andersom. De schroeven zijn pragmatisch, de relatie is onvolmaakt, en de collectiviteit is absoluut statisch. Beweegt niet. “De collectiviteit. We zijn immers collectief, aan elkaar gebonden. Hoe kunnen we bewegen, moeder, we zijn nu statisch. We zijn aan elkaar gebonden, we kunnen niet bewegen, zie je.” Net als de Rots van Gibraltar. Jij bent luchtvaartingenieur geweest, jij zou dit voorbeeld beter moeten begrijpen dan wie ook.

Wat is de volgende vraag? Hoe gaat het met u? Alles goed? Ik vraag het. Nog een andere vraag?

YOGI: Shri Mataji, kunt u iets zeggen over het vasthouden van onze aandacht, zodat ze blijft waar ze moet en niet wordt afgeleid naar onbelangrijke dingen? SHRI MATAJI: Rustem heeft een zeer praktische vraag gesteld, het is waar – om de aandacht te houden waar ze moet zijn. Zie je, je moet voor alles wat oefeningen doen, abhyas. Niet vóór realisatie – na realisatie. De beste manier is om te leren hoe je naar jezelf moet kijken. Gewoon hier zitten, zet jezelf in een positie van waaruit je naar jezelf kijkt: “Wat ben ik nu aan het doen?” Dit is de abhyas, dit is de studie. Afgezien van mantra’s, afgezien van wat dan ook. De abhyas is de praktijk, de praktijk om een getuige te worden. En de getuige is de staat van de Spirit; dan zal de aandacht niet verslappen. Ik bedoel, je zult alles zien, het is er, maar de aandacht zal binnenin zijn. Probeer dit te oefenen: “Ben ik een getuige?”

Nu, sommige mensen zeggen, “Oh God, ik had een vreselijke tijd. Moeder, dit is er gebeurd, dat is er gebeurd.” Zie je nu, je bent geen getuige. Hoe kun je een ‘vreselijke tijd’ hebben als je de Spirit bent? Je hebt alleen een verschrikkelijke tijd als je de Spirit niet bent. Als je alles kan bekijken als een schouwspel dat gespeeld wordt, dan heb je geen verschrikkelijke tijd, maar jouw buitenkant, waar jij naar kijkt, heeft een verschrikkelijke tijd. Zo kan de aandacht heel goed gefixeerd worden als je abhyas beoefent, de hele tijd oefenen om getuige te zijn. Stel, je gaat naar buiten, je ziet iets. Probeer het gewoon te zien, niet erover na te denken. Wees getuige van het hele gebeuren. De vreugde zal volledig zijn, en bovendien zul je absoluut vredig worden. Je aandacht zal volledig verlicht zijn. En dan zal de inspiratie die je krijgt enorm zijn. Zie je, het werkt uit. Het lukt. Probeer te kijken. En het heeft zo’n enorm geheugen – als je weet hoe je moet kijken. Ik bedoel, voor mij, als ik iets zie, ik bedoel, voor mij is het net als een film in mijn gedachten. Als ik deze kamer nu heb gezien, weet ik wat het is in dit ontwerp – alles weet ik.

Hoe je zit, welke houding je hebt aangenomen, wat je draagt, wat het was – alles is als een ontwerp. Zie je, het komt naar mij toe net als een foto. Absoluut. Niet van dit leven, maar van levens! Want dat is een opnamesysteem; dat goed registreert. Als er gedachten zijn, dat is iets ertussenin, zie je. Nu probeert hij mij op film vast te leggen, en als er iets tussen zit, bewegend, zal er niets binnenkomen. Maar als er niets tussen is en je er gewoon doorheen kijkt, leg je alles wat belangrijk is vast. Bovendien, je zult versteld staan dat je geen onbelangrijke dingen registreert. Zoals de mensen nu, ze gaan naar een dorp of een andere plaats; ze zullen opmerken: “Oh God, het was erg vies, en dit gebeurde, en we gingen naar daar, en er was cement om op te slapen,” bijvoorbeeld, “we krijgen…” Of: “Toen gingen we naar binnen, en er was geen goede stoel om te zitten, en de stoel was zo hard, en mijn rug begon pijn te doen” – al deze dingen zullen ze zich herinneren. En wat gebeurde er toen? “Oh God, ik kon geen realisatie krijgen.” Alles was zó slecht. Zie je, het is net als in de krant, allemaal slecht nieuws. Maar voor iemand die een echt gerealiseerde ziel is, die ziet dat niet, ik bedoel, je ruikt niets vies, je ruikt altijd iets goeds.

Je ruikt nooit, je denkt niet aan iets vies. Overal waar je gaat is het mooi. Zelfs als je alleen maar zand ziet, zie je het patroon. Zelfs als je een dorre heuvel ziet. Ik zag wat mensen die weg waren; Ik zei: “Kijk naar de schoonheid van deze heuvels in Maharashtra.” Ze zeiden, “Moeder, wat is de schoonheid? Ze zijn niet bedekt met bomen.” Ik zei: “Dat is de schoonheid, zie het maar, de patronen.” Zij konden de patronen niet zien die ik zag. Maar als je mij vraagt wat deze heuvel is, dan weet ik dat ook. Omdat ik de patronen van alle heuvels ken – hoe ze bewogen, hoe ze patronen hebben gemaakt en dat soort dingen. Omdat ze dat niet zien. Zie je, ze kunnen de schoonheid niet zien, omdat ze op zoek zijn naar gebreken. Of, relatief, zie je: “Engelse bomen zijn beter dan, laten we zeggen, XYZ bomen. ” Dus, dan – “Dit is niet beter.” het relatieve… ze beginnen. Maar jij bent op het absolute punt, jij krijgt het absolute van alles. Alles is van jou. Wat valt er dan te oordelen?

YOGI: Moeder, misschien kunt u de schoonheid zien omdat u de Kunstenaar bent.

SHRI MATAJI: Eh?

YOGI: Misschien kunt u de schoonheid zien omdat u de Kunstenaar bent.

