Shri Virata Puja, Maryada’s

Campus, Cabella Ligure (Italy)

Feedback
Share
Upload transcript or translation for this talk

Shri Virata Puja, Maryada’s, Cabella, Italië, 05/09/1999

Translation not verified. Dear yogi, register as volunteer to do so.
Vertaling niet geverifieerd. Beste yogi, registreer als vrijwilliger om dit te doen.

Deze avond gaan we Shri Krishna vereren als Virata.

Eerst is het belangrijk de incarnatie van Shri Krishna te begrijpen. Krishna komt van het woord ‘krishi’; ‘krishi’ betekent ‘landbouw’. Hij heeft de zaden van spiritualiteit gezaaid. En om dat te doen moest hij eerst nadenken over: “Waar staan we wat spiritualiteit betreft? Hoe is het land (de toestand van het land)?”

Wat gebeurde er toen Shri Rama leefde? Hij heeft vele maryada’s ingevoerd en daardoor begonnen de mensen alles mentaal te bekijken:

“Ik mag dit niet doen, ik mag dat niet doen.” Er was enkel een mentaal verband. Het was niet spontaan, het was niet sahaj. Het gevolg daarvan was dat de mensen uitermate ernstig werden. Ze praatten weinig, ze lachten niet, ze hadden geen plezier. Krishna besloot dus dat hij hen eerst en vooral van die conditionering moest verlossen en dat moest op een zodanige manier gebeuren dat zij opnieuw konden genieten. Hij ontdekte dat hij in dit verband moest rekening houden met drie dingen.

Eerst en vooral moet je een gerealiseerde ziel worden: shtitapraghya, om boven alle verleidingen, boven alle ego en boven alle soorten conditioneringen uit te stijgen en een shtitapraghya te worden. ‘Shtitapraghya’ betekent dat je niet voelt zoals gewone mensen: aangetrokken door allerhande zaken, maar dat je absoluut onthecht bent. Iemand die zo onthecht is, wordt niet aangetrokken door misnoegdheid, jaloersheid en dat soort zaken. Dat is wat hij zei, maar hij vertelde nooit hoe men dat moest bereiken.

Het tweede element is dat je moet werken. Je moet werken. Tenslotte heb je alle menselijke neigingen, o.a. dat je moet werken. Maar de vruchten van dat werk moet je neerleggen aan de lotusvoeten van God, of wat wij de Goddelijke Kracht noemen.

Dit is ook weer één van Krishna’s handigheidjes, omdat hij besefte hoe gecompliceerd mensen zijn en hoe het met hun ego gesteld is, want als je hen iets zegt, interpreteren ze het op een andere manier. Hij ging dus andersom tewerk: vertel hen iets absurds.

Nu, wat je ook doet, je ego blijft intact en met dát ego slaag je er nooit in je werk neer te leggen aan de lotusvoeten van God. Dat is onmogelijk. Hij spiegelde hen dus een onmogelijke situatie voor.

Na een tijdje realiseren ze zich dat dit niet haalbaar is en ze zullen dus het idee opgeven dat ze alles aan de lotusvoeten van God kunnen neerleggen. Zo bereidde hij het land voor.

Ten tweede: bloemen, fruit en water. Wat je mij ook offert, ik zal het aanvaarden. Maar als je dat doet, moet je ananya bhakti bezitten.

Ananya betekent: doelbewuste, standvastige bhakti. Dit is enkel mogelijk na de zelfrealisatie. Enkel na je zelfrealisatie kan je de vruchten van je werk neerleggen aan de lotusvoeten van God en enkel na je zelfrealisatie kan je ananya bhakti, standvastige toewijding, ontwikkelen. Deze absurde voorwaarden stelde hij aan de mensen voor omdat ze zo gecompliceerd waren.

Velen zeggen mij dat ze ananya bhakti beoefenen. “Hoe doe je dat?“

“We zingen in de straten, we reciteren de hele tijd de naam van God, we gaan in lompen gekleed naar Pandharpur en gedurende één maand stappen we al zingend.”

Deze absurde ideeën over bhakti komen niet van hem, maar op deze wijze probeerde hij de absurde ideeën van de mensen te neutraliseren en daarom dachten zij dat dít bhakti was en dat is niet zo.

Ananya bhakti is enkel mogelijk als je een gerealiseerde ziel bent, als je verbonden bent met God en niets anders.

Zo trachtte hij een drievoudige aanval uit te voeren op de domheid van de mensen, want hij ging ervan uit dat als hij de mensen zei dat ze dit of dat moesten doen, dat ze dat dan ook zouden doen. Maar dat is niet zo.

