Devi Puja, Brahmapuri 1985

(India)

Feedback
Share
Upload transcript or translation for this talk

Shri Mataji Nirmala Devi

Puja in Brahmapuri

Brahmapuri, India

27 december 1985

Engelse transcriptie: ISDP verified
Nederlands: eindversie 16/07/2010

Tekst vertaald uit het Marathi staat tussen [* *]

(Vraag haar, Nathalie, kom maar hier. Geef Danya een hand. Gaat het nu goed met je, Ray? Breng bij iedereen kumkum aan. Neem dat maar, kijk, je kunt dat hier laten. Breng het maar aan bij alle vrouwen.)

Gisteren stond er een jongen op en stelde me een vraag, namelijk: “Als wij zo’n ‘yoga bhumi’ zijn, als wij zo’n heilig land zijn, waarom zijn dan alle wetenschappelijke ontdekkingen in het Westen gebeurd?”

“Een heel goede vraag”, zei ik. Ik zei: “Dat is de kennis van de boom, zoals ik jullie al verteld heb; dat is de kennis van de boom. En aan wat zij bereikt hebben komen nu grenzen, en nu willen ze de kennis van de wortels verkrijgen. Daarom zijn ze hier.”

Dus om de kennis van de wortels te verkrijgen, moeten we daar eerst en vooral nederigheid over voelen. We hebben deze kennis tot nu toe nog niet verkregen, we hebben nooit geweten wat zich in het Koninkrijk van God bevindt. Zoals Krishna gezegd heeft, groeit deze boom naar beneden, en de wortels bevinden zich in het brein – duidelijk. Het getuigt dus van groei om naar de wortels te gaan, dat is een andere stijl. De Kundalini moet opstijgen om de wortels te bereiken, en wat we moeten doen om in de wortels binnen te treden is er kennis over te verkrijgen.

Nu hebben we het over al deze dingen, zoals ik het gisteren had over het dragen van een bindi[1]. Nu is dit ook – God zij dank, ondanks alle wijzigingen in de Bijbel, staat in de Bijbel beschreven dat je gekend zal zijn door het merkteken dat je zult dragen. Laat ons nu kijken hoeveel er moedig genoeg zijn, zelfs in India, om dit merkteken te dragen. Dat is waarom jullie zo snel blokkades oplopen, het is één van de redenen waarom jullie blokkades krijgen. Eerst en vooral zijn de ogen niet stabiel. Jullie zijn niet gewend aan stabiele ogen, zie je, Indiërs hebben bijvoorbeeld heel stabiele ogen. Van in hun kindertijd wordt hen onderwezen: “Waar is je aandacht?” De hele tijd wordt hen gevraagd: “Waar is je aandacht?” [*Er staan een paar westerse Sahaja yogi’s achteraan. Geef hen alsjeblieft een stoel om op te zitten, want ze kunnen niet op de grond zitten.*] Waar is dus je aandacht? Nu is de aandacht steeds zo verstoord, en dat is waarom je heel snel blokkades krijgt, en wanneer je blokkades oploopt door middel van je ogen, gaat dit doorheen je Agnya chakra. Nu is dit de bescherming van de Agnya chakra; het is in feite het bloed van Christus dat je draagt. Maar mensen moeten die moed hebben. Ze zullen een kruis dragen, maar niet dit.

In de westerse landen is het heel moeilijk voor mensen om genoeg moed te hebben om dit te dragen. Ze zullen met excuses aankomen: “Moeder, we zullen onze baan verliezen”, dit en dat. Ze hebben allerlei soorten excuses. Maar als jullie moedige mensen zijn, dan zullen jullie dit ooit moeten gaan dragen. Misschien kan je ermee beginnen dit ’s nachts te doen, daarna overdag. Langzaam maar zeker kan je eraan wennen. Dat is het enige waarvan ik vind dat jullie het moeten dragen – het is belangrijk. Het zou een goed idee zijn, omdat jullie niet langer zullen blokkeren. Want als je naar buiten gaat, is je aandacht naar buiten gericht, je ziet wat er buiten gebeurt, er is een slechte atmosfeer. Bovendien, als je dit aanbrengt zal het niet alleen jou beschermen, maar het zal ook anderen beschermen. Je zult hen een nieuw idee geven. Uiteindelijk kleed je je ook zoals hen, je bent precies hetzelfde als hen – dat moet ook. Maar je moet je beschermen, en ter bescherming moet je zoiets dragen. Toen ik voor het eerst naar Engeland ging, merkte ik dat ze me uitlachten als ze mijn rode merkteken zagen. Ik bedoel, als zij lippenstift dragen dan is dat wel goed, zelfs al zijn het clowns, al zijn het hippies, al zijn het punkers, dat is allemaal goed; maar niet als je iets fatsoenlijks draagt dat van wetenschap getuigt, het getuigt echt van kennis.

Om de kennis van de wortels te begrijpen moet je dus begrijpen wat het betekent, waarom deze cultuur zo is: omdat het meer naar de wortels gericht is, de beweging is niet naar de boom gericht. En waar is de boom uiteindelijk geëindigd? Voorbij de Muladhara chakra. Dus nu keren ze terug. Om van de bladeren terug te gaan naar de wortels is heel moeilijk, maar om van de wortels naar de bladeren te gaan is gemakkelijker. Voor deze groei moeten we dus nederig zijn, om de kennis te kunnen verkrijgen – de kennis van de wortels. De reden waarom ze dit dus aanbrengen, allemaal, is dat ze hun Agnya willen beschermen. Dan is er eerst en vooral geen ingang meer. Daarom groeit een Indiër vanaf het moment dat hij de realisatie krijgt. Hij blijft niet steeds maar opnieuw blokkeren; ik bedoel, dat gebeurt hier niet. Dit is één van de dingen die je moet doen.