SHRI MATAJI: Ik ben de Kunstenaar en ik ben de Kunst. Maar hoe zit het met jou? Wie ben jij? Jij bent degene… jij bent degene die geschapen is, en jij kunt creëren, en jij kunt de kunstenaar worden. Dat is wat ik zeg – dat je niet alleen het licht bent maar het licht dat licht zal geven aan anderen. En ook zul je dat licht, dat je hebt gegeven, in stand houden. Dit is nu het verschil tussen jou en andere mensen. Niet alleen zul jij een kunstenaar zijn maar je zult genieten van de kunst van de Kunstenaar. Dit is wat je gekregen hebt. Je weet het niet, je bent je niet bewust van je krachten. Het is iets dynamisch dat je overkomen is, waar je je aan houdt. Maar onze aandacht gaat uit naar waar het vuil vandaan komt, waar de vuiligheid is, weet je; waar de lelijkheid is. Als je aandacht uitgaat naar lelijkheid… Mensen vertellen me, “Er was dit …” Ik heb het niet gezien, Ik zag alleen de manier waarop de olifant stond, zie je; de manier waarop hij zijn poot heeft opgeheven en hij zijn slurf opstak. Ik heb nooit het vuile gedeelte gezien. “Waar was dat?” “Aan de achterkant.” Ik zeg, “Ik ben nooit aan de achterkant geweest.” Als je aandacht uitgaat naar, zelfs de beschrijving van een persoon. Je vraagt aan iemand, “Hoe is hij?” “Hij is een…” Al zijn… ik bedoel, kleine grappige punten zullen in je opkomen.

Zelfs de fotografen, heb ik gezien. Zij zullen slechts foto’s nemen wanneer je er op een gekke manier bijstaat, zie je; als je gezicht een beetje vertrokken is. Ik bedoel, het is een zoektocht naar lelijkheid, zoeken naar fouten, naar iets verkeerds. Als je altijd zo doet, kun je geen gelukkig mens zijn. Altijd proberen om gebreken te vinden, en fouten, en vergissingen, en vuil, en lelijkheid. Ik bedoel, dan zit je in de problemen. Je vraagt erom. Zoals iemand zei dat er hier drie of vier greppels zijn. Ik zei: “Ben je in een ervan gesprongen? Je kunt er beter in springen. Dus, voor eens en altijd, je ziet geen greppels meer. ” Je ziet de speelplaatsen niet, je ziet alleen de greppels. Waarom?! Hetzelfde kan er lelijk uitzien voor iemand die zo’n houding heeft, die alles lelijk wil zien. Bezie je gewoontes. Probeer het goede in anderen te zien. Probeer te zien, niet in… misschien niet… het… Ik zeg het niet voor andere mensen, maar ik zeg dat in ieder geval Sahaja yogi’s het kunnen doen. Probeer het goede in hen te zien; wat goed zij gedaan hebben voor Sahaja Yoga, wat je aan hen te danken hebt, hoe je met hen kunt opschieten.

Waarom zou je niet het goede van hen zien? Door hen aan te moedigen, door goed voor hen te zijn help je Sahaja Yoga. Maar je wilt je ego helpen, omdat je erg ‘wijs’ bent. Dus, enkel door anderen te waarderen, heb je een betere relatie. Dit is een heel eenvoudig feit. Je ziet een film – daar praten de twee mensen met elkaar alsof ze tegen elkaar blaffen. Wat is er nodig om vriendelijk te zijn, om zachtaardig te zijn, om aangename dingen te zeggen? Zodra ze iemand zien – “Oh God! Wat ben jij lelijk geworden!” Dat is het beste compliment. Dat is de menselijke natuur – om de fouten van anderen te zien, om de verkeerde dingen bij anderen te zien. Zie je, ze zullen overal iets vinden. Iemand is erg netjes – dan is die persoon slecht. Iemand is erg slordig – die persoon is slecht. Van alles en nog wat. Maar waarom doe je niet iets aan jezelf, dat er iets in je zit dat niet netjes is? En binnen in je is dat erg verontrustend. Voor mij maakt het geen verschil, je hebt het gezien.

Het maakt geen verschil. Als je zegt, ik zal hier slapen. Of je zegt, ik slaap wel op het gras daar. Mij maakt het niet uit naar welke badkamer ik ga… Ik herinner me al die dingen niet eens. Wat valt er te onthouden in een badkamer, en dit, en dat? ‘t Is allemaal onzin. Ik heb geen geheugen voor al die dingen. Zelfs als je wilt dat ik het weet, kan ik het me niet herinneren. Als je mij vraagt, “Hoe ben je naar die badkamer gegaan?” “Welke? Die daar.” Ik zei, “Goed, ik ben er geweest.” Dan eten. “Hoe smaakte het?” en “Wat voor eten was het?” en… allerlei dingen waar mensen blijven over denken. Wat is het nut? Alle voedsel wordt gewoon verteerd in dezelfde maag. Waarom maken we ons zo veel zorgen over al die dingen? We verspillen onze energie. Ik verspil mijn energie niet. Ik heb geen energie om te verspillen. Op dezelfde manier, waarom verspil jij je energie? Waarom zie je niet de betere kant van de mensen? Door de slechte kant te zien, als je het kan genezen – goed en wel. Maar als je het niet kunt genezen, ga je jezelf slecht maken. Als je het kunt genezen – zoveel te beter. Maar je kunt het niet.

Ook wel, altijd zegt er wel iemand: “Dat zou ik niet doen.” Maar je zou iets anders doen dat de andere persoon niet zou doen. Als je anderen beoordeelt, moet je weten dat je in de eerste plaats jezelf moet beoordelen. Want, waarmee oordeel je? Met je ego of je superego. Ik heb het gezien, het is een veel voorkomende tekortkoming, die er niet meer zou mogen zijn. Nu zijn jullie gerealiseerde zielen, jullie zijn heiligen. En heiligen… hoewel de oude heiligen misschien deden wat ze deden – vergeet ze. Maar jullie mensen, gaan niet naar mekaars fouten kijken maar naar de goede punten van iedereen. Ik heb eenvoudige dingen gezien: Iemand zegt een verkeerd Engels of Sanskriet woord, of een verkeerd dit – onmiddellijk catch je hierop. Maar hij geeft een grote lezing – goed zo. Waar niemand naar luistert. Je begint te denken: “Wat voor fouten gaat hij zeggen?” Aandacht moet gericht zijn op wat hij zei, het is zo mooi. En dan ontwikkel je een houding – zoals de mijne – dat je nooit de gebreken van iets zult zien. Nooit. Nooit.

