Shri Mahaganesha Puja, Ganapatipule 1986

Ganapatipule (India)

Feedback
Share
Upload transcript or translation for this talk

Shri Mataji Nirmala Devi

Mahaganesha Puja

Ganapatipule, India

1 januari 1986

Engelse transcriptie: ISDP verified
Nederlands: eindversie 03/09/2010

Vandaag zijn we hier allen samengekomen om ons respect te betuigen aan Shri Ganesha.

Ganapatipule heeft een speciale betekenis omdat hij Mahaganesha is. De Ganesha in de Muladhara wordt Mahaganesha in de Virata[1], dat is het brein. Dat wil zeggen dat dit de zetel is van Shri Ganesha. Dat betekent dat Shri Ganesha vanuit die zetel het principe van de onschuld aanstuurt. Zoals jullie zeer goed weten is dit gelegen aan de achterkant in het gebied van de optische thalamus, of de optische kwab zoals men het ook wel noemt, en dit is hetgene dat de ogen onschuld geeft.

Toen hij incarneerde als Christus die zich hier aan de voorkant bevindt, in de Agnya, zei hij heel duidelijk: “Gij zult geen overspelige ogen hebben.” Het is een zeer subtiele uitdrukking, waarbij mensen de betekenis van het woord ‘overspeligheid’ niet begrijpen. ‘Overspeligheid’ betekent kort samengevat ‘onzuiverheid’. En onzuiverheid in de ogen “zult gij niet hebben”, dit is erg moeilijk. In plaats van te zeggen: “zorg dat je je realisatie krijgt en zuiver dan je back Agnya,” zei hij dit in een heel korte vorm: “Gij zult geen overspelige ogen hebben.” En de mensen vonden dat dit een onmogelijke opdracht was. Want hij was niet voorbestemd lang te leven; eigenlijk was zijn openbare leven beperkt tot slechts drieënhalf jaar. Dus alles wat hij gezegd heeft is van zeer groot belang, dat je ogen niet overspelig zouden mogen zijn. Als er onschuld is dan is er geen overspeligheid: dit betekent dat er geen onzuiverheid is.

Bijvoorbeeld, met onze ogen zien we iets en we willen het bezitten. We beginnen erover na te denken. De gedachten volgen elkaar op als een ketting, de ene na de andere. En dan komen we terecht in een web van vreselijke gedachten, en vervolgens worden we slaaf van deze gedachten. Zelfs zonder het te weten worden onze ogen gericht naar dingen die heel oppervlakkig zijn en je neerwaarts trekken.

Net zoals Shri Krishna gezegd heeft dat de boom van bewustzijn ondersteboven groeit, dat de wortels zich in het brein bevinden en dat de takken naar beneden groeien. Zij die op materialisme gericht waren zijn naar beneden gegroeid. Zij die op het Goddelijke gericht waren zijn omhoog gegroeid, naar de wortels. De belangrijkste wortel, die men de hoofdwortel noemt, de belangrijkste wortel is onschuld, is Shri Ganesha. En hij wordt Mahaganesha in Ganapatipule. Hier wordt hij omringd door het vader principe, het guru principe van de zee, de oceaan – de Indische Oceaan. Dat betekent dat hij hier een guru wordt.

Wanneer een Sahaja yogi zijn Shri Ganesha principe vestigt dan is hij nog als een kind. Natuurlijk worden zijn ogen dan steeds zuiverder en zuiverder, en krachtig en schitterend. Je hebt zeker al gezien dat, wanneer de Kundalini je de realisatie geeft, je ogen beginnen te stralen alsof er een vonkje in de ogen is, je kunt een vonkje zien. Door ego wordt het bedekt, door ego wordt het overschaduwd. Door superego wordt het bedekt met tranen. Maar wanneer ze helder zijn dan zie je de schoonheid van de ogen, dan schijnt Shri Ganesha door in je blik. Nu begint de aandacht te stromen door het venster van Shri Ganesha’s tempel.

Maar wanneer je groeit, dan word je Mahaganesha. Dan is Mahaganesha gevestigd in jou en word je een satguru[2], je wordt een goddelijke guru, je kan anderen onderwijzen. Zelfs een kind zou dat kunnen zijn en zelfs een volwassen persoon kan dom zijn. Het heeft niets te maken met leeftijd, kleur, geloofsovertuiging of kaste. Het is een staat die je kunt bereiken wanneer je maar wil. Zoals we hier Gyaneshwara[3] hadden, die op zeer jonge leeftijd het grote Gyaneshwari[4] componeerde. Zoals jullie gisteren zagen, had Gorakhnath op twaalfjarige leeftijd zijn Mahaganesha gevestigd.