In India is er zo een cultus. De mensen gaan op bedevaart naar Pandharpur. Ze lopen gekleed in lompen en ze stappen gedurende een volle maand en onderweg eten ze op verschillende plaatsen.

Zij denken dat dit ananya bhakti is, maar ze bereiken niets. Ze worden ziek, ze worden zeer moe en beleven een onaangename oude dag. Maar wie zal hen dat vertellen? Ze geloven er vast in.

Op die manier kan je dus mensen aanpakken om ze hun domheid te tonen. Vele mensen komen mij hierover vragen stellen: “Wij beoefenen werkelijk bhakti tot Shri Krishna en wij hebben niets bereikt. Hoe komt dit?” Hij is dus degene die het land klaarmaakt om te zaaien. Je zou kunnen zeggen dat hij een zeer onderlegde landbouwer is.

Zijn naam is Krishi – Krishna. Ik heb jullie veel over hem verteld: hoe hij aan zijn naam Krishna kwam, wie Radha is, wie Krishna is, enzomeer. Maar als hij over deze dingen sprak, zei hij ook dat je stytopraghya moet worden. Dat is Jnanayoga. ‘Jnana’ betekent ‘kennis’.

Je moet dus de absolute kennis verwerven, maar hij vertelde er niet bij hoe je dat moet doen, wat absolute kennis is en hoe je die kunt voelen op je vingertoppen in Sahaja Yoga.

Nog iets anders: hij gaf de mensen onderscheidingsvermogen. Hij dacht dat hij door al deze dingen op een gekke wijze te doen, onderscheidingsvermogen kon opwekken.

Maar om echt te weten dat je op deze wijze niets kunt bereiken, moet je gerealiseerd zijn.

Onderscheidingsvermogen is zéér belangrijk. Op dit kruispunt van het nieuwe millennium staan we voor de uitdaging – tenminste dat zeggen de mensen – dat de wereld zal vernietigd worden … Het is werkelijk erg belangrijk dat we door ons onderscheidingsvermogen weten wat goed en wat slecht is. Je kan van iets zeggen dat het zeer goed of zeer slecht is, maar het goddelijke onderscheidingsvermogen is nog iets anders. Het ageert zelfstandig. Het kan geen fouten maken, zelfs niet als je dat zou willen.

Ik zal je een voorbeeld geven van mezelf. We wilden een huis kopen en de verkoper deed zich voor als een bedelaar. Hij zei: “Wij hebben niets. We hebben geen eten. Ze hebben onze bezittingen gestolen en we verhongeren.”

Ik had medelijden met hem en zei: “Goed, verhoog je prijs dan maar.”

Dat deed hij dan ook, maar hij zei opnieuw: “Nee nee, ik wil meer.”

En we verhoogden de prijs opnieuw en ook nog een derde keer.

En opnieuw wou hij meer.

En onmiddellijk ging mijn onderscheidingsvermogen aan het werk. Ik zei: “Hij is een hypocriet.” Ik ging in de wagen zitten. Uit medelijden zou ik dus dit huis gekocht hebben, maar het onderscheidingsvermogen was sterker dan het medelijden. Het zei me: doe niets, je gaat beter weg.

Het goddelijke onderscheidingsvermogen is erg belangrijk. We moeten nagaan hoe het werkt en er tevreden mee zijn. Dus: niet ontevreden zijn omdat we een kans gemist hebben, maar je gelukkig voelen omdat dit gebeurde en dat je goddelijke onderscheidingsvermogen de taak overneemt. Soms ziet het er naar uit dat je met dat goddelijk onderscheidingsvermogen iets verkeerds doet, maar omdat het goddelijk is, zal het uiteindelijk goed blijken te zijn.

Ik zal je een eenvoudig voorbeeld geven, maar dat is ook waar als je Sahaja Yoga beoefent. Het onderscheidingsvermogen is zeer belangrijk en speelt een zeer grote rol in ons leven, want dit onderscheidingsvermogen verschaft ons echte levensvreugde, vreugde om onszelf, om Sahaja Yoga.

Het derde punt was dat hij de mensen vreugde wilde geven en geluk, maar met al die maryada’s van Shri Rama wist hij niet hoe hij dit moest doen. Om de mensen vreugde te verschaffen, zei hij dus: “Laat ons dansen en zingen en ‘Holi’ spelen.”

En zo introduceerde hij een heleboel zaken die niet ernstig waren en zelfs frivool, maar ze waren een uitdrukking van vreugde.