Je zult er geen oog voor hebben. Ik bedoel, de mijne is zo, de toestand is zo, zeg ik je. Het zal zo zijn. Het is heel moeilijk. Zoals iemand zegt, “Je komt en speelt die kaarten met stokken” – Ik onthoud het nooit. Ik verlies altijd. Dus ik zei: “Wat voor zin heeft het om het te spelen? Ik weet het niet meer.” Kijk, iedereen zegt, “Je hebt anders zoveel verstand, kun je deze drie kaarten niet onthouden?” Ik kan het niet, ik kan het niet. Het is gewoon of mijn verstand stopt. Ik zet automa… Ik weet het niet. Ik zie eruit als een domme gans als ik dat spel speel. Dus waarom zou ik spelen? Zoiets. Dan deug ik absoluut nergens voor. Dus dat is iets dat de mensen weten: “Oh, ze is nutteloos. Vergeet haar maar.” Maar het zou bij jullie ook een automatisme moeten worden. Dan is het zo aangenaam: hoe mooi we zijn, dat alles om ons heen zo mooi is om te zien.

Zo’n schoonheid bestaat maar we zien ze niet! Zo’n enorme vreugde! Elke zegening stroomt daar in ons. En we weten het niet, we merken het niet op. Het is zo’n blij iets. Het is zoiets moois. “Oh God, zo’n bron van vreugde!” – ze stond gewoon naast me. Ik heb het nooit geweten. En ik draaide me zonet om en zag die kracht. Draai je om! Keer je rug naar al je conditioneringen, de ideeën die je hebt. Vel geen oordeel, dat is het eerste. Grote kunstcritici en al dat soort, alstublieft, ik smeek u, geef niet steeds commentaar op alles. ‘t Is je ego dat je voor de gek houdt. Kijk er gewoon naar, hoe het laat voelen dat je iets heel groots bent. Wees voorzichtig.

Er kwamen wat mensen uit Amerika, zijn ze gekomen?

YOGINI: Steve en Christine, ze belden om te zeggen…

SHRI MATAJI: Ze zijn niet gekomen.

YOGINI: Ze komen over een week. Nog een week en ze komen.

SHRI MATAJI: Dan beslissen we wel, als ze hier zijn, wat er gedaan moet worden. Linda, wat moet er voor jouw probleem gebeuren? Kom je uit je persoonlijke problemen of niet?

YOGINI: Ja, moeder.

SHRI MATAJI: Nee, ik praat nu met Linda.

YOGINI: Ik ben… Welke Linda? 

SHRI MATAJI: Ik stel voor dat je bij je moeder blijft. Ze heeft je nodig. Ze is een oude vrouw, ze heeft je nodig. Je moet haar dienen. Daar is niets mis mee.

YOGINI: Erg bezitterig.

SHRI MATAJI: Nee, nee, nee. Jij bent onbekwaam, niet dat zij onbekwaam is. Je moet haar dienen. Geef haar liefde, genegenheid. Ze is eenzaam. Ze gedraagt zich zo omdat ze eenzaam is. Jij bent onbekwaam. Ik zal tegen haar niets zeggen. Ze heeft. ze heeft nooit liefde gehad, en jij bent haar enig kind. Je zou van haar moeten houden. Geef haar meer liefde, meer genegenheid. En, ook, wat ze zegt over Peter, dat moet je doen. Het zal haar troost geven. Ze wordt er gek van.

YOGINI: Het probleem is, moeder, ze zei, “Het is alsof je tien jaar Sahaja Yoga doet.”

SHRI MATAJI: Laat haar maar zeggen. Het doet er niet toe dat ze dat zegt. Zie je, dat is niet waar het om gaat, dat is slechts een ontlading. Omdat u gek bent, daarom denkt ze zo.

YOGINI: Ik weet het. Ik neem het haar natuurlijk niet kwalijk .

SHRI MATAJI: Maar je moet jezelf vestigen met meer geduld, met meer liefde en genegenheid. Ze zou zeggen: “Doe honderd keer Sahaja Yoga.” Hoezeer heeft ze haar houding veranderd, want toen je daarheen ging werd je gek. En je bent soms behoorlijk gek, ik heb het gezien. Allereerst moet je een opgeruimd persoon zijn, een net persoon; zorg voor haar. Je moet verantwoordelijkheid nemen om voor haar te zorgen. Ze is een oude vrouw, die haar hele leven geen liefde heeft gehad. Wat ze wil is liefde, en als een kind, dochter, moet jij haar liefde geven. Wat ze ook is. Je kunt haar niet alleen laten. Als je haar liefde geeft, weet ik zeker dat je haar kunt genezen. Je neemt het aan als een uitdaging. En geef haar een bandhan; iedereen kan haar een bandhan geven. En zet alles recht. Je kunt niet zo hulpeloos zijn. Om weg te lopen van je plichten tegenover je moeder, dat zal ik nooit toestaan. Je kunt naar Cheltenham gaan, start daar een centrum op, zorg ervoor, doe het. Je moet.

YOGINI: Wilt u echt dat ik bij haar ga wonen?

YOGI: Moet ze bij haar moeder wonen?

SHRI MATAJI: Ja, natuurlijk. Waarom niet? Ze is je eigen moeder. Ze is niet zo’n wrede vrouw. Dat denk ik niet. Ik heb haar gezien. Maar je wordt zelf gek, dat weet ik. Dat weet ik. Dit is hoe je jezelf zult testen. Je moet met haar samenwonen. Ze is toch niet zo oud. Hoe oud is ze?

YOGINI: Vierenzestig, drieënzestig.

SHRI MATAJI: Kijk nou. Op haar drieënzestigste. Wat zal ze doen als ze alleen in dat huis achterblijft? U zegt tegen haar: “Ik heb besloten te doen wat je me over Peter hebt verteld.”

