Shri Krishna Puja, Speel de melodie van God

Englewood Ashram, New Jersey (United States)

Feedback
Share
Upload transcript or translation for this talk

Shri Krishna Puja, Englewood, USA, 2 juni 1985

NlTVD 2019-0619

Vandaag zullen we Shri Krishna vereren.

Shri Krishna incarneerde op deze aarde tijdens een periode dat de mensen in India zeer ritualistisch waren. Zij waren slaven geworden van de zogenaamde Brahmanen die geen enkele notie hadden van God, want zij introduceerden het begrip dat een Brahmaan een zoon kon hebben die ook een Brahmaan was. De geboorte bepaalde dus iemands kaste. Voordien was het niet zo dat een Brahmaan een zoon had die ook Brahmaan was. Het is wél waar dat, als je werkelijk gerealiseerd bent, als je een echte gerealiseerde ziel bent, dat je kind ook een gerealiseerde ziel is. Daarom werd er gezegd dat als de vader een Brahmaan is, een gerealiseerde ziel, zijn zoon ook een Brahmaan wordt.

Omdat je een Sahaja yogi bent, kan je nu begrijpen dat de zoon van een Sahaja yogi normaal ook een Sahaja yogi wordt.

Daarom werd dus overeengekomen dat de kinderen van een Brahmaan ook Brahmaan zouden genoemd worden. En langzaamaan kwam het erop neer dat elk kind dat uit een Brahmaan geboren werd ook Brahmaan genoemd werd.

Nu hebben we gemerkt dat veel Sahaja yogi’s kinderen hebben die geen gerealiseerde zielen zijn. Misschien heeft dit te maken met hun eigen karma, of dat van het kind, wat dan ook, maar zelfs ik heb Sahaja yogi’s gekend die verschrikkelijk duivelse kinderen hebben.

Dit toont dus aan dat je door je geboorte niet kunt beweren dat je een Brahmaan bent, of iemand die Brahma kent. Brahma is de allesdoordringende kracht. Je wordt dus een Brahmaan door je karma, door wat je doet.

Zo hebben we Valmiki gehad, die maar een visser was. Hij schreef de Ramayana; hij was een grote Brahmaan. En dan was er Vyasa, die de Gita schreef. Hij was de onwettige zoon van een vissersvrouw en hij schreef de Gita.

Dit idee werd dus door Shri Krishna’s incarnatie afgewezen. Hij wilde het idee afwijzen dat Brahmanen de enigen zijn die God kunnen vereren. Om een ander uiterste te stellen tegenover wat Rama had gedaan, om mensen in het centrum te brengen, want door Rama waren ze gekomen tot een andere rigide vorm, vastgeroest ritualisme en te veel fundamentalisme. Om daar dus een eind aan te maken, wilde hij de maatschappij naar een ander uiterste brengen. Het was natuurlijk Shri Rama zelf die incarneerde als Shri Krishna.

Daarom begon hij met een nieuwe visie die bij de tijd paste; het was in de evolutie noodzakelijk dat zo’n nieuwe opvatting zou ingevoerd worden. En deze nieuwe opvatting was dat alles slechts Leela is. Het is enkel een spel, het is Leela. Het mag dus niet te ernstig genomen worden, niet zo stroef zijn, niet zo fundamentalistisch, niet zo nauwgezet. Alles is dus Leela. En deze visie werkte hij uit om aan te tonen dat het een spel is.

En dat zie je nu in Amerika; het is voor mensen heel normaal dat het een grap geworden is, het leven is een grap geworden. En zij denken dat het leven niet zo ernstig hoeft genomen te worden. Er zit meer plezier in allerhande dingen doen dan in al die remmingen, zoals zij dat noemen, of in allerhande vormen of patronen. Maar voor de Amerikanen is dat tegenwoordig een mythe, want daarvoor heb je Shri Krishna nodig, je moet je zelfrealisatie krijgen. Vergelijk het met in het water staan; de golven zijn daar zeer reëel voor jou en als je denkt dat het een illusie is, ga je ten onder. De illusie zal bewijzen dat het geen illusie is door zichzelf te bekrachtigen. Maar als je in een boot zit, is het water errond een illusie.

