Onschuld van een kind en het doel van Ganapatipule

Ganapatipule (India)

Feedback
Share
Upload transcript or translation for this talk

Onschuld van een kind, Ganapatipule (India), 31 December 1985.

Nederlandse vertaling versie datum 2023-0113

Ik had een speciaal doel om naar Ganapatipule te komen, behalve dat het een hele mooie plek was en zeer ontspannend voor jullie allemaal. De reden is – ik vond dat deze plek vibraties had die je in de eerste plaats heel gemakkelijk uitklaren. Maar je moet er echt vurig naar verlangen. Je moet dat verlangen hebben anders kan de Kundalini niet stijgen. Dat is een heel belangrijk punt; dat je moet verlangen naar je spirituele groei, niets anders.

Het is geen plek waar je naartoe bent gekomen voor een vakantie of voor een soort van ontspanning of voor wat plezier of slapen of wat dan ook, maar je bent hier gekomen voor een boetedoening, voor een tapasya, om jezelf volledig te zuiveren.

Dit is een plaats van Shri Ganesha’s tempel die niet veel bezocht wordt door mensen en ze is nog steeds erg puur. En ik dacht dat het Ganesha principe in je zou ontwaken wat de bron van alles is.

Shri Ganesha’s principe, zoals je weet, in brede zin of ruim gezien, noemen we het ‘de onschuld’, maar we kennen niet de fijne kneepjes en de details tot waar het kan gaan en hoe het uit te werken.

Shri Ganesha’s onschuld heeft een enorme kracht om mensen te zuiveren, om je heilig te maken, om je voorspoedig te maken. Iemand in wie Shri Ganesha’s principe ontwaakt is, is weldadig in zijn aanwezigheid. Wanneer zo iemand beweegt, bewegen de dingen in een richting die de coëfficiënt uitwerkt, wordt het absoluut gunstig; voorspoedigheid  die niet bereikt kan worden zonder de hulp van Shri Ganesha. Nu geloven wij Sahaja yogi’s in deze voorspoed; dat er zoiets bestaat als voorspoed waardoor alles soepel verloopt. Alles wat we voelen wordt gedaan door Gods kracht, dat we de hele tijd gewild zijn door de natuur, geliefd door de omgeving en de atmosfeer.

Maar dit begrip kan alleen komen als je dat zuivere verlangen in je hebt, dat je moet groeien. Je bent hier gekomen om te groeien, niet om te genieten of een vakantieoord of zoiets.

Dit principe is heel erg ontwaakt, zoals je ziet, bij de lokale mensen hier. En hoe spartaans ze zijn, hoe hard ze werken! Ze zijn al dagen en nachten wakker maar toch zijn ze zeer ontspannen en ze hebben geen hulp nodig. Enkel met dat enthousiasme zijn zij aan het werk.

De tweede zegening van Ganesha is dat Hij speels is, Hij is prasanna, Hij is altijd een aangename persoonlijkheid. Hij danst. Hij behaagt je. Hij heeft manieren en methodes om je te plezieren. En op dezelfde manier is iemand die die ontwaakte Ganesha in zich heeft, altijd een aangename persoonlijkheid, geen getekend gezicht, geen gezicht dat je afstoot, een gezicht dat je ongelukkig maakt, maar is een persoonlijkheid die het je heel gemakkelijk maakt, begrijpelijk en sympathiek: dat soort persoonlijkheid ontwikkel je.

Maar, voor zover mijn leven in het buitenland is geweest, heb ik gezien dat de situatie heel anders is. En de agressiviteit en de ruziezucht, we kunnen zeggen de prikkelbaarheid, is zo overontwikkeld dat je je op één of andere manier volledig moet overgeven aan de voorspoed van Shri Ganesha.

Voor alle instrumenten die gebruikt worden voor het verspreiden van Sahaja Yoga of voor het verspreiden van de liefde van God, van Gods voorspoed, het uitwerken van Zijn ontwerpen en plannen en het aanpassen aan de wetten van Gods wensen – was het erg belangrijk dat we onze instrumenten zodanig lieten maken dat ze absoluut nuttig waren. Maar in plaats daarvan hebben we ze misbruikt, verknoeid en hebben ze volledig onheilig gemaakt.