Maar als je niet probeert te groeien, zul je op hetzelfde niveau blijven, zelfs wanneer je ouder wordt. Dus rijpheid is de aanwijzing. Hier, zoals we zien in Ganapatipule, bestaat Shri Ganesha in zijn volledige, volgroeide vorm zodat we ook onze Mahaganesha ontwikkelen in onszelf, waardoor onze ogen zuiver, krachtig en goddelijk worden. Als het juist uitwerkt, ben ik zeker dat we deze staat in onszelf kunnen vestigen.

[Marathi]

Vandaag kwamen we naar Ganapatipule, dit heeft een belangrijke betekenis, temidden van de Ashtavinayaka (acht swayambhu’s[5] van Shri Ganesha). Het is de plaats van Mahaganesha. Mahaganesha is Pithadhish (heerser van alle pitha’s[6]) en terwijl hij op deze pitha zit, beschermt hij alle Ganesha swayambhu’s. Hij bezit de kennis van alle Omkara’s[7], en hij heeft de Guru Tattwa (het guru principe) verkregen.

Als we kijken naar de omgeving, dan wast de oceaan, zo prachtig en helder, de voeten van deze Ganapati[8], want de oceaan staat symbool voor de Guru Tattwa, en met deze Guru Tattwa wast hij de voeten van Shri Ganesha, zoals het ook zou moeten gebeuren met alle Sahaja yogi’s. De Ganesha stuthi[9] is gedaan en dan is Shri Ganesha gevestigd en daarna moeten jullie met de Mahalakshmi Tattwa[10] Mahaganesha’s worden.

Deze staat kan bereikt worden door kinderen, klein of groot, oudere mensen, vrouwen en iedereen, als ze oprecht gedrag vertonen, dat we in Marathi saralya noemen, of men zegt ook wel abhodita of onschuld, en eens we ons dit eigen gemaakt hebben kunnen we het guru principe bereiken. Een guru die niet deze oprechte natuur heeft en deze onschuld, kan nooit een guru zijn, hij is een aguru (valse guru).

Alleen hij wiens aandacht altijd op de goddelijke kracht gericht is, kan een echte guru worden. De aandacht van gewone mensen is vervormd, ze is niet zuiver. Daarom heeft Christus gezegd, dat er geen overspeligheid in je ogen zou mogen zijn, wat betekent dat, als we onze aandacht ergens op richten, we veel beginnen te denken en er komen vreemde gedachten in ons op, over hoe ik dit voorwerp kan bemachtigen, en waarom kreeg ik dit ding niet, en andere gedachten over waarom en waarom niet. Als we iets zien en beginnen te denken, dan ben je de Agnya chakra nog niet overgestoken. Welk voorwerp je ook ziet, je zou gedachteloos moeten worden, vooral in de hemelse verblijfplaats van weelde en voorspoed waar talloze goden en godinnen zijn, enkel door hen te zien zou je gedachteloos moeten worden.

Eens we de staat van gedachteloos bewustzijn bereiken zal er geen verdorvenheid meer in onze aandacht zijn. De gedachten die de geest aantasten zullen niet meer opkomen, dus hoe zal verdorvenheid je nog langer beïnvloeden? Dat betekent, zoals Christus zei: “Gij zult geen overspelige ogen hebben.” Ze zouden zo zuiver moeten zijn als de stralen van de zon, wanneer ze op de bomen vallen nemen ze het vuil niet op, maar ze koesteren en voeden hen, niet enkel dat maar ze geven hen ook kracht.

Op dezelfde manier zouden de Sahaja yogi’s zo’n schittering in hun ogen moeten hebben, dat zij een zeer zuivere atmosfeer kunnen creëren in de hele wereld. Zuiverheid in de atmosfeer is wat we nodig hebben tegenwoordig, overal, zodat vrede, vreugde en goddelijke kracht kunnen zegevieren in deze wereld. Alleen de glorie van Shri Ganesha bezingen zal niet genoeg zijn, Shri Ganesha moet ontwaakt zijn binnenin ons en hij zou moeten evolueren tot de staat van Mahaganesha.

Enkel na het verwerven van de staat van Mahaganesha kan ons land er voordeel van hebben en via ons land kunnen ook andere landen voordeel hebben van deze staat. Wij zullen de anderen leiden, maar als we deze verantwoordelijkheid niet op ons nemen, dan kan ik niet zeggen wat er terecht zal komen van deze wereld.