Het hangt dus af van de toestand waarin je je bevindt. Als je zelf-gerealiseerd bent, is alles een illusie, anders niet. Dan is het een realiteit. Zij vergaten dit punt dat je niet in die staat bent om het een illusie te noemen. Alles een illusie noemen, is dus jezelf misleiden, dat het niets uitmaakt dat het een illusie is

[als je niet gerealiseerd bent]

. Wat is daar verkeerd aan?

Het is erg symbolisch dat dit in het land van Shri Krishna algemeen aanvaard wordt, dat alles een illusie is. Wie is dus verkeerd, wie is slecht? Niets is verkeerd. Er is niet zoiets als kwaad, niet zoiets als goed. En sommige mensen gaan zover om te zeggen dat er geen bhoots zijn, geen rakshasa’s en dat er geen negatieve krachten zijn.

Hoe Krishna naar dit soort dingen keek, was dat zelfs een rakshasa doden een spel was. Een rakshasa vernietigen was ook een spel. In dat spel moest hij vernietigd worden. Hij maakte dus een onderscheid in die zin: welk spel diende vernietigd te worden en welk spel niet?

Het spel van het kwade vernietigde hij door zijn eigen spel. Zeggen dat het kwade niet bestaat, is dus ook verkeerd. Als je denkt dat alles een spel is, is je houding die van een toeschouwer. Je ziet alles als een toeschouwer; zoals in een toneelspel ga je erbij zitten en bekijk je alles als een toeschouwer, maar je weet wat een tragedie voorstelt en wat een komedie voorstelt. Je bent niet inert, want dan ben je voor niets goed. Het betekent niet dat je inert wordt.

Je hebt voldoende onderscheidingsvermogen om te weten wat een komedie en wat een tragedie is. Maar als je een acteur bent, dan is het voor jou geen komedie of een tragedie, het is werk. Als je acteert, dan acteer je en ben je een acteur, je geraakt erbij betrokken. Dat is het niet, want je kent het onderscheid niet tussen tragedie en komedie. Je bent gewoon een acteur zolang je goed betaald wordt; je moet je job goed doen, dan is het een komedie, anders is het een tragedie.

Er zijn dus twee soorten bewustzijnstoestanden, één van de toeschouwer en een andere van degene die het beleeft. In die optiek moet je begrijpen dat als Krishna dus zei dat alles een spel was, hij bedoelde: voor hem, niet voor anderen. Voor hem is het een spel. Als ze je zeggen dat het een spel is en een illusie, dan moet je hen antwoorden: Waarom doodde hij Kamsa? Waarom doodde hij Jarasandha? Waarom doodde hij al degenen die Kamsa volgden? Voor hem was het dus een spel, alles was een spel en hij deed dit omdat het zijn algemene houding was.

Als Shri Krishna’s krachten in je ontwaken, is wijsheid het eerste dat je zou moeten ontvangen. Wijsheid is echter iets dat je niet kunt beschrijven. Je kunt niet bepalen wat wijsheid is. Ze is zeer moeilijk te beschrijven of af te bakenen. Wijsheid is een temperament, het is de kwaliteit van een aard die je verwerft als je jezelf met vallen en opstaan in evenwicht brengt. Alle traditionele landen hebben meer aangeboren wijsheid dan niet traditionele volkeren. Maar Krishna brak met alle tradities. Daarom zijn jullie hier zonder veel tradities. Hij brak met alle tradities, maar hij was Krishna; hij had geen tradities nodig. Maar jullie, jullie moeten van volkeren met tradities leren wat wijsheid is. Dat doen we dus met vallen en opstaan. Wij maken fouten en daar leren we van.