Nu het tweede is de puja. De puja heeft op iedereen een zeker effect, maar enkel naargelang je diepte; en daarvoor heb je shraddha[2] nodig, vertrouwen. Als je verstand maar blijft denken, kan je niet veel bereiken met een puja. Terwijl voor Indiërs het bijwonen van een puja het allerhoogste is. Ze maken zich niet druk om mijn lezing, wat dan ook; als ze het programma missen, dat maakt niet uit, het muziekprogramma maakt hen niet uit, eender welk gebrek aan comfort maakt hen niet uit – zolang ze maar de puja kunnen bijwonen. Vandaag zijn er mensen gekomen van tweehonderd tot driehonderd mijl ver, voor deze puja, van zo ver, omdat ze weten dat dit de kennis van de wortels betreft. Daarvoor moet je de puja doen. Als je spiritueel wilt groeien moet je dit doen. Maar als je je nog steeds op hetzelfde niveau bevindt; als je nog steeds over de stijl van de boom nadenkt, dan zal je neerwaarts gaan. Om je naar binnen te bewegen heb je al deze instrumenten nodig. Eén daarvan is die van de puja.

Nu, zijn we voorbereid voor de puja? Zijn we nog in de veronderstelling dat het moet beginnen op de tijd waarop het gepland was te beginnen? Eerst en vooral zijn we heel erg gehecht aan onze horloges. God zij dank ben ik gisteren mijn horloge verloren! Want we zijn nu zo gehecht aan onze horloges dat een puja die om elf uur gepland is ook echt om elf uur moet beginnen. Dat is niet de bedoeling – het hangt er vanaf. Het gaat om de natuurlijke groei van ons wezen, het gaat om het natuurlijke proces van de manier waarop we groeien. Toen ik hier kwam, je zult verrast zijn dat mijn hele rechterkant verlamd was, totaal verlamd. Mijn rechtervoet was verlamd, ik kon mijn benen gewoon niet bewegen, en mijn beide voeten waren als versteend geworden, en ik wist niet wat er gebeurde. De reden is dat iedereen teveel aan het nadenken was.

Maar onze aandacht zou moeten zijn bij de staat waarin we verkeren, hoe we onszelf verbeteren, dat is zeer belangrijk; wat we al bereikt hebben. Maar onze aandacht wordt integendeel verstoord door veel verschillende dingen. Eén ervan zou de huwelijken kunnen zijn, het feit dat er huwelijken moeten plaatsvinden, wat er gaat gebeuren, en dergelijke. Maar tijdens de puja heeft dit helemaal geen betekenis. Niets is van groter belang dan het ontwikkelen van jezelf, en dit is waar het om draait: in deze tijd moet je je wortels ontwikkelen. En het ontwikkelen van je wortels is een heel ander soort wetenschap.

Een ander feit is dat je de boom in beweging kan brengen door middel van agressie, door agressief gedrag. Maar wanneer je het menselijk verstand agressief behandelt, dan word je meer in de richting van de Muladhara getrokken, in de richting van de zwaartekracht, en ga je neerwaarts, in de richting van het dode, en het materialisme begint zich te ontwikkelen. Omdat het omgekeerd werkt, de menselijke groei werkt omgekeerd. Je weet dat het brein zich hier bevindt, niet aan de voeten. Het begint in het brein, de groei begint vanuit het brein; zoals jullie als dokters weten dat alles zich hier bevindt en dat de zenuwen naar beneden gaan, ze beginnen niet in de voeten. Wanneer je dus je aandacht begint te richten op je uiterlijke groei, ga je automatisch in de richting van materialisme. Maar dan ontdek je dat materie niets betekent, dat je jezelf versteend hebt. Dus daarna kom je hiervan terug.

En nu moet je je gedrag volledig aanpassen aan dit nieuwe leren, en dit nieuwe leren bestaat erin dat je eerst en vooral een nederige houding moet ontwikkelen. En ten tweede, wat zullen we bereiken in onze groei door te leren over dit ander soort tantra[3], dit mechanisme, het goddelijke mechanisme – hoe we dit kunnen uitwerken.

Iemand die uitermate efficiënt is op het andere gebied kan volkomen onefficiënt te werk gaan op dit gebied, totaal nutteloos: bezeten, agressief, nergens goed voor, heetgebakerd, heel heetgebakerd, en verstoken van elke vorm van liefde, affectie, mededogen. Ze waren hier bijvoorbeeld geschokt te horen dat mensen hun eigen kinderen vermoorden in Engeland, ze konden het niet geloven. Ze kunnen zelfs niet geloven dat er één kind op die manier vermoord wordt. Ze denken dat de Engelsen volmaakte mensen zijn, hoe kunnen ze dan hun kinderen vermoorden? Ze zijn absoluut volmaakt in de ogen van Indiërs. Indiërs hebben geen idee over het soort leven dat men daar leidt. Dus toen ik hen zei: “Jullie hebben het helaas mis, het zijn heel ongelukkige mensen. Denk maar niet dat door het ontwikkelen van radio’s en al deze dingen, ze gelukkig zijn. Ze zijn allemaal gek. Ze zitten maar voor de televisie, ze kunnen niet zonder, ze veranderen zelf in televisies. En de televisie buit hen uit, stopt verkeerde ideeën in hun hoofden, en ze zijn gehersenspoeld, ze zijn heel erg geconditioneerd,” – ze kunnen dit niet geloven. Ze kunnen niet geloven dat mensen zo wreed kunnen zijn in het Westen; want de groei is op materialisme gericht, en als gevolg daarvan worden ze oppervlakkig, ongevoelig, immoreel, en ook verstoken van elke vorm van mededogen en liefde.