Al wat hij deed was er op gericht om een idee te geven van wat de houding zou moeten zijn van een sahaja yogi of van iemand die gerealiseerd is. Je hoeft het niet opzettelijk te doen; het komt vanzelf. Als je ‘sahaj’ bent, geniet je van alles. En dat was wat hij wilde doen: de mensen opnieuw vreugde geven.

Dit deel van zijn leven wordt door vele mensen bekritiseerd. Volgens hen betekent ‘religie’ dat je op de leeftijd van twintig een oude man zou moeten worden van tachtig. Iets in die aard. Eigenaardige ideeën over religieuze vervulling! Maar hij sprak over vreugde en nooit over zelfverloochening. Hij zei nooit dat je je familie moet verlaten en je kinderen, dat je alles moet opgeven … nooit!

Hij zei: “Je moet genieten, onthecht genieten.” Het is voor mensen erg moeilijk te begrijpen hoe dit op een onthechte wijze kan gebeuren. Als je gehecht bent, kan je niet genieten. Als je aan iets gehecht bent, kan je er niet ten volle van genieten.

Stel dat je aan je kind gehecht bent. Heel eenvoudig, je bent aan je kind gehecht en je bent bezorgd over allerhande dingen die er niet zouden mogen zijn en die ook het kind geen vreugde zullen brengen. Je kind mag niet weggaan of met andere mensen praten of wat dan ook. Allerhande beperkingen.

Maar als je werkelijk goddelijk onderscheidingsvermogen bezit, zal je weten met wie het moet praten, waar het naartoe kan gaan, waar het zal van genieten. En je zal merken dat het kind van het leven geniet. Elke gehechtheid ontneemt je het volledige uitzicht op die persoon of op dat ding. Als je onthecht bent, kan je het van bovenaf bekijken.

Als je onthecht bent, word je ook gedachteloos bewust. Zie je die tapijten daar? Het zijn zeer zeer mooie tapijten. Als ze van mij zijn, zal ik er bezorgd om zijn dat ze niet beschadigd worden, dat er iets fout zal gaan. Maar als ik niet aan ze gehecht ben en ik kijk naar deze tapijten, wat zie ik dan?

De vreugde, de vreugde die de maker er heeft in gelegd. En die vreugde vindt zijn weerklank in mij. Die vreugde komt ook in mij.

Gehechtheid kan wel geluk brengen maar geen vreugde. Vreugde is enkelvoudig; geluk is dubbel: geluk en ongeluk. Zelfs als ik probeer te genieten, zal ik altijd denken: dit is er nog en dat … Maar vreugde is allesdoordringend. Vreugde kent geen grenzen. Als je blij bent, los je op in de oceaan van vreugde.

Dat was wat Shri Krishna bedoelde om die maryada’s ongedaan te maken.

Tegenwoordig merken we dat de maryada’s of zoveel zaken werkelijk nutteloos zijn.

Neem bijvoorbeeld de maryada’s van de godsdienst. Wat gebeurt er als ze die maryada’s naleven?

Ze worden stroef of er begint binnen in hen iets te gisten. Van die maryada’s krijg je een gesloten geest en als je die maryada’s hebt, dan denkt je: “Moet ik dit doen of niet? Mag ik hiervan genieten of niet?” Met deze maryada’s dood je alle vreugde.

Er zijn ook andere maryada’s, bijvoorbeeld in verband met religie. Heel wat mensen zouden graag bij Sahaja Yoga komen, maar omwille van domme regels in hun religie kunnen ze niet komen. Zij denken: “Dit is onze religie.” Waarom begrijpen ze niet.

Valsheid wordt een maryada en ze beseffen niet dat deze maryada’s ook door hun religie opgelegd worden. Kijk naar wat er in de islam gebeurt. Met die maryada’s willen ze een ander land bezitten en meer van die dingen. Ook in het christendom gebeurde hetzelfde. Ook in het hindoeïsme. Al die maryada’s blokkeren hen volledig en zij worden erdoor verpletterd. Er is geen onderscheidingsvermogen. Er wordt iets gezegd en zij doen het. Ze zijn er zo door verblind dat ze niet kunnen zien wat goed en wat verkeerd is. Maar na Sahaja Yoga zie je dat wel. Je kan er mee lachen en je ziet het.

Dan zijn er ook nog sociale maryada’s en die sociale maryada’s kunnen, als ze genegeerd worden, soms echt afschuwelijk worden. In het westen bijvoorbeeld denken de vrouwen dat ze mooier zijn als ze minder kledij dragen. Dit is iets nieuws. Het is absurd. Het onderscheidingsvermogen in dit verband is zeer eenvoudig. Wij waren ooit dieren. En nu willen we van geen kleren weten, omdat we dieren waren. Dat is een erfenis van de dieren dat zoveel vrouwen zich niet volledig willen kleden. Het is dierengedrag.