Maar als ons ego zo sterk is, zoals in Amerika, dan willen we niet aanvaarden dat iets verkeerd was als we iets verkeerd doen, ook al was het tegen onze spirituele groei, tegen onze hogere betrachtingen. We voelen ons voldaan met de lagere betrachtingen, zoals er ook in Sahaja Yoga mensen zijn die rare dingen doen. Zij beseffen niet dat dit tegen henzelf gericht is, dat wat ze ook doen tegen henzelf gericht is. Zij zouden dit niet mogen doen; het was verkeerd. Integendeel, zij krijgen verstoringen in de linker Vishuddhi; dat is dus een nieuwe verstoring in de Vishuddhi chakra. Omdat je geen onderscheidingsvermogen hebt, doe je dus verkeerde dingen.

Om onderscheidingsvermogen te ontwikkelen … Het resultaat van dit alles is onderscheidingsvermogen, daarom maak je fouten. Als je fouten maakt, in plaats van het onderscheidingsvermogen te ontwikkelen dat dit een fout was en dat we dit de volgende keer niet meer mogen doen, in plaats van het onder ogen te zien, voelen we ons schuldig, we vluchten ervoor en beschadigen zo ook nog een andere chakra.

Zo krijgen mensen een probleem in de linker Vishuddhi, en linker Vishuddhi betekent dat je je schuldig voelt. Je schuldig voelen in plaats van er iets aan te doen. Dat is de beste manier om eraan te ontsnappen. In feite merken we dat de linker Vishuddhi meestal van het ego komt. Als je ego te sterk is, kan je je ego niet verdragen, dus steek je het in zijn schuldgevoel en je zegt: “Ik ben zeer schuldig, ik had dit niet mogen doen.”

Maar de andere kant die ook erg gevaarlijk is, is de rechter Vishuddhi. Door de rechter Vishuddhi proberen we al ons onbezonnen gedrag te rechtvaardigen.

Dus: “Wat is er verkeerd?” – “Wat is hier verkeerd aan?” – “Wat zou het?” Dat zijn allemaal problemen van de rechter Vishuddhi. Het is dus zeer gebruikelijk. Je zegt aan iemand dat het verkeerd is, bijvoorbeeld je haar te verven. Je zegt hen: “Doe dit niet, het zal je ogen bederven.” Zij zullen zeggen: “En dan? We hebben het recht om onszelf te schade te berokkenen, we hebben het recht om onszelf te vernietigen”, alsof ze Shri Krishna zelf zijn en dat ze zichzelf kunnen vernietigen. Kunnen zij dat? Ze kunnen zelfs geen kleine mier creëren, laat staan een mier, ze kunnen zelfs geen steen creëren. Waar halen ze het recht vandaan om zichzelf te vernietigen? Dit is dus het juiste gedrag, als we denken dat we het recht hebben om iets te vernietigen.

Zoals ik jullie gisteren vertelde: het is zeer belangrijk dat het de ogen zijn die je inleiden in het spel van Shri Krishna, de kracht van Shri Krishna. Zelfs een vluchtige blik, een korte oogopslag van iemand die Krishnabewustzijn heeft, zou voldoende moeten zijn om de Kundalini te doen ontwaken, zou in staat moeten zijn om iemand te verlossen, te troosten, te genezen.

Zelfs een zijdelingse blik kan dit bewerkstelligen, als hij Krishnabewustzijn bevat, maar niet de zelf-verklaarden die zeggen: “Wij zijn het Krishnabewustzijn”, en die de hele tijd de naam van Krishna of een of andere mantra reciteren.

Aan de linkerkant gebeurt de ontsnapping door schuldgevoelens. Als ze zich schuldig voelen, zoeken ze een methode om dat uit te drukken. Ze gaan dan naar een goeroe en de goeroe geeft hen een soort mantra die zij accepteren en voortdurend opzeggen. Als gevolg daarvan verstoren ze de linker Vishuddhi nog meer. Want als je een mantra blijft zeggen zonder verbinding, geraak je helemaal geblokkeerd. De linker Vishuddhi wordt opnieuw aangetast en je mantra’s zijn helemaal waardeloos, ze vernietigen je. In feite heb ik vele mensen gekend die een hartaanval kregen. Zij die hartbeklemmingen en zelfs kanker krijgen, zijn diegenen die op die manier mantra’s zeggen, zonder verbinding met het Goddelijke. Als je niet verbonden bent, dit is bijvoorbeeld niet verbonden, en als ik het teveel gebruik, zal het stuk gaan. Op dezelfde manier zal het centrum aan de linkerkant beschadigd geraken als je welke mantra ook zegt zonder verbonden te zijn, zonder de kracht van de mantra te voelen. In Sahaja Yoga hebben we bijgevolg mantra’s om deze mantra’s in de linkerkant te neutraliseren.