Dus dat is een ander punt: we moeten hier naar onszelf kijken, wat hebben we onszelf aangedaan, wat is de noodzaak voor ons om onszelf onheilig te maken en waarom zouden we onheilig zijn. Als Shri Ganesha er is, kunnen we onszelf heel heilig, gunstig maken.

Het heeft geen zin om te geloven dat we perfect zijn! Zij die dat geloven kunnen niet groeien. Iedereen moet weten dat er veel onvolmaaktheden zijn en, “Deze onvolkomenheden in mij moeten overwonnen worden en ontdekt worden.” Alleen in het licht van Shri Ganesha’s onschuld kun je dat zien.

Een klein kind kan je laten zien hoe dom en dwaas we zijn en hoe we ons gedragen. Zo vaak moet je gezien hebben [dat] kinderen tevoorschijn komen met zulke uitspraken dat de ouderen zich schamen! Dus het kinderlijke temperament kan ontwikkeld worden als we het principe van Shri Ganesha in onszelf wakker maken wat een zeer krachtige godheid is. Een zeer krachtige godheid.

Omdat een kind, stel dat een kind verloren is, stel dat een kind wegloopt of ergens in een boom hangt, dan zal de hele gemeenschap zich haasten om het kind eruit te halen, de bezorgdheid zal er zijn. Zelfs in de westerse landen, heb ik gezien, als een klein meisje wordt gemarteld, is iedereen bezorgd om het kind, iedereen is ertegen. Misschien zijn er enkele verschrikkelijke mensen, zonder twijfel, misschien zijn er meer dan hier, maar men maakt zich zorgen. Dus een kind is zelf een soort van een bron van het krijgen van alle bescherming van overal. Want het kind groeit, het kind groeit. Iedereen wil het kind helpen.

Dus op dezelfde manier, als dit Ganesha principe in jou ontwikkeld is, besef je dat je moet groeien, je groeit nog steeds. Een klein kind leert zoveel woorden in zo’n korte tijd dat wij niet meer kunnen leren als we volwassen zijn. Als je na je zestigste zelfs maar drie zinnen moet leren, is dat onmogelijk!

Dus het kind groeit en zijn nieuwsgierigheid en zijn vermogen om meer dingen te weten te komen is ook erg scherp en hij begint meer te leren. Hij denkt niet dat hij alles weet. Zij die zo denken zijn er nog niet. Ik weet niets! Ik moet dit weten, ik moet dat weten. Ik moet dat weten. Ik weet tot nu toe niets. En de kinderen doen het zo gemakkelijk, dat moet je gezien hebben. Als je iets op deze of gene manier doet, volgen ze je meteen.

Dus wat je moet doen is weten dat je nog steeds in een kinderstadium bent, je bent aan het groeien. We moeten ons nederig opstellen en veel weten. En waar we ook kennis vandaan moeten halen, we moeten het weten. De arrogantie, het idee dat we zelf veel weten is zeer gevaarlijk voor de groei, zeer gevaarlijk. En dat is wat men moet opgeven en moet weten dat we niets weten, maar dat we moeten weten.

Veel mensen die naar Sahaja Yoga komen vestigen zich als, “Wij zijn Sahaja yogi’s”, maar weten geen woord over Sahaja Yoga. Zoveel van hen! Vooral de dames verbazen me. Zij weten heel weinig over Sahaja Yoga. Het is nogal verrassend.

Nu in Sahaja Yoga is er niets als vrouwen of mannen, iedereen heeft gelijke rechten. Het is niet de taak van vrouwen om alleen maar liedjes te zingen. Nee! Ze moeten alles weten over Sahaja Yoga. Ze moeten weten wat de ziekten zijn, hoe ze worden genezen, wat de mentale problemen zijn, hoe de chakra’s zijn opgebouwd. Alles moeten ze weten. De medicijnen moeten ze kennen, de psychologie. Ze moeten de goddelijke krachten kennen. Alles moeten ze weten, hoe het werkt. En die onwetendheid zal nooit vergeven worden omdat jullie degenen zijn die er met anderen over moeten praten.