De maryada’s … de mensen kunnen het opgeven en zeggen: we willen geen maryada’s. Wij zijn vrij, we kunnen doen wat we willen. Maar wat bereik je met die vrijheid? Je dierlijk instinct werkt op dat moment en je denkt dat je een vrij mens bent.

Dan zijn er ook nog de maryada’s van de landen, maar God heeft helemaal geen landen geschapen. Die zíjn er ook niet, maar er is wel onderscheid. Er is onderscheid tussen de mensen en onderscheid tussen de plaatsen waar ze leven. Dit onderscheid moet gezien worden als iets zeer artistieks. En we moeten niet in de war geraken of onszelf schade berokkenen door al die ideeën: dat we Amerikanen zijn, dat we Indiërs zijn, en zo meer. Dat ben je niet. Jullie zijn allen sahaja yogi’s! Je hoort niet toe aan een of ander land.

Het land kan jou toebehoren, maar jij bent geen eigendom van dat land. De wereld moet begrijpen dat jullie zullen moeten werken om voor al deze ‘landen’ te zorgen: sahaj-werk, zodat de mensen verlost geraken van die dwaze ideeën dat ze moeten vechten voor hun territorium en zo meer. Over heel de wereld gebeurt dit. Wij willen dit land, wij willen dat land!

Het land de grond behoort aan God toe, niet aan de mensen. En ik begrijp de zin niet van vechten voor een stukje grond. Maar deze verwarring, deze illusie is er nu eenmaal en de mensen handelen op basis van die verwarrende illusie, zodat ze hun eigen leven en dat van hun kinderen verwoesten. Zoveel mensen geraken de draad kwijt en worden gek, omdat ze in een vluchtelingenkamp terechtkomen. Ze hebben een goed huis en leven daar aangenaam … en dan word je vluchteling! Waarom? Omdat ze geloven dat je je eigen land, een eigen plaats moet bezitten om te leven. Deze idee komt vermoedelijk van enkele dwaze leiders die zelf dat land willen bezitten.

Daarom vechten mensen voor grond. Het is niet nodig om voor grond, voor je land of wat dan ook te vechten. Maar de toestand is nu eenmaal zo dat als je niet vecht, je ook niet kunt doordringen tot de waarheid.

En dat is de reden waarom Krishna aan Arjuna zei dat hij moest vechten. “Je moet vechten. Dat is je werk. Je moet deze mensen bevechten, want zij zijn mensen die zonder dharma leven. Ze zijn adharmisch, dus moet je tegen hen vechten.” En daarom was dat een zeer intens gevecht, want na het gevecht keerden ze terug naar het beginpunt. Ze werden bedrogen en dat is wat Shri Krishna zegt: dat je in geen geval slaaf mag worden van deze mensen, maar dat je hen moet bevechten. In het goddelijke onderscheidingsvermogen kan vechten dus gerechtvaardigd zijn. Opnieuw het goddelijk onderscheidingsvermogen: je moet vechten, omdat je geen slaaf wilt zijn. Als je slaaf bent, deug je tot niets. Daar moet je dus voor vechten. Maar het is niet in orde als mensen beginnen te vechten om scheiding te veroorzaken of om land te veroveren. Maar men zou mensen ook niet mogen scheiden van hun geboorteland.

Dat veroorzaakt veel problemen.

Wij geloven in een universele religie, een universeel land. Je hoeft nergens om te vragen, je bent een inwoner van de plaats waar je naartoe gaat. Als je naar Rusland wil gaan, zullen alle Russen met je zijn, je genegen zijn. Als je naar Amerika gaat, zullen alle Amerikanen met je zijn. Dat probleem komt enkel voort uit de rare ideeën van de mensen. Als de mensen veranderen, zullen er geen oorlogen meer zijn of problemen met het verwerven van territoria.

Dit is het goddelijke onderscheidingsvermogen van Shri Krishna, dat in ons aanwezig is en dat – zoals jullie wel weten – een onderdeel is van de vishuddhi chakra, waar Shri Krishna zetelt. Maar als Hij opstijgt naar de Sahasrara, als Hij opstijgt tot op dat niveau, dan wordt Hij de Virata. De Virata chakra bevindt zich hier op het hoofd, boven de Agnya chakra. En deze Virata is (de vorm van) Shri Krishna die opgestegen is tot boven de agnya. Als je opstijgt tot boven de agnya wordt je een onderdeel van het ‘land van de Virata’.