De rechter kant duikt op als we opscheppen. Het is een heel gewone zaak voor jullie politici, zij pochen. Zij denken dat ze zeer verantwoordelijk zijn en doen dan allerhande onverantwoorde dingen. Als je dus die chakra wilt schaden, dan moet je onverantwoordelijke praat verkopen. Zo kunnen we dus zeggen: “Ik zal dit voor je doen, ik zal dat voor je doen. Ik hou hiervan, ik zal het vinden, ik kan dit beheren” … en gedaan. Als je in de ego-vorm zegt: “Ik moet dit doen, ik zal dat doen”, dan duikt je ego op. Maar als je integendeel zegt: “Ik moet dit voor u doen, Vader; ik moet dit voor u doen, Moeder; ik zal uw werk doen”, dan verdwijnt dit allemaal en je verkrijgt die prachtige kwaliteit die we overgave noemen, wat Islam is. Islam betekent niets anders dan overgave.

Je geeft jezelf over door te zeggen: “Dit is uw werk Vader; ik werk voor u, ik ben uw instrument, ik ben uw fluit.” Je speelt dus de melodie van God.

Maar daarvoor heb je ook vanuit het midden het onderscheidingsvermogen nodig. Telkens opnieuw keer je terug naar het onderscheidingsvermogen. Zo doen sommige mensen allerlei verkeerde dingen en zeggen: “Moeder, wij deden dat voor u.” Hoe kan dat nu? Zoals iemand die wil  drinken. Hij zegt: “Moeder, ik werd dronken omdat ik u wilde helpen.” Of Hitler kan zeggen: “Ik doodde zoveel mensen omdat ik alle joden wilde uitroeien die Christus vermoord hebben.”

De rechter Vishuddhi bezorgt je dus een soort brein dat alles probeert te rechtvaardigen en alles probeert uit te leggen. Elke handeling kan verklaard worden. “Waarom doodde je iemand?” – “Daarom.” – “Waarom deed je dat?” – “Daarom.” Als je begint je verkeerde daden te rechtvaardigen, gaat je rechter Vishuddhi naar je brein. En wat je ook doet, kan dan gerechtvaardigd worden.

Als ik bijvoorbeeld zeg dat de Amerikanen naar dit land kwamen, dat ze in feite de anderen van hun land beroofd hebben en dat ze nu fijn gesetteld zijn … Wel, als ik dat zeg, zullen de meesten naar de linker Vishuddhi gaan. “O, we zijn schuldig; we deden dit, we deden dat.”

Maar een echte Sahaja yogi zal dat niet doen. Wat een echte Sahaja yogi zal doen, is zeggen: “Goed, dit hebben mijn voorvaderen gedaan, ik deed dit niet. Maar ik kan proberen om het recht te zetten, ik zal proberen boven racisme te staan; ik zal zorgen voor deze mensen die beroofd werden, ik zal hen trachten te geven wat mogelijk is.” Zo zie je het onder ogen en niet door te zeggen: “O, ik voel mij zo schuldig omdat mijn voorvaders dit alles gedaan hebben.” Maar wat doe je eraan?

Zo ging ik naar Zwitserland en zei: “Voel je niet schuldig.” En een dame zei: “Ik voel me schuldig over Vietnam.” Ik zei: “Wat deed je daar? Waarom voel je je vreemd genoeg schuldig voor Vietnam; je ging er tenminste niet naartoe om te vechten. Waarom voelde je je dan schuldig?” Ze zei: “Ik voel me schuldig omdat ik denk dat we iets verkeerds gedaan hebben.” Ik zei: “Waarom noem je jezelf ‘wij’?”