Het derde ding is: een kind is nooit een dwaas, nooit dom. Hij doet nooit iets op een domme manier. Terwijl je veel ziet dat mensen die heel streng zijn opgevoed op latere leeftijd plotseling heel dom worden. Heel dom. Dit verschijnsel zie ik veel meer in het Westen. Plotseling proberen ze heel jong te zijn en gaan ze zo klappen en beginnen ze zich heel gek te gedragen. Ik vroeg me af, “Wat is er mis met hen? Waarom gedragen ze zich zo?” Maar het is, ik denk dat ze het hebben opgekropt. En dan opeens proberen ze zich zo te gedragen. Maar ze zijn geen kinderen. Een kind is nooit dom. Integendeel, als er iemand dom is zeggen ze: “Hij is een clown!” Ze komen me vertellen, “Hij is een clown, weet je. Hij is niet in orde!” of, “Hij is een hansworst!” Welke woorden ze ook kennen, ze zullen het zeggen. Ze vinden het niet leuk. Ze vragen zich af, “Wat is er met deze persoon aan de hand?” Dus al deze dingen komen op ons af omdat we geen idee hebben dat we moeten groeien in een stabiel, begrijpend bewustzijn. Niet in hoe je jezelf uitdrukt in Sahaja Yoga, hoe je dingen doet in Sahaja Yoga. Het is hoe je je er van binnen bewust van bent.

Op dezelfde manier, emotioneel: als ik iets zeg, denk ik niet dat mensen begrijpen wat ik bedoel. Nu zei ik: “Draag bindi’s.” Weer merk ik dat je gewoon hetzelfde bent! Tenminste hier zou je dat moeten doen. Dit is Ganesha’s teken. Ze wilden het niet doen. Ik heb het zo vaak gezegd. Ik bedoel, hoeveel tijd kost het om het erop te zetten? Nu dit komt veel voor.

Iets anders is dat een kind helemaal niet slordig wil zijn. Vandaag was een kind in bad gegaan en kwam terug. Zijn vader wilde dat hij mij zag, hij zei: “Nee, mijn kleren zijn niet in orde. mijn haar is helemaal in de war. Hoe kan ik Moeder zien?” Dus ging hij terug, deed wat olie op zijn haar en kleedde zich netjes aan. Toen we jong waren, wisten we altijd dat alle westerse mensen netjes gekleed en verzorgd waren. Ze zouden nooit komen met verward haar. Maar hij zei: “Nee, mijn haar is helemaal in de war, hoe kan ik dan naar Moeder gaan?” Dus we moeten deze grappige ideeën van mode en dat alles opgeven, want dit zal allemaal verdwijnen, je verliest je haar, je wordt allemaal kaal en ziet er grappig uit. Daar zit geen wijsheid in. Maar een kind heeft wijsheid! Hij wilde niet komen. Hij kleedde zich netjes aan, toen kwam hij en stond voor me. En dit is wat we moeten begrijpen: dat onze verschijning de uitdrukking is van ons innerlijk en dat we bepaalde dingen moeten doen omdat we niet weten hoe dingen te doen zoals een kind dat doet.

Als je een kind iets zegt, gehoorzaamt het en luistert het. Anders is het geen normaal kind. In India, als een kind niet gehoorzaamt, slaan ze hem gewoon netjes, stoppen hem drie dagen in de kamer, laten hem honger lijden en brengen hem in orde; niets aan te doen! Dat betekent niet dat de mensen hier hard zijn met kinderen. Niemand vermoordt kinderen of zo. Maar je moet heel voorzichtig zijn met je kinderen, je moet niet toestaan dat ze waardeloos zijn, slordig, dat ze loom zijn, zoals lotuseters of als mensen die niet slim zijn. Jullie zijn allemaal Sahaja yogi’s en zo moeten jullie ook zijn.

Een andere eigenschap van een kind is dat het altijd de essentie van alles raakt. Altijd het belangrijkste. Een kind ziet het principe van alles. En de vragen die ze soms stellen zijn zo opmerkelijk collectief dat ik verbaasd ben hoe ze tot dat punt komen. Ze verspillen nooit tijd aan frivole dingen, nooit. Nooit verspillen ze tijd aan frivole dingen, of praten ze over frivole dingen. Niets van dat alles. Ik heb kinderen niet zien praten over hun kleren of over de stoelen die ze hebben of de huizen – niets van dat alles. Ze zijn druk bezig met bouwen! Heel druk, zie je. Je vraagt ze: “Wat zijn jullie aan het doen?” “Ziet u, we proberen de hele luchthaven vast te leggen”, of heel Bombay, dat zullen ze je vertellen.