YOGINI: Ze heeft me niet echt iets over Peter verteld. Ik ben het meest aan het woord geweest.

SHRI MATAJI: Goed, wat dan ook. Ze redt het wel. Als je haar dit probeert te vertellen – ze redt zich wel. Zeg het haar. Ziets als: “En nu ga ik voor je zorgen. Je bent erg ziek. Je bent niet in orde.” Zorg goed voor haar. Praatte je soms vriendelijk tegen haar?

YOGINI: Nou, dat heb ik geprobeerd.

SHRI MATAJI: Nee, dat deed je niet. Dat deed je niet, dat is het. Als een Sahaja yogi moet je uiterst vriendelijk en medelevend met haar zijn. Ze is een oude vrouw, ze had geen liefde van haar man. Ze heeft altijd geprobeerd om iets voor je te doen. Dus, als dochter, heb je een plicht.

YOGINI: Ik ben erg bezorgd over Bumble, omdat het een soort driehoeksverhouding is die naar boven komt.

SHRI MATAJI: Wat gebeurt er met Bumble?

YOGINI: Nou, Bumble eindigt eigenlijk tussen haar en mij in. Het is…

SHRI MATAJI: Maar als je het zelf beëindigt, zal zij niet zo eindigen. Kijk, waarom creëer je om te beginnen een probleem tussen jou en haar? Er zou geen kloof mogen zijn. Als er geen kloof is, dan zal er geen probleem zijn. Het probleem is, omdat jij een probleem bent en zij een probleem is, dat het kind lijdt. Maar als je gewoon niets hebt, je… als ze vertelt… integendeel, als het kind iets over je moeder vertelt, moet je zeggen, “Praat zo niet tegen mij, ze is mijn moeder.” Morgen zal ze terug komen en je dat vertellen, neem dat maar van mij aan. Zij is wat dat betreft veel verstandiger dan jij. Je moet haar niets over je moeder vertellen. Je moet zeggen: “Ze is heel aardig en lief voor me geweest.” Als haar dat wordt gezegd – mogelijk via Bumble – zal alles in orde komen. Kijk, hoe lang gaat ze nog leven met dit soort leven dat ze heeft gehad. Alles goed? Waar ga je je Sahaja Yoga uitproberen als je het niet op je eigen moeder kunt doen?

YOGINI: Zij zou het niet willen.

SHRI MATAJI: Nee, dat is niet de manier. Het is niet uitwendig, het is binnenin.

YOGINI: Ik probeer voor haar te koken en ze wil niet eten wat ik klaar maak.

SHRI MATAJI: Je hoeft het niet naar buiten te doen, je moet het binnenin met haar doen. Wees aardig, wees lief, wees dienstbaar. Hooguit zal ze soms brullen, maakt niet uit. Vergeef haar. Vergeef haar.

YOGINI: Ze moet braken, dat baart me echt zorgen. Ze slaapt ’s nachts niet. Ze dwaalt de hele tijd rond en praat tegen zichzelf.

SHRI MATAJI: Zie je, het is in orde, als ze niet slaapt, kun je wat mantra’s in je hart zeggen. Je weet dat er een mantra is van Nidra en zo. Breng haar linker kant naar rechts – ze zal slapen. Doe dat, dat allemaal. Ze zal slapen. Je moet zeggen: “Adem in, drie keer, zwaar. Je slaapt dan wel.” En als je… als ze ook praat, als jij in slaap valt, zal ze je niet meer wakker maken. Je dommelt gewoon in, en ze zal zeggen, “Oké, je gaat nu slapen,” formeel. Het is heel eenvoudig om deze zaak uit te vechten. Ik bedoel, ze heeft je heel hard nodig. Ze kan niet slapen, stel je voor. Je moeder kan niet slapen, hoe kun je van haar weglopen? Zie haar toestand eens. Zij is jouw moeder.

YOGINI: Ze is er vreselijk aan toe.

SHRI MATAJI: Hoe kun je haar dan verlaten? Dat kun je niet doen. Je kunt haar niet verlaten. Nee, dat zou ik niet zeggen. Je kunt je moeder niet achterlaten. Weet je, Kathy wilde met me mee. Herinner je je Kathy?

YOGINI: Ja, moeder.

SHRI MATAJI: Toen ik tegen haar zei, “Je kunt je moeder niet in het ziekenhuis achterlaten, en met mij naar India gaan. Nee, dat kun je niet.” Dat ding ontging haar volledig. Ik zei haar: “Je blijft bij je moeder.” Ze is hier. Vraag het haar maar. Ik heb het haar gezegd. En ze had kanker, dit ding, met de Sahaja Yoga en dat alles, en ze was gewend om voor haar te zorgen. Ze bleef achter. Nee, je kunt je ouders niet zo achterlaten, snap je. Ouders zijn zeer belangrijk na een bepaalde leeftijd. Je moet voor hen zorgen. Hoe ze ook zijn. Je moet voor je ouders zorgen, dat is heel belangrijk in Sahaja Yoga. Je rechter hart kan niet in orde zijn, Shri Rama kan niet in orde zijn als je niet voor je moeder zorgt. Zo’n slechte vrouw is ze niet. Ik heb haar gezien. En als ze zeer wreed, afschuwelijk, dit soort dingen was, dan zou ik gezegd hebben, “Oké, vergeet haar.” Maar zo is ze niet. Ze is ook niet zo… Ze drinkt omdat ze geen gezelschap heeft; ze weet niet wat ze met zichzelf moet doen. Dus probeert ze van zichzelf weg te lopen. ‘t Is heel eenvoudig te begrijpen. Je moet aardig en zacht zijn. Geef haar waardigheid, dat ze iets voor je betekent. Dan komt het wel goed met haar. Ik heb gezien dat ze geen slechte vrouw is. Veel van haar gevoelens zitten ook in jou, haar goedheid.

YOGINI: Ik heb last, denk ik, van, toen Grazyna kwam logeren, ze voelde, Grazyna voelde dat… ze had een broer, weet u, die … hij pleegde zelfmoord. Ze zag hem voor haar ogen sterven.

SHRI MATAJI: Wat is het?