Dit is weer een ander geval dat voortkomt uit een gebrek aan onderscheidingsvermogen, dat we een persoonlijkheid worden die volop deel uitmaakt van het geheel. We denken dus: “Wij Amerikanen zijn de wereld.” Goed, hoe? De dag dat je de wereld wordt, zullen de meeste problemen opgelost zijn. Zij zijn de grootste problemen, evenals de Russen. Beide zijn problemen voor de wereld.

Als zij de hele wereld worden, is er geen probleem, is er geen probleem, want dan worden ze de liefde.

Maar stel je een situatie voor waarbij we denken dat wij het zijn, wij. Wie zijn die ‘wij’? Echtgenoot en echtgenote kunnen niet samenleven. Kinderen en vader kunnen niet samenleven. Een moeder kan niet met de kinderen leven. Wat zijn ‘wij’? Waar zijn ‘wij”? Zo’n versplintering. Ze zullen over kleine dingen vechten, zoals een pennenmes of zoiets. Welk pennenmes zullen we kopen? Daarvoor zullen ze vechten. Hoe zijn ‘wij’? Er is geen eenheid, er is geen eensgezindheid.

De Vishuddhi chakra is net het tegendeel van dat alles. Vanaf het eerste begin moet je beseffen dat een gerealiseerd iemand alles moet zien als een spel. Zelfs de vernietiging van het kwaad is belangrijk, zelfs het doden van het kwaad is belangrijk. Als je het kwaad niet doodt, zal het kwaad overheersen. Denk je dat Hitler had moeten gered worden en had moeten verantwoordelijk zijn voor God? Hij werd gered door hem te doden. Omdat hij vernietigd werd, omdat alles vernietigd werd, werd hij gered.

We moeten begrijpen dat in zijn leven, in Krishna’s leven, dit het eerste is dat gebeurt, zodat voor jullie het kwaad moet worden vernietigd. Je dient dus te bidden: “O Heer, maak een einde aan al het kwaad in de wereld, alle vernietiging in de wereld, alle breinen die groeien naar onze vernietiging toe. Tracht het alstublieft te neutraliseren.”

Dit is wat een Sahaja yogi zou moeten vragen. In plaats daarvan proberen zij zich soms met deze ideeën te identificeren. Dat is niet correct. Je moet daartegen in opstand komen en zeggen dat het verkeerd is: “Wij mogen niemand vernietigen, we mogen niemand doden, we hebben daar geen enkel recht toe.” Als Krishna aan Arjuna zei: “Dood al je verwanten, al je vrienden en degenen die goeroes lijken te zijn, maar zij zijn al dood.” Het was Shri Krishna die dit zei, het was de incarnatie van Shri Krishna die dit zei. Dat betekent niet dat je nu iedereen moet beginnen doden, alsof je Arjuna wordt … Je bent Arjuna niet.

Zo ontstond Anand Marg, deze organisatie, die iedereen uit de weg ruimde, omdat ze dachten dat ze het recht hadden om te doden. Hoe?  Je hebt geen besef van goed of kwaad. Hoe kan je iemand doden, of hoe kan je iemand redden. Probeer eerst te redden in plaats van te doden. Stel dat je geconfronteerd wordt met een boot in gevaar, mensen dreigen te verdrinken en je moet die mensen gaan redden. Zal je die mensen doden of ze trachten te redden? Dit is geen gelegenheid om te doden. Je hoeft je geen zorgen te maken over ‘doden’, laat God dat doen. Jullie moeten mensen redden, jullie moeten altijd zoveel mogelijk mensen redden. En vergeet de mensen die aan de verkeerde kant staan. Verdrijf ze. Zet hen buiten. Zorg dat je niets met hen te maken hebt. Doe wat je wil, maar doodt hen niet.