Het zijn erg drukke mensen. Als je gerealiseerde zielen ziet die kinderen zijn, zijn ze altijd bezorgd over de collectiviteit. En dat is wat jouw situatie zou moeten zijn, dat je de hele tijd bezorgd moet zijn over de collectiviteit zoals een kind is:  “Hoe zal ik de collectiviteit helpen?” Maar niet bezorgd over jezelf, “Wat is mijn persoonlijkheid, ben ik zo indrukwekkend? Als ik naar mensen toe ga, zullen ze geloven dat ik iets ben? Een gerealiseerde ziel? Of ben ik zoals andere vrouwen of andere mannen die naar de kapper gaan en allerlei kapsels laten opmaken en allerlei grappige jurken dragen om indruk te maken op anderen? Zie ik eruit als een heilige? Gedraag ik me als een heilige?” Deze dingen moeten heel gemakkelijk tot je doordringen. Als je tegen een kind zegt, “Jij bent een Sahaja yogi,” zeggen ze, “Ik ben een Sahaja yogi, ik kan dat niet doen!”

Alle onzin begint nadat ze hun ego hebben ontwikkeld. En dan beginnen ze zich raar te gedragen en het ontwikkelt zich veel eerder in het Westen, maar hier kost het tijd. En de kinderen accepteren gewoon wat God hen geeft. Voor hen is alertheid zo natuurlijk. Als er een vliegtuig gaat, zeggen ze: “Dag vliegtuig.” Dan zijn er schepen die gaan, “Tot ziens.” Tegen de zee zeggen ze: “Oké, zee, we komen morgen naar je toe!” Alles zit in hun geest. Voor hen is alles daar. Ze komen en je vraagt hen: “Hoe vonden jullie het?” “O, we vonden het gras erg mooi. Het was mooi”, en alles zullen ze je vertellen, de details over alles. Zo alert! En dan zullen ze zeggen, “O, Waarom heb je dit niet gedaan? Je had hier bloemen kunnen zetten, je had wat bloemen kunnen doen, dat zou mooi geweest zijn voor de hut.” Of iets, ze geven een suggestie. Erg kieskeurig wat betreft netheid, alles.

En in de kindertijd staan kinderen heel vroeg op. Alle kinderen in de kindertijd staan heel vroeg op. Het is vervelend voor moeders, maar ze staan heel vroeg op, en zo sta ik ook heel vroeg op.

Vroeg opstaan is een kinderlijk gedrag. Omdat de vogels zingen, de zon opkomt, zo’n schoonheid aan de hemel en, “En waarom slaap ik?” Ze maken het hele huis wakker! Maar de mensen houden er niet van, soms slaan ze, niet in India. In India probeert men ’s morgens vroeg op te staan. Het wordt beschouwd als iets heel dharmisch en goeds. Zelfs als we laat gaan slapen, staan we ’s morgens vroeg op, dat is één ding. Dan kun je overdag slapen. Maar niemand slaapt uit zoals tot negen uur, tien uur, niemand slaapt zo. Ik bedoel, ik heb een probleem, ik weet niet wat ik met mezelf aan moet. Je kunt een tijdje overdag slapen als je de nachtrust en alles wilt goedmaken. En je kunt behoorlijk fris zijn. En je kunt ’s avonds best in orde zijn als je een tijdje slaapt.

Maar een kind denkt niet te veel na, hij plant niet te veel. Hij vindt overal plezier in. Je neemt ze overal mee naartoe, bijvoorbeeld naar een vliegveld. Daar valt niets te spelen. Ze vinden wel ergens een gleuf, daar springen ze in, ze verstoppen zich daar, spelen daar. Ze kunnen spel maken van alle rommel die wij nutteloos vinden, ze maken er iets van. Ze zijn heel constructief en speels en dat moeten wij ook zijn. Speel met je leven. Alles! Mensen ontmoeten, met ze praten het moet natuurlijk komen, niet kunstmatig.