Dus eerst en vooral, zoals ik gisteren zei, zou je moeten zeggen: “Ik ben niet Frans,” – je zou moeten zeggen: “Ik ben geen westerling.” Laat ons kijken, misschien werkt dit, misschien werkt het beter: “Ik ben geen westerling.” Als je je inschrijft aan een universiteit – als je bijvoorbeeld aan de universiteit van Oxford was en daarna ga je naar de universiteit van Cambridge, dan zal je het teken van de universiteit van Cambridge moeten dragen. Op dezelfde manier, nu je van nationaliteit veranderd bent, vind ik dat je moet zeggen: “Ik ben nu niet langer een westerling.” Misschien zegt je paspoort wel iets anders, maar dat maakt niet uit. Maar jullie hebben in India een speciaal voorrecht als Sahaja yogi’s, dat weten jullie. Als Sahaja yogi’s heeft de regering jullie aanvaard. Als jullie hier voor altijd willen blijven, zullen zij hier geen bezwaar tegen hebben.

Dus dit, alles waarvan we het gevoel hebben dat het zich ontwikkelt op het niveau van de boom, moet veranderd worden. Hier wordt alles verenigd, samengebracht. De hele boom is samengebracht in een zaadje. Als je dus de wortel wilt worden, moet je naar beneden komen, naar de plaats waar alles samengebracht wordt. Nu is het vormen van groepen verkeerd. Als je een groep vormt onder de Engelsen, dit, dat, of onder de Indiërs, of wat dan ook, dat is verkeerd. In Sahaja Yoga geloven we niet in dit alles. Er bestaat geen onderscheid tussen de ene Sahaja yogi en een andere Sahaja yogi, omdat het Vishwa Dharma[4] is. Maar hoewel we zeggen dat dit Vishwa Dharma is, zijn we er nog niet helemaal mee in overeenstemming, we zitten nog niet samen in dezelfde hal zoals het zou moeten zijn. We zijn nog steeds afgescheiden, we zijn nog steeds verschillend, we moeten ons nog mengen onder de verschillende landen. We moeten allemaal één worden met elkaar, elkaar begrijpen; dan alleen zullen de problemen van het Westen verdwijnen.

Als resultaat van deze rechtse beweging heb ik het gevoel dat mensen werkelijk idioot worden. Ik classificeer ze als idioot of dom, en dergelijke. Ik bedoel, ik weet niet in welke categorieën ze later zullen belanden, in categorieën die nooit eerder bestaan hebben. Ik bedoel, het zou een nieuwe dimensie van domheid kunnen zijn. Dit is wat ik denk, dat je je nu eerst en vooral deze nieuwe yantra[5] eigen moet maken, deze nieuwe methode: hierbij kijk je niet naar het lichamelijke comfort, je kijkt niet naar de zogenaamde emotionele vleierij. Al deze dingen zie je niet langer, maar waar ga je heen – naar de onschuld. De kwaliteit van de materie zelf is onschuld, de essentie. Dus de kwaliteit, zou ik zeggen, of de essentie van alles, dat word je. Jij wordt de essentie. Maar daarvoor moet je je naar binnen toe ontwikkelen, en de beweging naar binnen toe is enkel mogelijk wanneer je jezelf begrijpt en respecteert, en je jezelf bevoorrecht acht dit alles te kunnen doen.

Maar je moet begrijpen waarom ik je dit vertel. Ik heb niets aan jullie te winnen. Nu moet je niet denken dat ik jullie in Indiërs probeer te veranderen, maar als jullie hier een driedelig pak zouden dragen en een das, wat zou er dan met jullie gebeuren? Ik bedoel, jullie zouden allemaal uitslag krijgen op je lichaam. Je moet je aanpassen aan het klimaat, en je zult erg van deze kleding genieten omdat het heel comfortabel zit. Je zult genieten van het baden in de rivier, het is heel comfortabel. In dit land komt dit jullie beter van pas.

Dus op dezelfde manier moeten we inzien over dit leven waarin we nu binnentreden, dat het uiterlijk niet belangrijk is – het innerlijk is belangrijk. En daarvoor moeten we alles wat er uiterlijk aangepast moet worden gewoon doen, we moeten het doen. We moeten het leren, we moeten het begrijpen, wat dit is, wat dat is. Nu, omdat jullie wetenschappers zijn, jullie westerlingen zijn, hebben jullie een voorsprong op de Indiërs zou ik zeggen, op het vlak van wetenschap, oké. Wat deze kennis aangaat hebben zij een voorsprong op jullie. Dat is niet erg, het is oké. Zij hebben deze plaats gekozen om te leven, jullie hebben die plaats gekozen om te leven; omdat jullie moedige mensen zijn, denk ik, ten eerste, en ten tweede omdat jullie daar waarschijnlijk iets goeds wilden verrichten. Maar daarvoor moeten jullie leren.