Dit is iets dat jullie als Sahaja yogi’s moeten begrijpen, dat je niet hier bent om iemand te doden, om iemand te vernietigen, om iemand te kwellen of om iets te doen dat niet in orde is. Het is zelfs niet nodig om harde woorden te gebruiken. God zal ervoor zorgen. Hij is vandaag de dag zo bezorgd; jullie staan op de scène en hij is er zo op uit om jullie te helpen op alle mogelijke manieren omdat jullie zijn werk doen. Maar zijn werk doen, betekent niet dat je zijn zwaard opneemt en iedereen gaat doden. In Sahaja Yoga bestaat er een gewoonte, ik heb gemerkt dat mensen zeer agressief worden en zeer agressief spreken. Vooral tegenover nieuwe mensen die naar een programma komen. In plaats van vriendelijk, lief, medelevend, goed te zijn, zeggen ze onmiddellijk: “Je bent een bhoot!” Het gebeurt vaak. Je zult mij dat nooit weten doen, niet? En dan begin je ook nog agressief te worden tegen mekaar, wat tegen het Vishuddhi-principe ingaat. Je mag niet agressief worden. Zie je, het gaat allemaal om onderscheidingsvermogen.

Onderscheidingsvermogen is diplomatie. De goddelijke diplomatie wordt uitgedrukt door jullie onderscheidingsvermogen. Als je onderscheidingsvermogen hebt, weet je: deze man is gevaarlijk, hij zal je last bezorgen. Nu je dit vermogen hebt, zal je die man op zo’n manier uit de groep verwijderen dat er geen discussie of vernietiging zal zijn. Maar je zal hem integendeel uitdagen en een groot gevecht aangaan. En Sahaja yogi’s kunnen vechten; soms weet ik niet wat ik over hun gevechten moet zeggen. Je moet dus onderscheidingsvermogen hebben, je moet het begrijpen. Er ontwikkelt zich bijvoorbeeld een situatie dat iemand je vertelt: “Zie je, deze persoon heeft dit over je verteld.” Dan vertelt dezelfde persoon dit aan iemand anders: “Die persoon heeft dit over jou verteld.” Dan begin je ruzie te maken in plaats van uit te vissen wat er aan de basis ligt: “Waarom, waarom gebeurt dit? Waarom is deze situatie tussen ons ontstaan? We waren vrienden; wat is er gebeurd?” In plaats daarvan begint men te vechten, boos worden.

Dat is niet de handelwijze van een gerealiseerde ziel. Gerealiseerde zielen moeten uiterst voorzichtig, delicaat, mooi zijn.

Niemand zou mogen merken dat je op een of andere manier iets doet, en dan kan je het uitwerken. De incarnatie van Shri Krishna is dus, zoals we al zegden, de incarnatie van de goddelijke diplomatie. Daarom speelt hij.

Ik zal je een voorbeeld geven van hoe hij speelt. Er was eens een rakshasa, een duivel, die van Shri Shiva een zegening bekomen had dat niemand hem kon doden. Enkel een heilige die heel z’n leven lang zijn ogen niet had geopend, kon hem doden als hij naar hem keek.

Er was een heilige die de zegen bekomen had dat als hij in yoga ging, yoganidra, de yogaslaap, om het even wie kon doden als hij zijn ogen opende en op die persoon richtte.

Maar Krishna was erg slim. Hij bestreed deze duivel en deze duivel stond op het punt Krishna te doden. En Krishna wist alles over zijn achtergrond. Daarom liep hij weg van het slagveld; zo kreeg hij de naam Ranchodas. Weglopen van het slagveld wordt als een vernedering aangezien, want het is niet heldhaftig van het slagveld weg te lopen. Maar Krishna gaf daar niet om, hij liep weg en de duivel volgde hem. Hij liep binnen in een grot waar die grote heilige lag te slapen in zijn yoganidra. Hij nam zijn eigen sjaal en legde die langzaam, voorzichtig over de heilige en verstopte zich.

Die rakshasa volgde hem. Hij zag die heilige liggen. Hij dacht dat het Shri Krishna was. Hij zei: “Ah, nu ben je moe, je ligt te rusten. Kom op, open je ogen.” En zodra hij de sjaal zonder veel moeite wegtrok, stond de heilige op, keek hem aan en hij brandde op. En Krishna vond het niet erg dat hij de minder goede naam van Ranchodas kreeg. Dat is het teken van diplomatie.