Zolang je niet boven je ego uitstijgt, ben je in oorlog met jezelf en met verkeerde ideeën over de maryada’s. Maar als je daarboven uitstijgt en je de grote Virata wordt, dan ben je in het land van de Virata. De krachten van de Virata zijn enorm groot, zoals je ziet bij Arjuna: de vorm van de Virata. De kracht van de Virata wordt zo groot dat ze wereldomvattend wordt. Je zit hier en toch kan deze kracht overal effect hebben. Je hebt dat verschillende keren kunnen waarnemen.

De mensen zeggen: “Dit is een mirakel. Mijn moeder was ziek, zij was niet hier, maar ik bad voor haar en ze was genezen.” Dat is de kracht van de Virata. Het is de kracht van de Virata dat ze kan binnendringen in het subtiel systeem van de mensen op een zodanige manier dat we met alles verbonden zijn. Wij zijn niet onderscheiden.

Elke druppel is verbonden met de oceaan. Wij zijn verbonden met het gehele universum. En als je een ‘bewoner’ wordt van de Virata, ontvangt alles waarmee je verbonden bent jouw vibraties, je ideeën, je ambities. Alles gaat daar doorheen. En het werkt, het werkt. Je hebt kunnen waarnemen hoeveel mirakels er in je leven gebeuren.

Dat is de Virata chakra die werkt.

Daarom moeten we weten hoe we de Virata moeten vereren.

Je moet eerst en vooral boven je ego uitstijgen. Dat is erg belangrijk. Hoe kan je anders de Virata vereren?

Je ego staat in de weg en hoe kan je dan opstijgen naar de Virata? Je moet daar voorbij. Eens dat je boven je ego uitgestegen bent, ga je binnen in het rijk van de Virata. De Virata is de koning en jij bent de onderdaan en de Viratashakti zorgt voor je met de kracht van de Virata. In die toestand word je een universele persoon.

Welke universele problemen er ook zijn en die moeten niet noodzakelijk iets met jou te maken hebben … Stel dat je op dat niveau universeel geworden bent en dat er in een of ander land een oorlog gaande is, dan kan die gestopt worden. Iemand die verdrukt werd, kan winnen. Waar je medevoelen ook naartoe gaat, het zal werken. Waar je aandacht ook naartoe gaat, het zal werken. En soms zal je verbaasd zijn over hoe dit uitwerkt, hoe al deze zaken uitwerken, hoe deze ‘toevalligheden’ zich hebben voorgedaan. Eén ding is zeker: je bent boven je ego uitgestegen en je bent in de Virata binnengekomen.

Het is zéér belangrijk dat je in het gebied van de Virata komt. Dan denk je niet meer: dit is mijn land, dit behoort mij toe, dat behoort mij toe. Die bezitsdrang verdwijnt. Dan behoor je in de Virata en Hij gebruikt je voor het verwezenlijken van zijn doeleinden in die zin dat je denken verandert en universeel wordt en dan kan Hij optreden. Dan worden zijn krachten vermenigvuldigd.

Krishna’s kracht bestaat erin dat Hij een schelphoorn gebruikt om de mensen te roepen. Ik heb alle leiders een schelphoorn gegeven en nu moeten we dus de mensen roepen.

Maar op het niveau van de Virata hoeven wij niets te doen. De mensen zien het, zij weten. Ze zullen naar je kijken en zij zullen weten. Jullie zijn mensen, maar jullie zijn zo zacht en zo goed, als edelstenen die continu licht afgeven, en zij zullen onder de indruk zijn.

Dat gebeurt door de zegen van de Virata. Als je zó wordt, vergeet je alle andere dingen, zoals je hoge positie en dat je van een rijke familie voortkomt en zo meer, al die nonsens die niet waar zijn.

Al die zogenaamd belangrijke dingen in het bestaan verdwijnen.

Mensen willen pochen met hun welstand, zij willen je laten zien wat ze zijn, hoe belangrijk ze wel zijn, maar iemand die boven zijn ego uitstijgt en die deel gaat uitmaken van die Viratashakti, die in het koninkrijk van de Virata is binnengegaan, weet dat hij heel klein is.

Hij is heel klein in vergelijking met de Virata en hij gaat op in die Shakti. Dit is wat met ons moet gebeuren: wij moeten nederig worden.

Wij moeten nederig worden en beseffen dat wij ons moeten ontdoen van de krachten die wij hebben, als ze ons ego bezorgen.

We mogen dat ego niet hebben. We moeten ons daarvan ontdoen en een toestand bereiken waar we ons ‘bewoners’ kunnen noemen van de kracht van de Virata.

Moge God jullie zegenen.