We zeggen bijvoorbeeld dat onze wetenschappers hier moedige mensen zijn, omdat ze proberen de wetenschap te bestuderen, omdat ze naar het buitenland willen gaan en hierover willen leren en de kennis mee terug brengen naar ons. Op dezelfde manier zijn jullie nu de vertegenwoordigers van goddelijkheid uit al deze landen, vertegenwoordigers van goddelijkheid. Je moet goddelijkheid uitdragen, omdat het in dit land tot stand gebracht is. En omdat jullie duidelijk kunnen zien dat het zo is, accepteer het; er is niets om je slecht over te voelen. Dit komt doordat je gehecht bent aan een bepaalde nationaliteit en alles wat je denkt, maar er is niets om je slecht over te voelen. In India voelen de mensen zich heel trots als ze naar het buitenland gaan om wetenschap te gaan studeren. Zelfs als ze vegetariërs zijn hebben ze er niets op tegen om aan biologische ontleding te doen of wat dan ook, omdat het wetenschap is, het is kennis. Dus omwille van de kennis moet je al deze dingen doen. En eenmaal je beseft dat je omwille van de kennis hieraan werkt, zal dit je een heel eind op weg helpen.

Deze, deze puja van vandaag heeft een speciale betekenis, want gisteren was het Datta Jayanti, dat wil zeggen de geboorte van Dattatreya. En je kent het verhaal van Dattatreya, de meesten van jullie kennen het verhaal van Dattatreya, namelijk dat Brahma, Vishnu en Mahesha[6] probeerden de Adi Shakti te testen, genaamd Anasuya. Ze gingen naar haar verblijfplaats en vroegen haar om aalmoezen. En in India wordt het als een groot voorrecht beschouwd om aalmoezen te geven aan anderen, om – ik bedoel, het is een groot voorrecht om gasten te verzorgen, het is een groot voorrecht vrijgevig te zijn, het is een groot voorrecht om dingen aan anderen uit te delen. Het is een groot voorrecht.

Gisteren, zie je, was bijvoorbeeld mijn sari voor deze puja ergens achtergelaten. Ik had een sari gekocht voor een bepaalde vrouw hier, dus ze zei: “Ik zou graag willen dat deze sari aangeboden wordt tijdens de puja.”

Maar ik zei: “Ik zal het je teruggeven.”

En ze zei: “Dat is zelfs nog een groter voorrecht.” Ze vonden het niet erg dat de sari opzij gehouden werd, maar ze zeiden dat het nog een groter voorrecht was – wat een houding.

De houding moet dus veranderd worden, zoals we tot nu toe neerwaarts gingen, zo zou de houding nu opwaarts moeten zijn. En daarvoor moeten we de methode begrijpen waardoor we omhoog kunnen klimmen. Als je bijvoorbeeld naar de bergen gaat, moet je weten hoe je bergen kunt beklimmen. Je kunt niet gewoon zomaar beslissen: “Nu ga ik naar de Himalaya” – niemand zal je dit toelaten. Je moet bekwaam zijn, en bij het bekwamen, moet je deze nederigheid hebben, anders zal het niet werken.

Ik moet dus een heel duidelijke stelling innemen, namelijk dat je je nationaliteit moet veranderen van een wereldse nationaliteit in een hemelse nationaliteit. En daar zullen we alles doen wat er nodig is, we zullen het accepteren, we zullen het regelen. Daarvoor hoef je niets zomaar ineens te veranderen, maar je moet jezelf transformeren tot een nieuwe persoonlijkheid; een nieuwe persoonlijkheid, waar je veilig bent.

Kijk nu gewoon, door dit te doen, hoeveel de Agnya tot rust gekomen is – kijk gewoon. Mijn voet was verlamd, totaal verlamd toen ik hier binnenkwam. Ik kon niet lopen. Ik wist niet hoe ik een bad zou moeten nemen. Ik moest hem masseren, en toen kwam hij tot rust. Dus kijk gewoon door dit te doen, kijk gewoon hoe krachtig dit werkt. Kijk – de vibraties zijn beginnen stromen.

Maar op de één of andere manier zijn de mensen in het Westen heel bang dat ze hun nationaliteit zullen verliezen. Ik bedoel, omdat – ik denk door de manier waarop ze erop uit gegaan zijn om de hele wereld te vernietigen en hen allemaal te vernietigen, en hun eigen nationaliteit aan anderen opgedrongen hebben. Als je naar Amerika gaat – gisteren zei ik bijvoorbeeld: “God zij dank is Columbus niet naar India gegaan, maar ging hij…” Ik zei: “God zij dank heeft Hanumana hem de andere kant op geduwd. Anders zou het met ons allemaal gedaan geweest zijn hier, deze…” Zie je, de arme man, hij wilde dit alles zelf niet doen, maar al degenen die hem volgden gingen erheen en het was afgelopen. Je kan niet één aboriginal vinden, niet één van deze oude Indianen in Argentinië. Ik ben naar Argentinië gegaan en ze zeiden: “Je kan ze vinden in het museum,” – stel je dat eens voor. Niet alleen in Argentinië, maar ook op andere plaatsen, ik ging bijvoorbeeld ook naar Chili: niet één iemand. Alleen in Bolivië vond ik enkelen van hen, dat is alles. Maar ook daar was het onklaar, want volgens mij zijn de mensen toen weggevlucht in de bergen en hebben ze zich daar in stand gehouden. En het beeld dat ze van hen geschetst hebben, alsof zij degenen waren die wreed waren. De arme zielen, ze zijn allemaal volledig uitgemoord geweest door blanke mannen, daar bestaat geen twijfel over. Het is afschuwelijk om anderen te vermoorden, hun land in te trekken en het te bezetten omdat je de werktuigen hebt, alles, en je ze allemaal kan doden. Dit is allemaal gebeurd.