Sommige mensen, heb ik gezien, hebben de gewoonte om de hele tijd een uitdrukking op te zetten de hele tijd, zoals een glimlach of een frons of zo. Kinderen zijn nooit zo. Hun spieren zijn zo soepel. Ze reageren de hele tijd. Soms als ze blij zijn, soms als ze ongelukkig zijn, alles. De spieren gedragen zich de hele tijd zo. Niemand is gespannen. Daarom hebben wij problemen met onze gezichten, omdat we ze in één stijl houden. En hoe ellendiger je tegenwoordig bent, hoe knapper je wordt gevonden! Dat is het einde!

Of sommige mensen blijven gewoon de hele tijd zo lachen, dat is heel erg. Of de hele tijd absoluut ongelukkig zijn. Je moet toestaan dat de actie van je emoties zich uitdrukt op je gezicht. Mij is verteld dat men zegt: “Er mogen geen emoties op je gezicht te zien zijn.” Ik bedoel, ik begrijp het niet! Wat is het nut van zo’n persoonlijkheid die geen emoties toont? Ik bedoel, je bent toch geen steen?

Dus al deze dwaze, domme ideeën die ons worden gegeven moeten worden opgegeven. En we moeten lachen, we moeten natuurlijk lachen. We moeten op een natuurlijke manier met mensen praten. En het kind is uiterst waardig. Shri Ganesha danst met zijn waardigheid. Hij doet geen frivole, onzinnige dingen. In Zijn opstaan en in Zijn dalen en in Zijn bewegingen en Zijn stappen, is Hij niets anders dan Zijn gewicht. Dus iets goedkoops doet Hij niet. Op dezelfde manier moet er overal waardigheid zijn. Waardig gedrag moet in ons zijn.

Nu moet je jezelf beoordelen, in hoeverre je Shri Ganesha bent in jezelf. Ben je onschuldig? Je denkt eraan anderen te bedriegen, anderen te beroven. Zoals mijn televisie, ik stond versteld! Ik bedoel, ik kan nooit denken aan het verknoeien van een televisie en dit en dat. Deze ideeën, vanwaar komen ze in je hoofd? Waarom zouden we? Ik heb het mijn hele leven nog nooit gedaan, zoiets. Je weet dat ik altijd elke belasting heb betaald, alles. Waarom zouden we zo’n onzinnig [ding] doen, om de televisie te verknoeien, goedkoper te laten lijken, waarvoor? Hoeveel ga je ermee besparen? Maar al deze ideeën komen in je hoofd, ik weet gewoon niet van waar. Waarom bedriegen? Wij zijn Sahaja yogi’s. We kunnen niemand bedriegen. Ik bedoel, je kunt de douane vertellen, “Dit is de situatie. Als u het toestaat gaan we, anders blijven we.” Het is een negatieve houding. Komt nooit bij kinderen op. Ze zijn zo duidelijk en eenvoudig.

Eens waren we op weg, ik moet je vertellen hoe kinderen zo eenvoudig zijn. We gingen eens een haven binnen en mijn neef gaf me twee blikken kaas en we brachten die naar buiten. Dus mijn dochter die een heel klein meisje was, toen we aankwamen en hij vroeg, “Hebben jullie iets aan te geven?”, en ik zei: “We hebben twee blikken kaas.” en zij zei: “Ja, ja en die gaan we ook opeten. Kijk we hebben er een geopend en we zijn aan het eten!” De douanier was zo onder de indruk van haar onschuld. Hij zegt: “Voor jullie om op te eten?” “Ja, ja we hebben het meegenomen om op te eten. Is het goed?” Hij zei: “Het is goed.”

De eenvoud en onschuld is in zichzelf een certificaat voor jullie, Niet deze sluwe methoden. Wat heb je daaraan? Ik bedoel, aan de telefoon zeg ik: “Oh baba, in hemelsnaam! Ik zal elke heffing betalen, je hoeft niets te doen. Zet dit ding daar maar neer, zeg dat het van mij is. Je hoeft niets te doen. Geef het aan en zo verder.” Waarom? Waar gaat onze aandacht naar uit? Het is in orde! Hoeveel gaan we daar verliezen? Hoeveel hebben we tot nu toe aan geld verdiend? Wat hebben we? Hier geld sparen, daar geld sparen. Kinderen doen dat niet! Nee, dat doen ze niet.