Gedurende zijn hele leven was dit onderscheidingsvermogen aanwezig: wat hij moet doen, wat juist is, wat verkeerd is … Hij heeft daar geen probleem mee.

Hij had deze krachten nodig op deze aarde. Hij gebruikte dus een list. Hij had al deze krachten in de vorm van vrouwen, jonge vrouwen. Hij maakte dat een koning deze vrouwen naar zijn hof bracht om ze te gebruiken. Maar hij kon ze nooit aanraken. Shri Krishna versloeg deze koning. Hij had een verantwoording nodig, een religieuze verantwoording om dit te doen. Hij doodde deze koning, hij nam deze vrouwen mee en zij werden allen zijn zogenaamde echtgenotes.

Hij gebruikte allerhande trucs in zijn spel. Ik zal vertellen over zijn Radha-truc. Vandaag draag ik een sari zoals Radha omdat zij Viratangana is. Zij beschermt onze Sushumna Nadi. Zij is Mahalakshmi en draagt deze sari zo om ons te beschermen. Zij draagt hem zo, terwijl zij haar linkerhand open houdt, want zij is de shakti van Mahakali, en zij houdt haar rechterhand gesloten, want de rechterhand is de shakti van Mahasaraswati, de kracht van de schepping, maar de schepping was al gebeurd. Zij schiep de aarde en de mensen; alles was al gebeurd. Dat is nu voorbij.

In India wordt Brahmadeva niet vereerd, behalve in één tempel waar ze Brahmadeva wel vereren. Voor de rest heeft Brahmadeva geen tempel.

Zij [Radha]sluit deze zijde af, bewaart ze in zichzelf en zij opent haar linkerkant. En de voorzijde verschaft de volledige bescherming aan haar volgelingen.

Zo maakt zij de volledige grote ‘archal’. Normaal gesproken is de ‘archal’ de andere kant, waarin het kind gehouden wordt, verborgen in een andere sari. Maar in deze sari, in de sari die ze hier gebruiken, wordt het kind hieronder gehouden, zodat Mahalakshmi helemaal kan opstijgen. En zo wordt Radha’s kracht getoond.

Ik zal je nu het laatste verhaal vertellen om deze toespraak over Radha en Krishna te beëindigen. Op een dag werd een van de vrouwen van Shri Krishna bedrogen door Narada. Narada zei: “Zie je, Krishna houdt niet van je, hij houdt enkel van Radha. Hij vertelt je verhaaltjes dat hij van je houdt, dat jullie zijn vrouwen zijn, maar dat is niet zo. Hij is enkel verbonden met Radha.”

En dat gerucht geraakte bij de vrouwen. En allemaal begonnen ze te voelen: “Inderdaad, dat is zo.” Dus gingen ze naar Shri Krishna en zeiden hem: “Je houdt niet van ons, je houdt enkel van Radha.” Hij zei: “Wie zei dat?” Zij zeiden: “Narada.” – “Nee, nee, nee, wie zei dit?” Ze zeiden: “Narada.” Hij zei: “Narada vertelt leugens, zie je, hij probeert ruzie te stoken tussen jullie en mij, luister niet naar hem.” Ze zeiden: “Nee, nee, het is waar, we kunnen het bewijzen.” Hij zei: “Goed, daar weet ik niets van, maar nu krijg ik hevige maagpijn, hevige pijn, ik kan het niet verdragen.” Dus waren ze allemaal bezorgd. Ze zeiden: “Wat is er aan de hand? Wat voor pijn is het? Wat kunnen we doen om die pijn te verdrijven?” Hij zei: “Heel eenvoudig, geef mij het stof van jullie voeten om te drinken. Als jullie het stof van jullie voeten kunnen nemen en mij te drinken geven, dan ben ik gered.” Maar de dames gebruikten hun verstand. Ze zeiden: “Hij houdt niet van ons en als we hem nu ook nog het stof van onze voeten geven, zullen we zondigen en dan wordt het erger. Wat voor zin heeft het dus om te doen wat hij vraagt. Hij is heel diplomatisch, laten we het maar vergeten.” Ze zeiden: “Nee, nee, nee, zoiets zondigs als u het stof van onze voeten geven, willen we niet doen, dat is niet volgens het protocol, dat mogen we niet doen, leer ons geen slechte zaken.” Dus stopten ze ermee.