Maar nu treden we binnen in een nieuw tijdperk waar we moeten liefhebben. We moeten niet onderdrukken, we moeten omarmen. Uiteindelijk is dit een ander tijdperk. De onderdrukking van Napoleon is nu voorbij. We zijn iets nieuws begonnen, in een andere wereld, en als we meer mensen willen hebben moeten we alles doen samensmelten. En wanneer je je agressief gedraagt, begin je te analyseren – maar er valt niets te analyseren.

(Voel je je nu beter? Breng er een iets grotere aan. Kijk, je hebt een groot voorhoofd, dus breng er een grote aan, een heel grote – waarom maak je het zo klein? …op haar voorhoofd.) Er zou geen vorm van mode moeten voorkomen in dit soort dingen. Er zou geen mode moeten ontstaan als het op je godsdienstige taken aankomt, dit mag je niet doen. Er bestaat niet zoiets als mode. Mode is door mensen bedacht, het is niet goddelijk. Kijk naar deze bomen, hoe modelleren zij zichzelf? Naar de zon. Elk blad wordt blootgesteld aan de zon, elk blad; omdat het chlorofyl moet krijgen, het moet de kracht van de zon in zichzelf opnemen, daarom is elk blad naar de zon gericht. Zij doen niet aan mode, of wel soms?

Dus een ander punt is dat het individualisme dat in het Westen ontstaan is, gewoon onzin is. Als je indruk wilt maken in de zin van: “Ik ben iets bijzonders,” dan word je dom. Maar één te zijn met iedereen, dat is het ware individualisme denk ik. Om als iedereen te zijn, dat is het beste. Het is heel moeilijk, het is heel moeilijk één te worden met iedereen, omdat er zoveel ego is. Sommige mensen hebben een ego dat anderen kwetst, en sommigen hebben een ego dat gekwetst is – dat is juist hetzelfde. Dus om al deze dingen te overstijgen, vergeet gewoon deze houding waarbij je naar beneden afglijdt. Maar wat er nodig is voor je groei, is dat je naar boven kijkt, naar God, dat je omhoog kijkt naar hem met het volste vertrouwen – shraddha. Dan hoef ik je niet aan te raken, dan hoef je mij niet te zien. Het is overal aanwezig, je kunt overal de zegeningen ontvangen. Je hoeft er niets bijzonders voor te doen – enkel die shraddha. Maar daarvoor moeten bepaalde mechanismen in orde gebracht worden, vooral de Agnya is aan herstel toe, vrij ernstig. Dat wiel werkt niet goed meer en moet weer in orde gebracht worden.

Mr. Patankar was gisteren best kwaad op de zogenaamde opgeleide mensen. Ze werden opgeleid in de Engelse taal, dat is het probleem, de taal is nu eenmaal zo. Ze zijn helemaal vol van zichzelf. Hij zei: “Ze raakten uw voeten niet eens aan.” Als ze de Engelse taal geleerd hebben zullen ze mijn voeten niet aanraken, want volgens de Engelse taal wordt het aanraken van de voeten als iets afschuwelijks beschouwd, denk ik. Daarom voelde hij zich daar heel slecht over.

Maar al deze architectuur is uit Engeland afkomstig, alles is uit Duitsland of uit Frankrijk afkomstig. Onze telefoons zijn afkomstig uit Frankrijk. Geen wonder dat ze zo slecht werken! Het zijn de Fransen die dit alles meegebracht hebben, en opnieuw hebben ze een grote – ik weet het niet, als ik Rajiv Gandhi ontmoet zal ik hem zeggen dat ze ten minste de telefoon niet moeten uitbesteden aan de Fransen. Ze hebben zo’n grote, enorm grote bestelling geplaatst bij de Fransen. En nu kopen ze de helikopters van Engeland, God zij dank zijn ze hiermee gestopt. God weet wat er met de helikopters zal gebeuren, die van Engeland naar India komen. Je ziet dat ze nu ook op die manier afhankelijk zijn van de Derde Wereld voor hun vooruitgang, omdat ze niet weten waar ze hun eigen spullen kwijt kunnen, die gecreëerd zijn door hun machines. Maar de manier waarop ze dit doen: ik bedoel, stel je voor wat voor telefoons we hier hebben, allemaal gemaakt door de Fransen, niet door Indiërs. Waarom de Indiërs daarvoor verantwoordelijk stellen? Het is door de Fransen gedaan, verschrikkelijk, ze zijn al heel lang zo, en ze zijn juist hetzelfde. En nu hebben we weer een nieuwe bestelling geplaatst bij de Fransen, omdat we dachten dat alleen de Fransen de Franse telefoons konden herstellen. Ik weet niet of ze ons enig recht zullen doen of niet.

Dus, zoals er aan die machine gewerkt moet worden, zo moet ook onze eigen machine uitgewerkt worden; en die machine is neerwaarts gegaan. Laten we het opbouwen, omhoog naar God gericht in overgave, in inzicht, want jullie zijn mensen die speciaal uitgekozen zijn voor dat doel. Als lotussen moeten jullie uit de modder tevoorschijn komen, en zorg dat je niet dieper en dieper in de modder wegzinkt. Probeer jezelf eruit te duwen, zodat de geurigheid van goddelijkheid zich zal verspreiden over de modder, en de gehele westerse wereld in een wondermooie plaats zal veranderen, een prachtige plaats. Wat gebeurd is, is gebeurd. Ik weet één ding: zonder vergiffenis zal niets opgelost raken. Gedane zaken nemen geen keer. Fouten maken is menselijk, het maakt niet uit; wat gebeurd is, is gebeurd. Wat het ook is dat ze gedaan hebben, het is nu eenmaal zo gebeurd. Het is in orde, vergeef ze. Vergiffenis is de enige manier waarop ze kunnen groeien. En wanneer ze vergeven zijn, zullen ze zich ook moeten realiseren dat we moeten groeien; want met de wereld die ze gecreëerd hebben hebben ze zichzelf echt vernietigd. Als ze nu groeien kan de hele omgeving geurig worden, zoals ik jullie al zei, zoals de lotus die boven de modder uit groeit.