Zoals mijn kleinzoon, hij zei, “Waarom blijf je in deze ellendige plaats? Zeer slechte vibraties in Londen!” Ik zei: “Je grootvader moet hier blijven om geld te verdienen.” Hij zei: “Geld? Waarom heb je zoveel geld nodig, waarom heb je geld nodig, waarom kom je niet naar India?” Ik zei: “Je hebt geld nodig.” Dus toen mijn man terugkwam, pakte hij een stuk van twee pence, hij zei, “Wil je geld? Neem het! Hang het nu op je hoofd! Waarom wil je geld hebben?” En mijn man wist niet waar hij moest kijken. “Je wilt geld, oké, neem het, hang het op je hoofd!” Hij was een kleine jongen, zie je!

Maar de interesse in geld begint later. Zodra er geld is beginnen we ernaar te kijken, als we opgroeien, anders niet. Al die geldinteresse begint later. Wat is het voor Ganesha? Geld is het stof van zijn voeten. Wat is goud voor Hem? Wat betekent zoiets voor hem? Of Hij een kroon van goud draagt of niets, maakt geen verschil! Hij is er! Zijn hoofd is gewoon hetzelfde. Uit respect, uit aanbidding, geven mensen Hem misschien goud of iets anders om zich tevreden te voelen, dat is in orde. Maar wat maakt het voor Hem uit?

En elk kind dat een echt kind is, zal van niemand iets aannemen, niets. Maar als hij iets neemt, zal hij denken: “Hoe moet ik het teruggeven?” Altijd! Ik weet dat mijn eigen kleinkinderen het hebben gedaan. Als je ze iets geeft, maken ze een hartje, schrijven er iets moois op en als ik uit de badkamer kom, geven ze me dat hartje, zie je, “Heel erg bedankt,” voor dit en dat.

Maar als we opgroeien vergeten we zelfs mensen te bedanken, vinden we alles vanzelfsprekend, dat hebben we niet. We denken dat we iedereen de hele tijd moeten beoordelen, “Dat is niet goed, dit is niet goed, had beter gekund!” We denken nooit, “Dit is ons gegeven, wees dankbaar!” Tel je zegeningen. Maar voor kinderen is dat niet zo. Als je ze iets kleins geeft, houden ze het, “Dit heeft mijn grootmoeder me gegeven!” Ik heb dit gezien bij mijn eigen kleinkinderen. Toen de oudste klein was, gaf ik haar een kleine sari, een hele kleine voor haar om te dragen. Toen ik daarheen ging zei ze: “Zie je wel, nani, ik moet je iets ernstigs vertellen.” Ik zei: “Wat?” “Zie je, de sari die je me gaf heb ik heel zorgvuldig bewaard maar mijn moeder doet iets raars!” Ik zei: “Wat is er gebeurd?” “Weet je, ze gaf het aan niemand, maar ze liet het aan sommige mensen zien, ze had het niet moeten laten zien!” Heel serieus!

Ze zijn zo lief en zo mooi als ze dingen zeggen. Zoals op een keer had ik haar een houten speelhuis gegeven en ze maakte het mooi, en ze riep haar moeder, “Ik heb een heel mooi huis voor je gemaakt, kom eens hier!” Maar mijn dochter is nogal groot. Ze vond het moeilijk, ze ging binnen in het huisje en zat daar en ze zei, “Haa! Wat heb je voor me te eten?” Ze zei, “Mama, als je naar iemands huis gaat zeg je zoiets niet.” En ze lachte. En ze lachte zo hard dat ze heel het speelhuis vernielde. Dus ze kwam naar buiten en ze zei tegen me, “Oma, je hebt je dochters geen goede opleiding gegeven! Eerst komt ze naar mijn huis, stelt vreemde vragen en dan breekt ze mijn huis, doet u dat bij iemand anders?” Hoe onschuldig en simpel zijn ze! Zo zijn er zoveel dingen die ik je kan vertellen. De manier waarop ze praten en dingen zeggen en zo. Zo eenvoudig en zo goed en zo collectief en zo mooi. Zo moeten wij ook zijn.