YOGINI: En ze had deze broer, mijn moeder, van wie ze heel veel hield. En hij…

SHRI MATAJI: Daar heb ik al van gehoord; dat verhaal ken ik. Wat ze ook gedaan heeft, wat het ook is.

YOGINI: Ze lijkt erg.

SHRI MATAJI: Maakt niet uit. Maar door haar te verlaten, ga je haar daarmee helpen? Je zou de plaats van die broer moeten innemen. Je zou moeten zeggen: “Maakt niet uit. Als die broer overleden is, ben ik hier om voor u te zorgen, moeder. ” Waarom hunkert ze naar die broer? Ze denkt dat, als die broer nog had geleefd, hij voor haar zou zorgen op haar oude dag. Maar God weet of hij voor haar had gezorgd, of hij ook zou weggelopen zijn. Waarom kun jij de plaats van die broer niet innemen? Je  kunt het. Waarom niet? Zet jezelf hiervoor in. Je kunt het, ik weet het. Alles goed? Kijkt naar haar zoals je naar mij kijkt. Waarom niet? Probeer het gewoon. Het is het waard. Het is het waard. Wees aardig en zachtaardig. Zeg aardige, leuke dingen tegen haar. Toon interesse in haar. Zie, eigenlijk komt dit ook allemaal door de psychologen. Verschrikkelijk. Nee, ze suggereren altijd dat hun moeder iets gedaan heeft. Iedereen die ik zag, zei: “Mijn moeder is als…” Ik zei: “Hoe kunnen alle moeders zo wreed zijn? Die van sommige mensen misschien, maar niet die van iedereen.” En, zelfs, als ze van het rechte pad zijn afgeweken, is dat omdat ze nooit liefde hebben gekregen. Ze hebben nooit hun plaats in het leven gevonden. Kijk, de echtgenoten moeten hen slecht behandeld hebben, hun leven vergald hebben, en moeten hen opgejaagd hebben; of misschien hadden ze andere problemen met hun ouders, of zoiets. Iedere moeder heeft gemarteld. Het is psychologisch, denk ik. Zo is de moeder, op een bepaalde manier, als je haar vanuit een verkeerde invalshoek bekijkt, ziet ze er altijd als jouw vijand uit. In het Westen is het beeld van de moeder afschuwelijk. Ook oorlogen, dingen die in die generatie gebeurd zijn; mensen zijn vervreemd van hun waarden. Jullie moeten allemaal begrijpen wat voor leven deze verschrikkelijke westerse samenleving kan aandoen aan vrouwen die goed zijn. Goede vrouwen worden echt gemarteld in deze maatschappij. Alleen de slimmeriken en degenen die erg arrogant zijn en die weten hoe ze mannen en vrouwen op hun plaats moeten zetten, kunnen overleven. Zie je, het is wat het is. Het is hier een regelrechte strijd. Elke goede vrouw wordt gemarteld in deze maatschappij. Ik bedoel, als ze bestaat en ze leeft echt, is het iets merkwaardigs. Vraag het Maria ze zal het je vertellen. Vraag het haar. Hoe ze hen vernederen, hoe ze hen beledigen, hoe… Ik bedoel, iedereen hier heeft het al zien gebeuren. Maar geef niet altijd de moeder de schuld. In dit stadium moet je voor haar zorgen.

Dus, wat is de volgende?

YOGI: Sorry, zou u mij en mijn vriendin kunnen trouwen, ergens in de toekomst, denkt u?

SHRI MATAJI: Wat vraagt hij?

YOGI: Hem en zijn vriendin trouwen.

SHRI MATAJI: Wie is uw vriendin? YOGI: Ze is er vanavond niet, ze is in…

SHRI MATAJI: Zij is geen Sahaja yogini?

YOGI: Ze komt uit Bedford. Ja, ze is een Sahaja yogini.

SHRI MATAJI: Ze is een Sahaja yogini. Dus u wilt een huwelijk op Krishnashtami? Moet er iets van het huwelijk voltrokken worden?

YOGI: Ja, alstublieft.

SHRI MATAJI: Wanneer is de Krishnashtami?

YOGI: Volgende week zondag, moeder.

YOGI: Ergens in de toekomst, niet…

SHRI MATAJI: De beste plek om te trouwen is India. Heel gemakkelijk, en je hebt een echt gevoel want je komt op een paard en zo, zie je. Maar zelfs als je het op Krishnashtami wilt, weet ik niet of we iemand kunnen vinden om het te doen. Als we iemand kunnen vinden, moeten we het doen. Er zijn mensen die willen trouwen. Maar,  zie je, het Sahaja Yoga huwelijk wordt als vanzelfsprekend beschouwd. Ik heb gezien dat mensen dat niet begrijpen. En het is erg gevaarlijk om ermee te spelen, erg gevaarlijk. Zie je? Dus, ik denk, als je wat tijd voor jezelf hebt, zal ik je zeker trouwen. Het beste is, denk ik, dat mensen wat tijd nemen en beslissen, omdat… zie je, het is heel grappig, niemand voelt zich er verantwoordelijk voor. Ze zullen wel met een verklaring afkomen: “Oh, ik begreep het niet, en ik was niet in de mogelijkheid om het te doen; Ik was nog bezeten van een bhoot. En ik trouwde met een andere bhoot.”

YOGI: Ik heb twee jaar met haar samengewoond.

SHRI MATAJI: Met haar?

YOGI: Ja, met haar.