Mensen hebben hier een heel verkeerd beeld over het Westen, namelijk dat jullie de gelukkigste mensen ter wereld zijn. Dus het is beter dat wij hen vertellen: “Nee, wij zijn daar niet gelukkig. Maar jullie, wat jullie hebben is heel kostbaar.” Ze proberen jullie ook na te volgen, en dat navolgen gaat zo ver dat jullie op een dag misschien zullen moeten komen om hen Sahaja Yoga te onderwijzen. Want zij staan nu aan de andere kant van de cirkel; zij proberen nu Engels te leren, de Engelse taal te beheersen, en sahibs[7] te worden. Zij zullen nu met slipjassen naar buiten komen, en jullie zullen hen moeten zeggen dat ze beter hun eigen kleding dragen!

Dus we zouden wijs moeten zijn, we zouden verstandig moeten zijn, en de dwaasheid en het domme karakter dat we ontwikkeld hebben, zouden we moeten opgeven. Plotseling kunnen mensen uitvliegen, dat zie ik. Je ziet dat er geen evenwicht is. De rijpheid is duidelijk zichtbaar wanneer je in evenwicht bent. Je moet gelukkig zijn, dat weet ik; maar de hele tijd lachen en een show opvoeren, of bijvoorbeeld plotseling rare opmerkingen maken en domme opmerkingen, dat toont aan dat je nog niet rijp genoeg bent. Je moet tot rijpheid komen. In Sahaja Yoga word je rijper, en als dat niet het geval is dan heeft Sahaja Yoga je niets bijgebracht. Je moet dus heel, heel voorzichtig zijn wat dat gedeelte aangaat.

Ik hoop dat ik erin geslaagd ben je hier alles over te vertellen.

Wat zou ik jullie nu nog moeten vertellen? Ik heb jullie enkel geprezen, niets anders dan geprezen tegenover anderen. Ik zeg hen zich niet als dwaze mensen te gedragen, en aan jullie moet ik zeggen dat jullie hen niet blindelings moeten imiteren. Alles wat wij hebben is een zeer waardevol erfgoed. Dat moet met zorg bewaard worden. Door naar deze mensen te kijken, als we hen proberen te imiteren zal dit getuigen van dwaas gedrag van onze kant. Hun leven is niet evenwichtig, maar is in uitersten gegaan. Ik heb daar twaalf jaar lang gewoond. Ik heb daar dus een TUP (twaalf jaar) doorgebracht, daarom wilde ik jullie vertellen dat jullie hen niet blindelings zouden moeten navolgen. Hoewel oude dingen soms kostbaar zijn, is het ouderwetse niet altijd goed. Ouderwets is dus niet altijd goed. Het idee van de ouderwetse waarde heeft zich ook maar pas ontwikkeld. Wij hebben bijvoorbeeld van de moslims geleerd de vrouwen te kwellen, en van de Engelsen hebben we geleerd een bruidsschat te geven. Nu zijn we binnengetreden in een nieuw soort regelgeving (van het leven) en volgens deze nieuwe regels hoeven we geen bruidsschat te geven (aan onze dochters die in het huwelijk treden). Men heeft de dochters al het halve eigendom gegeven. Dit systeem is correct. Maar hier zullen de dochters niets in ontvangst nemen en ook niets geven. We zouden deze dingen dus niet van hen moeten leren. We zouden moeten proberen een nederig gedrag te behouden, een evenwichtig leven te leiden, zoals we leerden van onze voorvaderen, en alles wat ouderwets is naast ons neer te leggen. Er zijn veel ouderwetse gewoonten die nog altijd in ons aanwezig zijn.

Bijvoorbeeld, de overheersing van de brahmins[8] in de tempels zou moeten stoppen. Ze hebben ons allemaal mooi voor de gek gehouden. Ten tweede moet de gewoonte van het vasten opgegeven worden. Ik heb jullie honderden keren gezegd niet te vasten, maar te eten wat je lichaam nodig heeft, maar nog vertellen mensen me: “We kunnen het vasten niet opgeven.” Maar de ergste ouderwetse, heel smerige gewoonte die we ontwikkeld hebben is het gebruiken van tabak. We zijn niet in staat de tabak op te geven, omdat we niet voldoende kracht hiervoor hebben. Tabak, mishri (het kauwen op tabak met limoen), wie heeft al deze dingen naar ons land gebracht? Waar komt het woord ‘tabak’ vandaan? Er bestond geen woord voor ‘tambakou’ in het Sanskriet. Vroeger verbouwden we geen tabak. Het zijn de Engelsen die dit naar ons land gebracht hebben. De Engelsen hebben het hier gebracht. Daarom noemen we het ‘tambakou’, wat van het woord ‘tabak’ afkomstig is. Waar is het woord voor ‘tambakou’ in onze Marathi taal? Het is hierheen gebracht van buitenaf. Oorspronkelijk verbouwden de moslims het in beperkte mate in ons land, maar deze mensen (de Engelsen) hebben sigaretten en andere dingen op grote schaal naar hier gebracht. Ze gebruiken het in massale hoeveelheden in hun land. Ze hebben ook tabak en ganja (een soort drug) naar China geëxporteerd. In onze Marathi taal heb ik nog nooit van het woord ganja of charras (een ander soort drug) gehoord. Als je probeert ganja en charras te gebruiken zul je net zoals de Engelsen worden. De keuze is aan jullie. Alles is dus hierheen gebracht.