Ik heb een verzoek aan jullie allen, namelijk om alle overspeligheid uit jullie ogen te bannen. Hiervoor hebben we de mantra van nirvichara[11] in Sahaja Yoga. Sta de gedachten niet toe je te domineren, als er gedachten komen, zeg dan “Yen neti neti vachane” (het bestaat niet, het bestaat niet) of zeg “Kshama keli, kshama keli” (ik vergeef, ik vergeef), zodat deze gedachte vernietigd wordt en eens gedachteloosheid bereikt is, stopt het bederf van de geest.

Iedereen zou zijn best moeten doen, zodat je ogen niet overspelig zijn. “Als er verdorvenheid in de geest bestaat door toedoen van mijn ogen, dan wil ik zulke ogen niet hebben”, zei Tukaram[12], “dan is het beter blind te zijn.” Op een bepaalde manier is het beter blind te zijn dan een verdorven geest te hebben. Je zou beter innerlijke ogen hebben om de goddelijkheid te zien. Wanneer deze twee principes correct samenkomen dan kan men zeggen dat de Sahaja yogi het guru principe heeft verkregen.

Ik zegen jullie allen, zodat hier in Ganapatipule, de plaats van Mahaganesha, met zijn speciale gratie, jullie allen je guru principe zo snel mogelijk kunnen verkrijgen.

Eerst zullen ze de vierentwintig namen van Shri Vishnu nemen zodat de Sushumna nadi[13] zal openen. Dan zullen ze de Shri Sukta zeggen, dat is om de energie binnenin je te doen ontwaken. Dan zullen ze de 108 namen van Moeder Gauri zeggen. Daarna puja, als de puja voorbij is, zullen we een havan doen.

[Even iets in Hindi]

We hebben elf kunda’s, en we zullen de havan doen voor de elf kunda’s. Want de Mahaganesha is de heerser, hij is de heerser van de Ekadasha Rudra[14]. Dus dat moet gebeuren met veel devotie en toewijding. Ik zou voorstellen dat jullie na afloop van deze puja eerst eten, en daarna zullen we neerzitten voor de havan.



[1] Virata: het kosmische lichaam, het grote Universele Wezen, de manifestatie van God

[2] satguru: werkelijke guru; ook: Adi Guru of oorspronkelijke meester

[3] Gyaneshwara: grote heilige en dichter die leefde in de 13de eeuw (1275-97) in Maharashtra, India. Hij vertaalde o.a. oude spirituele Sanskriet teksten in het Marathi zodat deze kennis toegankelijker werd.

[4] Gyaneshwari: boek, ook gekend als de Bhavarthadpika, waarin Gyaneshwara de Bhagavad Gita vertaalde in het Marathi en van commentaar voorzag. In het zesde hoofdstuk beschrijft hij de aard van de Kundalini.

[5] swayambhu: ‘dat wat gecreëerd werd door Moeder Aarde’; swayambu’s zijn stenen, rotsformaties en plaatsen die spontaan uit de aarde zijn voortgekomen en zeer sterke vibraties uitstralen (bv. Uluru, bepaalde (heilige) plaatsen in de Himalaya, Ganesha swayambu’s in India,…)

[6] pitha of peetha: plaats, ‘zetel’ van een chakra

[7] Omkara: letterteken in het Sanskriet dat de Om of Aum klank voorstelt (\). Aum is de oerklank die ontstond bij de splitsing van Sadashiva en de Adi Shakti aan het begin van de schepping. De essentie van dit woord wordt uitgedrukt door Shri Ganesha in de Muladhara, de manifestatie is de Heer Jezus Christus in de Agnya.

[8] Ganapati: Shri Ganesha als leider van de gana’s (engelen in de hemelse legers)

[9] Ganesha Stuthi: lied waarin de kwaliteiten van Shri Ganesha vereerd en geprezen worden.

[10] Mahalakshmi Tattwa: Mahalakshmi principe; essentie van de kracht van evolutie

[11]  nirvichara: gedachteloos bewustzijn

[12] Tukaram: Indische dichter (1598-c.1649), bekend voor het componeren van ‘abhanga’s’ of gezongen versen waarin het Goddelijke wordt geprezen.

[13] Sushumna nadi: kanaal van evolutie; middenkanaal van het subtiele systeem, waarlangs de Kundalini opstijgt.

[14] Ekadasha Rudra: de elf vernietigende krachten van Shri Kalki.