SHRI MATAJI: Dat wil zeggen, je hebt nu voldoende tijd gehad? Maar, zie je, er is één ding: hun leven in het Westen is eenvoudig… mensen. Maar als je hen spreekt over  “Huwelijk” – O God! Ze gaan… gaan door het lint. Ze worden gek. Zie je, als het over trouwen gaat – aah! Vraag David Prole, hij zal het je vertellen. Zie je, omdat de wet hier zo verschrikkelijk grappig is, het huwelijk – Oh God, het betekent verschrikkelijke dingen. Je moet scheiden, je moet… als je moet scheiden… het eerste ding over scheiden is: “Je zult zoveel geld moeten geven”, “De helft van het geld zal de vrouw meenemen”, “Ze zal me vermoorden…” Zie je het al staan: “man vermoordt vrouw, vrouw vermoordt man” – en nog van die dingen, weet je. Zo gaat het de hele tijd in dit land – die waanzin over het huwelijk. Dus, ik denk dat het een goed idee is. Ik zou graag – als je het kunt regelen – want Krishnashtami is een goed moment om mensen te trouwen. Onze zestien huwelijken, welke is er mislukt? De laatste keer? Voor de zestien… nee, zestien hier, in Londen. Wie waren de zestien mensen, laten we eens bekijken. Allemaal eerste klasse. Allemaal eerste klas, ja. Ja. Goed. Dus, voor de volgende huwelijken… Sommigen zullen geluk hebben daar achterin zoals Nick. Ik zou hem graag zien trouwen. Nu ben je niet zo bang, toch? Nick? Nee. Goed zo.  Op de Dashera dag kunnen we trouwen. Dussehra dag. Dat is een andere dag dat men kan trouwen. Nu, Krishnashtami en Dussehra dag… natuurlijk, na Diwali, na het huwelijk van de Tulasi – dan beginnen de mensen pas, maar Dussehra dag is heel erg goed, het is zeer gunstig. Dus we zullen de huwelijken hebben op Dashera dag. Tot dan, bereid de mensen voor op het huwelijk. Goed? Dashera zal het zijn, laten we zeggen, ongeveer rond… Eind oktober. Zo ongeveer. Is dat goed?

YOGI: Ja, heerlijk, dank u.

SHRI MATAJI: Laten we uitzoeken waar ik zal zijn. Zo, dat is dan geregeld.

YOGI: Moeder, ik wilde vragen dat, sommige Sahaja yogi’s die al lang in Sahaja Yoga zijn voelen geen koele bries; ze voelen geen catches. Sommige mensen voelen de hele tijd branderigheid; sommige mensen voelen deze dingen in hun hoofd, in hun lichaam, tenen, handen. Is dat de manier waarop we ons zullen ontwikkelen, waar je dingen kunt voelen – wij allemaal, overal – of is het gewoon zo dat sommige mensen andere dingen voelen?

SHRI MATAJI: Nee, nee. Zie je, om te beginnen, heeft het iets te maken met je zenuwstelsel. Oké? Dus, als je zenuwstelsel verstoord is, kan het zijn dat je helemaal niets voelt. Het beste voor het zenuwstelsel is een massage. Zie je, iemand moet de rug, de handen masseren… Ik heb ook vaak gezegd dat als je je handen wrijft met gevibreerde olijfolie, heel veel, en wrijf deze dingen, zo worden ze gevoelig . Kan het gevolg zijn van ongevoeligheid. Maar als ze de catches in het lichaam kunnen voelen, betekent dat dat ze in orde zijn, enkel de Vishuddhi is niet in orde. Wrijf het ding op de Vishuddhi, werk op de Vishuddhi, klaar hem uit. En voor Vishuddhi, als je, laten we zeggen, boter gebruikt om op de… hier te wrijven, en wrijf al deze spieren ermee in, zie je. Al deze dingen zullen werken, voor uw hand. Maar stel dat je… er komt geen koele bries uit het hoofd, dat is mogelijk. Dan is de realisatie nog niet gevestigd. Kijk, andere mensen moeten zeggen of er een koele bries komt, omdat de persoon die niet gerealiseerd is, het misschien niet voelt.

Veronderstel dat hij het niet voelt, en jij voelt het, dan is hij gerealiseerd; alleen, zijn chakra’s moeten gezuiverd worden. Het is een andere categorie van mensen. Dan zijn er mensen wiens Kundalini niet opgestegen is; zij zijn nog steeds Sahaja yogi’s. Of zoiets. Misschien. Ik weet niet of die er zijn. Die mensen die lang ongehuwd zijn, zijn heel moeilijke mensen, omdat ze nooit de koele bries in hun hand voelen, velen toch. Maar het is niet zo. Zij zijn hoe dan ook gerealiseerde zielen. Ze voelen het misschien niet, maar ze zijn gerealiseerde zielen, zie je. Omdat een soort zachtheid, een soort evenwicht wordt ontwikkeld na het huwelijk – iets wat er niet was. En dat is waarom sommige mensen het niet voelen. Er zijn verschillende redenen voor. Sommige mensen die meer ego-georiënteerd zijn – moeten hun linker kant vaak naar rechts brengen. Ze moeten erachter komen… via hun handen, zie je. Eén hand is groter, één hand is kleiner. Dat betekent dat de linkerhand – als die kleiner is – dat betekent dat je links naar rechts moet brengen.

Zie je, aan de grootte van de handen en zo kun je het zien. De ene hand naar de foto, de andere hand erbuiten. Werk het uit op zoveel manieren, omdat je permutaties en combinaties van bepaalde fouten hebt. Maar dat betekent niet dat je die linker Vishuddhi toevallig  hebt ontwikkelt. Want dat is het ergste wat er kan gebeuren. Als je de linker Vishuddhi ontwikkelt, dan zit je in een zeer moeilijke situatie. Nu, over dit soort zaken, denk ik dat ik op een dag een volledige lezing zal geven. Compleet. Om te zien wat permutaties en combinaties van verschillende chakra’s kunnen creëren. Oké? Maar de symptomen zijn uitwendig. De symptomen zijn meestal uitwendig. Het is niet nodig om… van een persoonlijkheid kun je zien waarop hij catcht, zie je. ‘t Is een echt probleem, een groot probleem bij mensen, dat ze de vibraties niet voelen; sommigen voelen het gewoon niet. Hoeveel zijn er zo, die nooit de vibraties voelen? Nooit gevoeld, nooit. Steek je hand op. Ik weet het, Kerry.

YOGI: Nog nooit.

SHRI MATAJI: En jij nooit, jij hebt ze wel eens gevoeld. Goed dan.

YOGI: Moeder, sinds ik naar de ashram ben gekomen zijn mijn handen de hele tijd erg heet geweest.

SHRI MATAJI: Welke kant?

YOGI: Maar ik voel de catchen van binnen.