We hebben nooit tabak gehad in ons land, je zult verrast zijn. Er bestaat geen woord voor tabak in het Sanskriet. Dit was gedeeltelijk, ik zeg uiteraard gedeeltelijk, door de moslims meegebracht en daarna door de – het roken werd ons alleen door de Engelsen geleerd. We kenden het niet, we wisten niet wat roken was, we hebben het roken nooit gekend. Moslims hadden er een klein beetje van, maar dat is vrij laat begonnen. Maar in feite zijn deze sigaretten en deze, dit alles is begonnen nadat de Engelsen gekomen zijn, ‘om het praktisch te maken’, zie je. Ze hadden tevoren wel hookahs (waterpijpen). Dat was vrij moeilijk om te maken, dus konden ze het maar heel weinig gebruiken. Dat was lang geleden in de islamitische cultuur. Maar werkelijk, deze geschiedenis van sigaretten, deze vorm van ego is van de Engelsen gekomen, daar bestaat geen twijfel over. En de Portugezen, de Portugezen en de Fransen, zij hebben ons al deze dingen geleerd. Dus wat ik hen probeer te vertellen, is dat ze alle ouderwetse zaken zouden moeten opgeven. Oude dingen zijn kostbaar, maar alle ouderwetse zaken die we junnat noemen, die zou je moeten opgeven.

Wij hebben de gewoonte sari’s te dragen met brede randen. Dit is een zeer goede gewoonte. Brede randen staan symbool voor de maryada’s[9], en wanneer we sari’s dragen met brede randen blijven we binnen onze ‘maryada’s’. Jonge meisjes kunnen dragen wat ze willen, maar jonge vrouwen, vooral getrouwde vrouwen, zouden sari’s met brede randen moeten dragen. Als je niet langer sari’s met brede randen draagt dan zul je alle kunstzinnigheid verliezen, alle kunstzinnigheid. Wevers zullen volledig de kunst van het weven verliezen. Als wij onze huizen niet langer op de oude manier construeren, dan verliezen we volledig de oude kunst van het bouwen van mooie huizen. Deze mensen houden van de huizen die volgens de oude stijl gebouwd zijn, niet de nieuwe stijl. De reden is dat de oude stijl schoonheid in zich heeft, die we zouden kunnen kwijtraken als we zomaar willekeurig huizen bouwen. Zelfs de hutten van vroeger waren veel beter. In plaats daarvan zal het in een later stadium zo zijn dat eens we alle kunst verliezen in de toekomst, het te laat zal zijn. Dus al onze oude vormen van kunst moeten bewaard worden, omdat ze schoonheid in zich hebben.

We hebben bijvoorbeeld een soort van sari’s die bugdya genoemd worden, maar nu kennen de vrouwen niet eens meer de naam van deze sari’s. Daarom moeten we altijd de sari’s gebruiken die door ons geweven zijn. Die zijn goed. Ik vind dat sari’s met brede randen getrouwde vrouwen beter sieren. Als de sari’s geen brede randen hebben, siert dat hen niet. Getrouwde vrouwen zouden altijd sari’s met brede randen moeten dragen. Dat is geen ouderwetse gewoonte, maar een heel mooie gewoonte. Het ziet er mooi uit, het past bij de vrouwen, het ziet er elegant uit, het geeft het gevoel van een goed opgevoede vrouw. Dit is onze cultuur, die we niet zouden mogen opgeven om vervolgens net als hen (de Engelsen) te worden.

We zouden niet moeten proberen ons hun cultuur eigen te maken, omdat onze cultuur zo waardevol is. Als we onze weg plaveien met het inzicht over wat er mis gegaan is in hun cultuur, dan kunnen we goede vooruitgang boeken. We kunnen hun ontwikkeling in de wetenschap accepteren, maar als we door dit te doen ons culturele erfgoed verliezen dan zullen we net als hen worden. Ze vermoorden hun kinderen. Man en vrouw kunnen zelfs geen twee jaar samen blijven. Ze zitten allemaal in tehuizen, te wachten tot de dood hen komt halen. In onze maatschappij moeten we onze goedheid en vriendelijkheid bewaren. Maar in plaats daarvan hebben we de misstappen van anderen overgenomen. Eerst leerden we het van de moslims, en nu leren we het van deze mensen. Als wij hun vuil in ons opnemen, hoe kunnen onze huizen dan schoon blijven? Wij werden verondersteld nette en goedgemanierde mensen te zijn, en nu hebben we zoveel slechte dingen van anderen overgenomen. We moeten deze dingen dus opgeven en onszelf zuiveren.

Nu heb ik hen verteld over het belang van puja, maar jullie weten deze dingen al, daarom legde ik het jullie niet uit. Maar tijdens de puja zou je shraddha moeten hebben, en we mogen geen ruzie maken tijdens de puja. Het maakt niet uit wie de puja uitvoert, omdat iedereen er in gelijke mate voordeel bij heeft, afhankelijk van de shraddha die je hebt, afhankelijk van de shraddha die je hebt. Je kruiken zullen gevuld worden in de mate dat je shraddha hebt.

Ik zou zeggen dat de vrouwen kunnen komen en meer hier aan deze kant zitten. Het is heel warm voor jullie. Kom maar naar voren. Vooral mensen die het erg warm hebben moeten niet aan die kant zitten. Zit maar beter… [*Laat die vrouwen alsjeblieft aan deze kant zitten. Ze kunnen de zon niet verdragen. Laat hen hier zitten. Zij zijn onze gasten.*] Kom maar, aan deze kant.