Toen kwam Narada erbij en hij zei: “Wat nu? Wat moet er gebeuren om uw maagpijn te verdrijven?” Hij zei: “Er is maar één uitweg. Ga naar Radha en zeg haar dat ik maagpijn heb en dat dit het medicijn is.” Hij ging dus tot bij Radhaji en zei haar: “Krishna is erg ziek, hij heeft maagpijn en je moet hem het stof van je voeten geven.” Zij zei: “Ja, waarom niet? Neem het maar om die pijn te verlichten, waarom niet.” Hij zei: “Ben je niet bezorgd over je punyas, ben je niet bang te zondigen?” Ze zei: “Jij kent Shri Krishna niet, er is in hem geen zonde. Hij doet mij zondigen van ‘s morgens tot ’s avonds. Waarom zou ik mij zorgen maken over zonde? Ik maak me geen zorgen; neem dit voor hem, dit is zijn zorg.” Dus nam hij het stof van Radha’s voeten en bracht het naar Shri Krishna.

Shri Krishna vroeg: “Gaf ze je het stof?” Hij zei: “Deed ze dat?” Hij [Narada] zei: “Ja, dat deed ze; ik ben verbaasd; ze is niet bezorgd over haar zonden, zij is niet bezorgd.” Hij zei: “Dat weet ik.” Narada zei: “Hoe verklaar je dat?” Dus zei hij: “Je zult het zo meteen begrijpen.” Hij nam het stof van Radha’s voeten. Zie je, Radha’s voeten hingen vol stof van Vrindavan en Vrindavan heeft een gele soort klei, zie je, de grond is gelig en al dat geel was op haar voeten; zij veegde het af en gaf het hem. En toen Shri Krishna dat stof opdronk, keek Narada in het hart van Shri Krishna: Radha lag er neer en speelde met haar voeten op de lotus van zijn hart. De lotus was bedekt met pollen en de pollen zette zich neer op haar voeten en maakte ze geel. Daarom zei ze: “Als ik in zijn hart ben, zijn mijn voeten in zijn hart, wat voor zonde kan ik dan begaan?” En toen de dames dat hoorden, beseften ze dat hun begrip over Krishna onvoldoende was. Zij moesten Radha zijn om hem te begrijpen. Zo speelt hij de diplomaat, door enkele eenvoudige trucs hier en daar.

En om de schoonheid van de Leela te introduceren, begon hij met Ras. Ra is energie, Sa betekent ‘met’. Daarom deed hij Radha dansen; zij staat bij hem, geeft hem kracht en iedereen danst. En zij keken toe hoe Radha en Krishna dansten. Dit is wat hij aanvatte, en om het te voltooien creëerde hij het Holifestival en zei: “Laat alles los! Laat gedurende één minuut alles los.” En dat loslaten is één dag geworden waarop je alles moet loslaten. Maar hier is het het hele jaar door Holi geworden. De mensen houden het hele jaar door Holi zonder Shri Krishna en Radha.

Hoe zal die plek er dan uitzien? En daarom denk ik, dat als je anderen probeert aan te trekken met al deze domme dingen, alleen de bhoots worden aangetrokken en ze dringen in je binnen. En eens ze binnenin je zijn, doe je rare dingen; je weet niet waarom je je zo gedraagt, waarom dingen op die manier uitwerken. Daarom moeten we beseffen dat we voor God aantrekkelijk moeten zijn. En voor God ben je enkel aantrekkelijk als je je spirit hebt. Alleen als de spirit schittert, dan krijg je het.

Moge God jullie zegenen