SHRI MATAJI: Allebei de handen? Wat voor werk doe je in de ashram?

YOGI: Niet erg veel, moeder.

SHRI MATAJI: Goed dan. Je linkerkant blokkeert, oké? Je kunt het duidelijk zien: je rechterhand glanst heel erg, de linker – daar is een probleem. Zie, deze vingers zijn niet zo glimmend als de dingen daar. Je had een probleem aan de linkerkant, als je het je herinnert. Alles goed? Dus, daar zijn conflicten. In de ashram, zijn de vibraties aan het vechten, daarom voel je je heet. Er is niets mis mee. Het zal zich herstellen, er zal een koele bries komen. Doe je rechterhand altijd omhoog, en je linkerhand naar mij toe. Het zal je corrigeren. Wanneer ben je gekomen? Oh, ik begrijp het. Verblijft u hier? In de ashram?

YOGI: Nee, hij is niet in de ashram, moeder.

SHRI MATAJI: Nee? Waar verblijft hij dan?

YOGI: In een hotel.

SHRI MATAJI: Waarom? Blijf hier. En breng je Sahaja Yoga in orde. Hij is van… Nu beter. Is het goed?

YOGI: Hij komt morgen, moeder, om hier te blijven.

SHRI MATAJI: Oké, goed idee.  Dus, kan ik nu gaan?

YOGI: We moeten u een sari aanbieden.

SHRI MATAJI: Dit is Gavins idee van een sari, hè? Welke kleur is dit?  Wat is het? Wat een mooie! Waar heb je deze gevonden? Het is net een schilderij. Waar?

YOGI: Sahasrara Puja in Parijs.

SHRI MATAJI: In Parijs? Het is prachtig. Is het voor mij of voor de ashram? YOGI: Hij heeft hem voor u gebracht, moeder.

SHRI MATAJI: Dank u. Hij is te mooi. Hij is heel mooi. Dank u. Moge God u zegenen. Blijft u hier een tijdje? YOGI: Een week, moeder.

SHRI MATAJI: Een week, fijn, goed. Christine, dan kom ik jullie allemaal opzoeken, Amerikanen, hè? Hier, maandag. En dan zullen we bespreken wat er in het volgende programma moet gebeuren. Nu. Is er nog iets?

YOGI: Moeder, ik heb een geschenk voor u meegebracht.

SHRI MATAJI: Een geschenk?

YOGI: Een paar foto’s.

SHRI MATAJI: Dank u. Ik zou ze graag willen zien. Het is prachtig, nietwaar? Dit is Italiaanse stijl. Zie je? Het is Italiaans. Ze maken alles zo mooi.  Het is erg liefdevol en mooi. Had jij deze foto genomen? En uitvergroot? Het is prachtig. Heel lief en mooi. Dit is uit die tuin… die ik niet heb gezien? Het zijn mooie lotussen die Rustem in Derbyshire heeft. In Derbyshire kon ik dat niet zien, echt niet. Ik was verbaasd. Ze zeggen dat je hier geen lotus kunt laten groeien. Ik weet niet hoe ze het doen, echt niet.

YOGINI: Ze noemen ze iets anders, zo’n soort…

SHRI MATAJI: Dat moet wel. Zie deze.   Ze zijn zo mooi. Rustem, je bent een groot fotograaf geworden.

YOGI: Hij heeft vier jaar ervaring.

YOGI: Ze groeien ook in Hampstead, moeder.

SHRI MATAJI: Hampstead?

YOGI: Ja, ze staan in de vijvers in Hampstead.

SHRI MATAJI: Ik weet niet hoe ze het voor elkaar krijgen, met deze kou. Het is fantastisch. Maar ze groeien in de kou omdat … ook hebben ze deze. Dus, het moet zijn.

YOGI: Ze kunnen in de kou groeien, geen enkel probleem.

SHRI MATAJI: Nu… [Shri Mataji spreekt met een Sahaja yogi in Hindi.]

Nu, Harry, is je probleem opgelost?

YOGI: Nog niet, moeder.

SHRI MATAJI: Waarom? Wat is er gebeurd?

YOGI: Ik heb mijn werkgevers gebeld en ze zeiden dat, dat ze er nog niet uit waren of ze me weer in dienst zouden nemen. Dus gaven ze me een week. Hij zei dat hij me volgende week terug zal bellen.

SHRI MATAJI: Of ga er gewoon heen en zeg hen dat “Je geeft me gewoon een baan,” en zegt: “Hooguit voor drie maanden.”

YOGI: Ja.

SHRI MATAJI: Maar gewoon zeggen: “Wij geven u werk, en we nemen je weer in dienst.” Dat is alles.

YOGI: Ja, daar ga ik naartoe.

SHRI MATAJI: Wat nog meer?

YOGI: Deze dames zijn te verlegen, moeder, om  binnen te komen.

SHRI MATAJI: Wie?

YOGI: Enkele dames om u de sari te geven, moeder.

SHRI MATAJI: Om mij een sari te geven? Goed dan. Dit is de puja-sari die Gavin heeft gebracht. Wie wil me hem geven? Geef hem nu. Kom maar hier, meisjes. Hij heeft ook een sari voor mij meegebracht, die ik… ook op Janmashtami gebruik, van… [uitdrukking in Hindi] uit Bombay.

Moge God u zegenen.

Hoe gaat het met hem? Heeft hij een baan gekregen?

YOGINI: …

SHRI MATAJI: Wat heeft hij gezegd? Is hij niet …?

YOGI: Hij heeft een baan gekregen, hij is het hoofd van alle vertalers in Spanje.

YOGINI: Hij belde me afgelopen dinsdag, hij zei, hoofd van… in de ambassade… van de vertalers.

YOGI: De hoofdvertaler, is het hoofd van de vertaalafdeling in de ambassade.

SHRI MATAJI: Werkelijk?

YOGINI: Hij zegt dat hij nu een grote verantwoordelijkheid heeft, moeder.

SHRI MATAJI: Mooi. Hoeveel verdient hij ? Hoeveel wordt hij betaald?

YOGINI: 240 pond.

SHRI MATAJI: Hoeveel?

YOGINI: 240 pond per maand.