Als jullie daar iets hadden neergezet, hadden jullie het kunnen regelen. Je moet ook een beetje begrip hebben voor het feit dat zij alles doen. Wij moeten ook iets doen. Zij bereiden alles voor, en wij komen maar gewoon en gaan zitten als goden; dat is niet echt netjes, toch? Jullie hadden kunnen – jullie hebben zo lang de tijd gehad, waarom hebben jullie daar niets gezet om jezelf te beschermen? Dat is niet moeilijk.

Nu wat dit betreft. Kom jij ook maar aan deze kant. Jij kunt aan deze kant komen. Kom maar. [*Geef hen alsjeblieft een plaats om te zitten.*] Kom maar. Staan jullie maar op. Hallo – staan jullie maar op, jullie drie. Kom maar aan deze kant. De vrouwen die in de – nee, jullie zitten goed, denk ik. Jullie zitten toch goed, nietwaar? Goed, achter jullie. Achter jullie kunnen deze mensen aan deze kant komen, kom een beetje meer naar deze kant. [*Niet in de zon, ze zitten nu ook al in de zon. Als we een beetje schaduw maken aan deze kant…*] Is dat goed? [*Laat ze maar zitten. Er is schaduw aan de andere kant, er is schaduw. Ga maar vooraan zitten, waar er schaduw is. Ga alsjeblieft zitten.*] Hallo – kom jij maar aan deze kant. Er is hier plaats voor je. Kom maar hier, aan deze kant. Kom maar aan deze kant. De vrouwen hoeven daar niet heen te gaan, dus kom maar aan deze kant. [*Laat hen maar zitten.*] De mannen kunnen aan deze kant komen. Ja, de mannen kunnen aan deze kant komen. Nee, nee, je zou beter aan deze kant komen. Waarom kom je niet een beetje naar deze kant?

We moeten ook een beetje nadenken over wat we kunnen organiseren, op welke manier we hen kunnen helpen. Gisteren bijvoorbeeld, hoe ze het regelden, organiseerden – toen ik ging, wisten ze niet dat ik naar die plaats ging. Toen ik daarna terugkwam, hoe ze alles voor me organiseerden, hoe ze van hier naar daar renden. Ik bedoel, ik ben ook jullie Moeder, of niet? Dan zouden wij ook aan deze dingen moeten denken, wat we kunnen doen, hoe we hen kunnen helpen; iedereen moet dit doen. [*Laat het maar, laat het maar zo. Ze hebben niets geregeld, dus er kan niets gedaan worden, laat ze maar zo zitten.*]

Je kunt een beetje opschuiven naar deze kant. Hallo – je kunt een beetje naar deze kant komen. Jij kunt ook een beetje opschuiven. Ik wil niet dat jullie in de zon zitten, je zult er last van krijgen. Nee, maar ze kunnen de geluidsinstallatie wat naar deze kant schuiven. Schuif het gewoon een beetje op… Zodra de zon hoger komt, zie je, zal het in orde zijn, maar toch… [*Ga maar in de schaduw zitten, ga zoveel mogelijk in de schaduw zitten. Als er geen schaduw is kan je vooraan gaan zitten. Tijdens de puja is het beter om in de schaduw te zitten. Ik ben altijd hier, boven jullie. Maak je geen zorgen. Ga alsjeblieft hier voor mij zitten. Het is beter in de schaduw te zitten. Is er iemand die de mantra’s kan zeggen. Roep alsjeblieft Gavin.*]

(Gisteren kwamen jullie niet aan mijn voeten – dat had je moeten doen.) [*Laat het nu maar, anders zal het te laat worden. Laat ze maar in de zon zitten. (Ze blokkeren op het linker Hart en de linker Swadishthan. Jullie hadden gisteren moeten komen; Ik bedoel, jullie zullen alles doen tijdens de puja, dus…) [*Is er hier iemand die de mantra’s kan zeggen? Is Mr. Gholap aangekomen? Roep hem alsjeblieft. Weet hij ervan?*] (Het blokkeert heel erg – het Hart, de linker Swadishthan.) [*Zeg maar de Atharva Sheersha. Mr. Gholap is niet gekomen. Waar is Mr. Gholap heen gegaan? Is hij niet gekomen? Roep hem alsjeblieft om de puja te doen. Begin alsjeblieft de puja met de Atharva Sheersha. Begin er alsjeblieft nu mee.*]



[1] bindi: afgeleid van het Sanskriet bindu, wat ‘stip’ of ‘druppel’ betekent. Rode stip (ook tikka genoemd) van plantaardig poeder (kumkum) die aangebracht wordt ter bescherming van de Agnya chakra.

[2] shraddha: volledig vertrouwen

[3] tantra: instrument; mechanisme van het subtiele systeem.(noot:  Het woord tantra wordt vaak verkeerd geïdentificeerd met tantrika’s die de Kundalini als een seksuele energie beschouwen; dit idee druist volledig in tegen de leer en de technieken van Sahaja Yoga.)

[4] Vishwa Dharma: universele religie

[5] yantra: techniek, methode

[6] Mahesha, Maheshwara: naam van Shri Shiva

[7] sahib: vroegere aanspreektitel van Europeanen in Azië, ‘heer’

[8] brahmin: betekent letterlijk ‘diegene die tweemaal geboren is en de brahmananda of goddelijke zegen kan voelen’. Ook: hoogste kaste in het kastensysteem in India.

[9] maryada’s: begrenzing van het juiste (rechtschapen) gedrag