Iets anders, een kind heeft geen angst. Een kind heeft geen angst. Ganesha heeft helemaal geen angst. Op dezelfde manier moet je geen angst hebben, helemaal geen angst. Waarom zou je bang zijn zolang je moeder bij je is? Angst voor dit, angst voor dat, “Ik ben bang.” “Ik kan dit niet, Ik kan dat niet.” Dat doen kinderen nooit. Ze proberen alles, als je het hen zegt. Je zou geen angst moeten hebben. Ik weet niet wat angst is. Op dezelfde manier moet je geen angst hebben voor wat dan ook. Er gaat niets mis met je. Maar doe geen verkeerde dingen. Als je verkeerde dingen doet zal het terugslaan, het zal op je uitwerken. Maar doe geen verkeerde dingen, wees recht door zee en niets kan je schaden, niets kan je schaden.

We hebben hier zoveel ervaringen mee, hoe overal voor je gezorgd wordt, iedereen zorgt voor je. Er zijn zoveel godheden die dingen voor je uitwerken. Maar je moet uiterst voorzichtig zijn dat je dit angstgedoe niet ontwikkelt. Omdat angst je naar de linkerkant brengt en eens je naar de linkerkant gaat, weet je wat de problemen van de linkerkant zijn – ten eerste ga je tegen Ganesha in. Ganesha staat aan de basis van de linkerkant. En dan ontwikkel je kankers, je ontwikkelt al deze dingen, angst, vrees en emotionele problemen en al deze dingen komen.

Wat emoties betreft zou je moeten bruisen van vreugde. Vreugde is je emotie. In actie zou je gedachteloos moeten zijn. En in je groei moet je in overgave zijn. Dat is alles, het is heel eenvoudig, drie mantra’s zijn heel eenvoudig voor kinderen. Zo zijn ze.

Vandaag aan de voet van Shri Ganesha’s heuvel, moeten we denken aan het ontwaken van de Ganesha tattwa in ons. Daarvoor moeten we mediteren. We moeten erover nadenken. We moeten er tijd in steken. Als ik jou was, zou ik helemaal niet slapen, ik ga naar de kust, ga daar zitten en mediteer de hele tijd!

Voordat ik de Sahastrara opende bleef ik twee nachten wakker en ik was gewoon helemaal alleen, helemaal alleen bij de zee, de hele nacht alleen, het aan het uitwerken, twee nachten lang. Maar wat doen we? We denken aan ons comfort, we denken aan dit, aan dat. Het is niet zo! Jij bent hier! Zo’n kans! We worden moe omdat we te veel denken. We weten hoe we uit deze vermoeidheid en dit en dat kunnen komen.

Dit is een hele goede kans voor jullie dat we hierheen zijn gekomen. Natuurlijk is het een mooie plek en zo. Maar de reden waarom ik dacht jullie hierheen te brengen is vooral dat het je plotseling een grote boost kan geven en je heel hoog zou kunnen stijgen; wat ik misschien niet op een andere manier kan regelen, zoveel mogelijk groeien.

Veel Indiërs hebben deze plek nog nooit gezien. Het is zo’n mooie plek en ze zijn verbaasd dat we in India zulke mooie plekken hebben! Toen ze hier kwamen hebben ze de schoonheid, de voorspoed gevoeld, de wijsheid van het kiezen van deze plek. Het is zo lieflijk, zo mooi. Maar ik hoop dat ik de effecten daarvan bij jou zie.

Nu moet je gaan eten. We hebben een zeer gulle man die voor jullie kookt. Wees voorzichtig! Je moet je gezondheid niet bederven! Speciaal voor degenen die met ons verder moeten. Dus wees voorzichtig! Het zijn erg gulle mensen. Mijn broer en de man die voor jullie kookt – wedijveren allebei in vrijgevigheid. Dus wees voorzichtig!

Nu moeten alleen de Sahaja yogi’s uit het buitenland en niet-vegetariërs eerst gaan en dan de vegetariërs en daarna hebben we een muziekprogramma. Zo zal het gaan.

Morgenochtend verwacht ik dat je rond vijf uur ’s ochtends gaat mediteren. Daarna neem je een bad in de zee.