SHRI MATAJI:Tweeduizend?

YOGINI: Tweehonderd.

SHRI MATAJI: En veertig pond. Per maand.

YOGI: Dat is een heel redelijke bedrag, Spaans …

SHRI MATAJI: Voor Spanje is dat heel redelijk.

YOGINI: Ook werkt hij maar zes uur per dag.

SHRI MATAJI: En waar woont hij?

YOGINI: Hij woont bij Jose Antonio.

SHRI MATAJI: Is hij daar gelukkig? Het is goed dat hij zo’n goede baan heeft. Goed dan. Wat heb je gedaan?

YOGINI: Michelle heeft het gemaakt, moeder. Het is een kroon, moeder.

SHRI MATAJI: Geef me dit op Krishnashtami, dat zal beter zijn. Is het niet, met dit ding? YOGINI: Michelle heeft het gemaakt, moeder.

SHRI MATAJI: Michelle? Je moet me het op Krishnashtami geven, goed? Het is prachtig. Goed. Doe de sari maar open en trek hem aan …

YOGI: Moeder, mag ik uw honderd en acht namen lezen? Mag ik uw honderd en acht namen lezen? shloka’s.

SHRI MATAJI: Wie? u? Yogi: uw namen, ja.

SHRI MATAJI: Alstublieft, laat het voorlezen. Luider. Je moet het hoger zetten. Laat me die slinger. Het is een mooie kleur. Dank u. Het is erg lief van dokter Singh om hem zo’n mooie baan te geven, is het niet Don? Dokter Singh is een groots man. (Shri Mataji spreekt met een Sahaja yogi in Hindi.) Maar we wilden dat er een echte Sahaja yogi naar toe ging. Hij spreekt ook Spaans. Maar ik moet zeggen dat dokter Singh zo geïnteresseerd is.

YOGINI: Moeder, maar het is maar voor drie maanden.

SHRI MATAJI: Oké. Ja, dat is wat hij zei, het is voor drie maanden. Dat is het. Het mag langer zijn.

YOGI: Na dat werk zal hij uitstekende referenties hebben.

SHRI MATAJI: Nu kan hij naar andere plaatsen gaan. Hij is nergens aan gehecht; dat heb ik bij hem gemerkt. Zie, Don is een zeer diepe Sahaja yogi, zeer diep. En hij zei, “Ik heb geen voorkeur voor Spanje. Waar u me ook heen stuurt, moeder, zal ik gaan.” Dus hij is niet zozeer gehecht aan… hij is een zeer diepzinnig persoon. Dat was een goed antwoord. Dus hij kan ergens anders heen gaan als hij zegt, “Het is niet dat ik aan Spanje gehecht raak.” Laat me eens kijken. Maar je kunt nu beter groeien. Heeft hij je verteld wat het probleem is? En hij moet goed Engels leren, zie je? Dat is heel belangrijk, want Sahaja Yoga… Ik kan niet in alle talen spreken. Dus probeer het te leren. Hier zouden de mensen Engels moeten leren aan mensen die niet goed Engels kennen, oké? Niet dat Engels de taal van God is, maar ik versta het tenminste. Anders hebben alle Engelsen een groot ego. En ik kan niet zoveel verschillende talen leren, oké? Probeer Engels te leren en probeer ook Sahaja Yoga mentaal te begrijpen. Dat is belangrijk. Want je moet het aan de mensen uitleggen, met ze praten. Omdat je praat, maar het heeft geen zin voor de andere mensen als je niet mentaal bent toegerust. Zij die alleen met hun hart aan Sahaja Yoga verbonden zijn moeten zichzelf ook geestelijk toerusten, moeten Sahaja Yoga verstandelijk begrijpen, dat is heel belangrijk. En zij die het alleen met hun verstand begrijpen moeten het met hun hart leren begrijpen. Begrepen?

YOGINI: Het lezen van “The Advent”, moeder, is zeer nuttig, het helpt echt om dit probleem te overwinnen, want ik had dezelfde problemen.

SHRI MATAJI: Goed. Probeer “The Advent” te lezen, leg het haar uit. Zorg dat ze het begrijpt. Hoe gaat het met u? Je kwam nooit naar de…

YOGI: Helaas, ik moest werken.

SHRI MATAJI: Ik begrijp het.

YOGI: Maar ik ben vergeten u te verwittigen.

SHRI MATAJI: Goed. [Shri Mataji spreekt met een Sahaja yogi in Hindi.] Mangalasutra? Heb je er twee? Eén is voldoende, bewaar er een voor de volgende puja. [Shri mataji spreekt met een Sahaja yogi in Hindi.] Je moet er een van goud halen. Ik koop er een voor jou als in naar India ga. Het moet voor de puja gebruikt worden. [zin in Hindi] En die kan dan elke keer gebruikt worden.

Moge God jullie zegenen.

YOGI: Moeder, vergeef ons alstublieft voor de fouten die we hebben gemaakt tijdens uw puja. SHRI MATAJI: Moge God jullie zegenen. Maak nu een lijst, en laat die controleren. En maak een volledige lijst; Probeer er aan te denken telkens je er heen gaat. Houd er een klaar. Anders, vraag er niet naar. Want het gaat er daar wel raar aan toe, is het niet? Het ziet er niet goed uit. Zeker omdat jullie zulke volwassen Sahaja yogi’s zijn. Kinderen mogen wel fouten maken, maar jullie zijn allemaal volwassenen, dus – het ziet er niet goed uit.

Moge God jullie zegenen.

YOGINI: Moeder, voor Hampstead, kennen we het protocol van puja’s niet zo goed en hoe we ons moeten gedragen in… er is geen… Hoe stelt u dan voor dat wij onszelf onderwijzen?

SHRI MATAJI: De volgende keer zal ik u een lezing hierover geven, goed? Want dat vereist een echt grote lezing, Maria.

Moge God jullie zegenen.

YOGI: Moeder, iemand brengt u wat te eten. Er wordt eten gebracht, moeder.

SHRI MATAJI: Nee. Ziet u, mijn familieleden gaan met mij eten. Het spijt me. Ze zijn allemaal thuis.

Het spijt me, ik moet gaan.